- Drieënvijftigste editie - 5 oktober 2024 - 2e Jaargang -
'Hey Bro, de Belgen zullen wel fier zijn, nu koning Boudewijn misschien heilig wordt verklaard’.
'Dat is nog niet voor meteen hoor Bro, eerst moet men nog een mirakel aan hem kunnen toeschrijven'.
'Ik las ergens dat het aantal mirakels sinds de uitvinding van de fotografie sterk is afgenomen. Met de introductie van Photoshop is het weer gestegen. Dus, met de hulp van A.I. kan daar wel een oplossing voor worden gevonden zeker?’.
'Het geloof kan bergen verzetten, dus waarom niet?’.
'In Frankrijk hebben we ook een koning die heilig is. Lodewijk IX kennen we hier als Saint-Louis. En ook van de suikerklontjes natuurlijk, het is een merknaam’.
'Wat heeft die mens daarvoor gedaan? Goeie dingen?’.
'Onder zijn bewind zijn de katharen en de Albigenzen uitgemoord, hij heeft de Languedoc geännexeerd en leidde persoonlijk twee kruistochten naar het Heilig land. Geen idee hoeveel tienduizenden doden hij op zijn geweten heeft, maar het was naar het schijnt een hele brave en vrome man en hij was tegen abortus’.
‘Een échte heilige dus’.
Hans Lengeler, Lorgues, Provence
Jeroen Vermeiren, Gent, België
Soms durf ik al eens dromen van een wereld zonder oorlog. Vroeger vond ik dat vreselijk naïef. Een utopische droom. Ik vond dat geweld inherent bij de natuur hoorde. Bij dieren is het toch ook eten of gegeten worden? Nu vind ik niet meer dat die vergelijking opgaat. Oorlog is iets heel anders dan ‘de wet van de sterkste’. Met het ouder worden zie je de absolute absurditeit van een oorlog in. Die nooit winnaars kent, enkel verliezers. En generaties getraumatiseerde mensen die hun trauma’s, op welke manier dan ook, weer doorgeven en zo blijven we in cirkels rondlopen, denkende dat dit erbij hoort en het nooit anders geweest is of anders kan zijn. Maar ik begin er wel in te geloven dat het anders kan al is er nog heel wat werk voor de boeg.
Thuis predik ik tegen pesterijen, geweld en oorlog. En pleit ik voor communicatie, empathie en kennis. Als gevoelig kind weet de jongste extra goed mijn knoppen zitten. En als puber is er natuurlijk niets leuker om die op geregelde tijdstippen in te drukken. ‘Weet je aan wie jouw stem me doet denken?’ vraagt hij terwijl ik een uiteenzetting geef over het belang van goede geschiedenislessen op scholen omdat we niet steeds dezelfde fouten zouden maken. ‘Luister hier maar eens naar’ en hij duwt zijn telefoon tegen mijn oor waaruit een luid brullende Hitler klinkt.
Ik probeer mijn jongens ook uit te leggen dat een oorlog wordt opgemaakt uit vele verhalen. Dat weet ik uit ervaring.
Mijn grootvader aan moederszijde zat bij het verzet en was dus een held. Het verhaal waarbij mijn grootvader ontsnapte aan de Duitsers werd regelmatig bovengehaald en dan hingen wij aan de lippen van onze moeder. Mijn grootvader werd als jonge man gevangengenomen en gedwongen om te voet naar Duitsland te lopen om daar te gaan werken in een kamp. Tijdens een stop vroeg mijn grootvader of hij naar het toilet mocht. Dat waren houten hutjes met een put eronder. De Duitse soldaat die de wacht hield werd afgeleid en zo kon mijn grootvader zich ingraven in die put met stront. Dat is zijn redding geweest want ze trokken verder zonder hem. Overdag hield hij zich schuil maar elke nacht sloop hij een stukje terug richting thuis. Een heel avontuur is dat geweest waarbij hij steeds vanuit onverwachtse hoek hulp kreeg: onderdak, eten, kleding en uiteindelijk ook een fiets. Ik kan me de vreugde van mijn grootmoeder levendig voorstellen toen haar geliefde man ineens weer voor haar deur stond. En als mijn moeder toen nog niet in de buik van mijn grootmoeder zat dan is dat zeker die nacht gebeurd.
Mijn vader vertelde nooit iets over zijn vader. Als wij hem iets vroegen over onze andere opa kwam er altijd eerst een diepe zucht, dan stonden zijn ogen verdrietig en werd zijn lichaamshouding star. Mijn vader had geen leuke herinneringen aan zijn vader en er waren geen stoere verhalen om te vertellen. Mijn grootvader was een collaborateur en wat voor trauma’s dat in zijn gezin heeft geslagen heeft mijn vader voor altijd getekend. Met woorden op papier ging hij op zoek naar het waarom, met woorden uitte hij zijn verachting, zijn boosheid maar ook zijn angst om te worden zoals zijn vader. Mijn grootvader die op het einde van zijn leven helemaal doordraaide en verlossing zocht in een donkere vijver tijdens een ijskoude winternacht.
Dat mijn moeder en vader later ooit samen kwamen was niet evident. Voor mijn vader de zoveelste afstraffing voor de daden van zijn vader. En die schaamte en schuld woekerden verder. Met veel trots vertel ik de heldenverhalen van mijn ene grootvader verder maar rep met geen woord over de andere opa. Ik heb me al dikwijls afgevraagd waarom ik, als kleinkind en 32 jaren na de oorlog geboren, in hemelsnaam schaamte kan voelen voor iets dat mijn grootvader, die ik nooit gekend heb, heeft gedaan?
Ik zit in de auto met de jongste die zegt: ‘Oh mama, ik heb een heel leuk liedje dat jij heel mooi gaat vinden’. Vol verwachting en met gespannen oren wacht ik op de eerste tonen van dat liedje dat mijn jongste voor mij heeft uitgekozen. Plots knalt er Duitse marsmuziek door de boxen en ik schiet in een uitzinnige lachbui waarbij de jongste me met enige argwaan van opzij aankijkt.
Die avond aan tafel stem ik er, tot grote verbazing van iedereen, mee in dat de jongste zijn verplichte schoolstage dit jaar bij het leger doet.
Als antennekind haalt hij met zijn grapjes de spanning uit de lucht. En daarmee ook de overgeërfde schaamte en schuld. Hij doorbreekt een cirkel. Via een kwantum fysische sprong heelt hij zo ook het verleden en bevrijdt de toekomst.
En misschien dat de realiteit van een brullende sergeant die je rondjes laat lopen in de modder ook ontnuchterend werkt op zijn romantisch beeld van het leger. Zo helpen wij elkaar.
SL
Spanjaarden zijn gek op T-shirts met een Engelse opdruk, want Engels is hier hip. De teksten die over borst en buik gedrukt staan, gaan van vreselijk cliché (“Live your dreams”) over beetje grappig (“I’d rather be in Malibu”) tot regelrecht absurd (“Get OFF my CAR and LET me GO” - eh?). Veel van dat textiel wordt ongetwijfeld bedrukt door Aziaten die geen kaas gegeten hebben van Engelse spelling of grammatica. Mijn dochter kreeg ooit een pyjama cadeau die de aansporing “Let’s counting sheeps” droeg, en wat was ik blij dat dat kledingstuk vooral in het donker gedragen zou worden.
Gisteren zag ik een man door het vuilnis rommelen, op zoek naar spullen en materiaal om door te verkopen. Dat is hier een zeer gangbaar fenomeen. Ik moet toegeven dat ik er zelfs al niet meer van opkijk wanneer ik mensen over de rand van afvalcontainers zie hangen. De man die ik gisteren zag, droeg een T-shirt met het woord STRUGGLE erop. Zodra ik die acht letters las, veranderde mijn perceptie. In een flits zag ik hoe het leven eruit ziet wanneer je ’s ochtends niet de metro neemt naar een netjes gepoetst kantoor, maar je op je oude fiets springt en de dag doorbrengt met je armen tot aan je ellebogen in het afval van anderen. “Struggle” was waarschijnlijk een woord dat de situatie van die man treffend beschreef.
Terwijl ik verder liep, vroeg ik me af hoe we naar de mensen om ons heen zouden kijken indien de tekst op hun kleren iets zou zeggen over hun leven. Hoe we zouden kijken naar een migrant als die op zijn T-shirt “I’d rather be in Ecuador” had staan. Of naar een vrouw met blauwe plekken op haar armen, in een blouse met de woorden “Get OUT of my HOUSE or LET me GO”.
KV
Vrieeend,
Het was zaterdag, net voor de middag, wanneer mijn buurvrouw van het eerste belde. ‘Coucou Hans’, zegde ze. Ik liet haar niet eens meer uitspreken want als mijn buurvrouw van het eerste belt, heeft ze iets nodig. ’Ik kom eraan’, antwoordde ik, ‘Wat breng ik mee? Een hamer? Een zaag? Een verlengkabel? Ansjovis? Twee ajuinen?’. ‘Neeneen’, antwoordde ze, ‘Het is niet daarvoor. Mijn wifi-problemen zijn opgelost en ik heb je internetkabel niet meer nodig. Je mag hem komen halen’. ‘Óf jij mag hem komen terugbrengen’, zei ik. ‘Ja, maar dat zal nu niet gaan’, zegde mijn buurvrouw van het eerste, ‘want ik moet me klaarmaken voor het verjaardagsfeest van Brigitte Bardot in Saint-Tropez. Maar als je nu meteen komt…’.
Ik daalde af naar het eerste waar ik aan haar deur klopte. Ik zag dat de klink nog steeds half uit de sleuf hangt, dat ongemak geraakt blijkbaar ook maar niet opgelost. Nochtans, met een klein vijsje… Maar dat is niet mijn probleem.
‘Mijn vriendin komt me over een kwartier halen’, zegde mijn buurvrouw van het eerste, ‘Je weet wel, Pascale die zo op Brigitte Bardot lijkt en optreedt met liedjes van BB. We gaan naar Saint-Tropez want het is vandaag de verjaardag van Brigitte Bardot en dat wordt gevierd met een groot festival’. ‘Amai’, veinsde ik interesse, ‘En gaat Pascale daar zingen?’. ‘Neen’, antwoordde mijn buurvrouw van het eerste ietwat beteuterd, ‘Ze heeft echt alles geprobeerd om te kunnen optreden maar ze hebben haar gezegd dat heel het festival al was volgeboekt. We begrijpen er niks van. Maar we gaan tóch want zoiets wil je niet missen he?’. ‘Neen’, zei ik, ‘zoiets wil je niet missen. En komt de echte BB dan acte de présence geven?’. ‘Neen, dat niet’, antwoordde mijn buurvrouw van het eerste, ‘BB is veel te oud, die komt niet meer buiten. Maar we gaan wat wandelen langs de haven, misschien wil er wel iemand op de foto met Pascale. Ga anders mee, dan kan jij eventueel rijden want mijn auto verliest weer een soort vloeistof en het hondje van Pascale is onlangs ziek geworden in haar wagen en nu krijgt zij die geur maar niet uit de kussens van de achterbank…’.
Instinctief ging ik in vluchtmodus, telde in gedachten al het aantal stappen tot aan de deur, berekende hoeveel seconden ik nodig zou hebben om naar het vierde te sprinten. ’Ai, oei, spijtig, verdorie toch’, antwoordde ik nerveus, ‘Ik heb nog een, euh, dingetje te doen. Nogal dringend, iets technisch dat niet kan wachten’. ‘Ah ja?’, zegde mijn buurvrouw van het eerste achterdochtig, ‘weer iets met computers of smartphones zeker?’. ‘Ja’, loog ik verder terwijl mijn handpalmen vochtig werden, ‘met allebei eigenlijk, en met een website van een héél héél belangrijke klant, zó belangrijk dat ik zijn naam niet mag zeggen. Het is nogal ingewikkeld. Dus…’.
In het huis waar ik woon, geldt bij momenten de wet van de jungle. Kill or be killed. Als je aandacht ook maar één minuut verslapt, kan dat je einde betekenen. Mijn buurvrouw van het eerste geloofde me niet maar ze durfde me ook niet meteen te beschuldigen van leugens en zodoende ontsnapte ik, stinkend naar stresszweet, aan een klus als chauffeur naar Saint-Tropez.
Het werd dinsdag en ik begaf me naar mijn wekelijkse afspraak met Sandrine van het groentekraam. ‘Coucou’, riep een stem van links en mijn nekharen gingen rechtop staan. Mijn buurvrouw van het eerste, een flashy zonnebril op de neus, stond te snuffelen in een stand met dameskledij. Haar dikke droge haardos krijg je enkel met hamer en beitel in model en ze droeg een legging met luipaardmotief. Ze leek een beetje op loslopend wild dat zonet was ontsnapt uit de Serengeti.
Jawel, ook de markt van Lorgues is soms een jungle.
‘Hakuna matata’, begroette ik haar, ‘Hoe was Saint-Tropez?’. ‘Comme ci, comme ça’, antwoordde mijn buurvrouw. Het was natuurlijk wel chouette geweest, maar Saint-Tropez is àltijd chouette. Ze hadden ergens inkom betaald en een folio gekregen met foto’s van BB. Een schoon souvenir, un vrai “must-have”. Maar toen ze naar de film “Et Dieu Créa la Femme” wilden gaan kijken, mochten ze niet binnen. En dan wilden ze naar dat kleine strandje, rechts van de haven, waar ze die beroemde scène met BB hadden gefilmd, en daar werden ze weggejaagd door de gendarmes want het was alleen toegankelijk voor VIPs. Pfffft.
Verbazend genoeg hadden ze in Saint-Tropez meer dan een dozijn imitaties van Brigitte Bardot gezien en echt geen enkele leek zo goed op BB als haar vriendin Pascale. Een stuk of vijf van die geblondeerde dellen had zelfs mogen optreden en die namaaktrutten zongen allemaal dezelfde liedjes die Pascale ook zingt. Voor Pascale voelde het toch wat raté aan.
‘Tja, dat is het Elvis-syndroom’, zegde ik, ‘van die mens lopen ook honderden klonen rond’. ‘Ja, maar Elvis is al lang dood en BB leeft wel nog. Ik vind dat toch een verschil’, zegde mijn buurvrouw. ‘Je vergist je’, antwoordde ik, ‘Elvis zit ergens in een dikke villa op een tropisch eiland en leeft dankzij al die namaak Elvissen van de royalties. Zoek het maar eens op, de bewijzen staan op het internet. Het schijnt zelfs dat Brigitte Bardot ook al jaren geleden is overleden en werd vervangen door een dubbelgangster die moet zorgen dat de fabriek blijft draaien. De erfgenamen zitten daar natuurlijk achter, het draait altijd om de centen’.
‘Ja, dat zou veel verklaren’, zei mijn buurvrouw nadenkend, ‘merci, ik ga het direct aan Pascale vertellen’. ‘Doe dat, ja’, spoorde ik haar aan.
‘Kill or be killed’, dacht ik, ‘het is de wet van de jungle’, en ik stapte verder naar het groentekraam van Sandrine.
HL
Voor nu zou ik willen zeggen dat ik van je hou. Ja. Ik denk dat ik voor nu zou willen zeggen dat ik van je jou. Ook al weet ik niet wie je bent. Laat staan of je wel bestaat. Maar voor nu wil ik je verpletterend graag zien, zomaar en zonder meer. Later moeten we het dan maar eens over de écht ernstige dingen hebben. Het klimaat, bijvoorbeeld, en andere talrijke dwalingen van de mens. De banaliteit van de liefde, zeer zeker. De liefde die wij verheerlijken, want wat moeten wij anders?
(Nou ja, haar recht in het gezicht uitlachen natuurlijk, die aanstelster, maar zeldzaam zijn zij die dit durven, écht durven.) Ik heb ontdekt, lieve vrienden, dat de liefde eigenlijk een Tesla is. Ik reed afgelopen week voor het eerst met zo’n ding en heb die elektrische vierwieler als opvallend metaforisch ervaren. De deuren openden zich spontaan. ‘Kom binnen, kom binnen’, fluisterde het ingelegd hout. ‘Kom hier, kom hier’, zuchtten de voorverwarmde zetels. Edoch, toen ik de elektromotor aan de praat probeerde te krijgen, draaide alles in de soep. Drie kwartier heb ik er uiteindelijk over gedaan. Evenveel kwartieren was ik te laat bij een klant in de verre Kempen, een plek waar ze ‘gullie’ en ‘wullie’ zeggen, en daar nog mee wegkomen ook.
Ik kon alleen maar denken wat ik al langer denk: fuck you, Elon Muskusrat. Uw auto’s, zijn exemplarisch voor al wat fout loopt. Met uw auto’s, met de wereld, met de liefde.
Bijvoorbeeld. Een Tesla heeft een handschoenenvak. Dat kan je niet weten, want het is dermate goed weggewerkt in het interieur dat het onbestaande lijkt. ‘Het is er hoor’, zei de man van de helpdesk aan de telefoon. ‘Maar je kan het alleen openen met het touchscreen.’ Zover zijn we dus gekomen: dat je een handschoenenvak niet opent met een hendeltje, maar met een glider op een touchscreen. Een glider waar je een halfuur moet naar zoeken, maar hey, moderniteit komt met een prijs. Fuck you, Elon Muskusrat. Echt.
‘Ho maar, ho maar’, hoor ik de kritische lezer nu denken. ‘Allemaal goed en wel, maar vooralsnog is niet duidelijk wat een Tesla te maken heeft met de haperende liefde!’ I hear you, al moet ik er meteen aan toevoegen: gij domme kloot! Want de gelijkenissen zijn on-mis-ken-baar! Ook liefde is een glider geworden. Een swipe. Een illusie van aanmaakhout. Ik kreeg de Tesla uiteindelijk aan de praat hoor, met behulp van een app die ik eerst moest installeren. I kid you not. Met de liefde is het net zo. Ze is een app geworden. Ze draagt vele namen: Tinder, Grindr, Happn, Parship enzovoort, enzoverder. Met wat geluk kan je haar opstarten met behulp van – alweer – een touchscreen: dat van je hippe smartphone. Tenminste, als je betaalt. Met een gratis abonnement spring je niet ver. Dat is maar normaal ook. Een Tesla is tenslotte ook niet gratis.
Nou ja zeg.
Fuck you, Elon Muskusrat.
Neem een raket naar Mars.
En blijf daar. Blijf in godsnaam daar.
Wij zuilen naar u zwaaien vanachter ons dakraam.
Afijn, soms. Heel soms.
Als we werkelijk eens niets beters te doen hebben.
Wij zijn met z’n allen namelijk heel druk op zoek naar liefde. In een app. First things first.
Dag Elon.
Dag rat.
Wij schieten jou liefdevol tot ver voorbij de maan. Enkele reis. Retour onmogelijk.
Zonder dank, m’n beste. Zonder dank.
JV
Naar mijn mening heeft de vroegere minister van Onderwijs niet echt geëxcelleerd tijdens zijn mandaat want ze hebben het hem afgepakt. Hij moet nu gaan schitteren op Financiën en Begroting.
Naar mijn mening moeten we ons daarover grote zorgen maken. Ook vraag ik mij af of de verkozenen echt veel kennis hebben van al die verschillende departementen want Onderwijs is bijvoorbeeld toch iets anders dan Financiën. Of draait elke bevoegdheid toch alleen maar om centen? Dan maakt het inderdaad niet uit of je geen enkele visie hebt. Zolang je maar een rekenmachine bij de hand houdt, zal het wel lukken.
Voorts denk ik dat veel Vlaamse politici eens een goeie cursus Nederlands zou moeten volgen, want wat daar soms uitkomt…
Amedé
Broeders en zusters van de goedertieren hoffelijkheid!
Ach, wat is er heerlijker dan de rustige vrede van een zondagochtend, het getjilp van de vogels in de bomen, het zacht ruisen van de wind door de takken? Ik vraag het u, waarde lezer. Zelfs in hartje Brugge is mij een uitzicht gegund op een lappendeken van statige stadstuinen. De vreugd! Het genoegen! En dan plots – zoals een boze god die op het plafond tikt – het oorverdovende gebrul van een boor in de muur van de buurman ter rechterzijde. Het delicate ochtendgeluk genadeloos in duizend stukjes gehakt door het beest dat zichzelf door beton en steen kan jagen. Op alzulke momenten wil men welhaast de handschoen opnemen en in galop ten strijde rekken tegen dit lawaaigeweld, dit auditief onrecht. Maar ho! Rustig! Ademt u eerst in en uit, en in en uit. Waakt u erover dat uw wellevendheid niet kopje onder gaat. Daar is niemand bij gebaat en uzelf nog het minst.
Opgelet! Het is niet omdat ik u maan de kalmte te bewaren, dat het u niet toekomt op gepaste (!) wijze uw hoffelijk ongenoegen te uiten jegens uw doe-het-zelvende buurman (of buurvrouw, we schrijven tenslotte 2024 en ook ik geloof in de almaar voortdenderende trein van de emancipa -en andere staties). Laat mij u dus de fijne kneepjes van het klassevol klagen diets maken. Want het vragen van een rustmoment voor uzelf – zonder de goede naam van de boorzuchtige buurman te bezoedelen – vraagt om finesse, tact en een o zo vederlichte dosis subtiliteit. Hier gaan we!
Begin met een koffie, niet met een klacht
Wanneer het geboor en getimmer zich als een wervelwind in uw kalme bestaan nestelt, is uw eerste instinct wellicht om als een oorlogszuchtige losgeslagene de confrontatie aan te gaan. Maar waarde lezer, wees verstandig: de vredelievende aanpak wint altijd! Nodig de buurman uit voor een kop koffie, al is het enkel om te "bespreken hoe de buurt erbij ligt". De geur van verse koffie opent harten, en voordat u het weet, kan het gesprek zachtjes afdrijven naar... gereedschapsgerelateerde zaken. (Tussen haakjes: ik moet mezelf enigszins dwingen in dezen koffie te promoten, want mijn decennialange verwijlen op Britse grond heeft mij doordrongen van de superioriteit van thee, doch dit terzijde.)
Maak schaamteloos gebruik van complimenten
Wanneer de hamer uw ruggengraat doet rammelen en de boor uw tanden doet trillen in uw kaakbeenderen, is het tijd om in complimenten te investeren. "Beste buurman, ik moet zeggen, de gedrevenheid waarmee je je huis aanpakt, is bewonderenswaardig." Dit, beste vrienden, opent de weg naar het ware verzoek. Zoals een kat die eerst spint vooraleer de lichtekooi om eten vraagt, verzacht uw compliment de klap die volgt: "Zou het mogelijk zijn dat we een rustmoment inbouwen voor... zegge en schrijve mijn zondagse gezondheid?"
Bedien u van subtiele suggesties
Het kan gebeuren dat de buurman zich waarlijk blind verliest in de vloed van zijn verbeteringsdrang. Desgevallend zult u subtieler te werk moeten gaan. Een knipoog hier, een beleefde opmerking daar: "Ah, het lijkt erop dat u in een artistieke fase zit, met dat boren om precies 7 uur ‘s ochtends! Zou dat niet meer tot zijn recht komen… later op de dag?" Een lichte spot brengt menigeen tot inzicht, zonder dat het verzoek zwaar voelt. Speel in op humor, dat is de smeltkroes der vriendelijke verzoeningen.
De diplomatieke referentie naar rustdagen
Bij uitzondering zijn grotere ingrepen noodzakelijk. Wanneer de schroeven en moeren eindeloos blijven knarsen, en al uw tactische zetten uitgeput zijn, grijpt u naar het laatste redmiddel: de regel van de rustdag. "Beste buurman, wist u dat er een oude ongeschreven regel bestaat over zondagsrust? Een dag waarop zowel de mens als het gereedschap even mag rusten?" Geen confrontatie, enkel een herinnering aan de tijdloze regels van stilte en sereniteit, geïnspireerd door het goddelijke.
Laat mij besluiten, lieve vrienden van de welvoeglijkheid, met te zeggen dat zoals bij alle vormen van etiquette ook hier geldt: de zachte hand voert de boventoon. Uw buurman (en gebeurlijk: vrouw!) zal niet enkel zijn klopboor ter ruste leggen op zondag, maar mogelijk, neen, wellicht een nieuw respect voor u ontwikkelen! En zo zult u, gezeten in het gezelschap van uw eigen stille huis (of appartement in mijn geval), terugkijken op een strijd die werd gewonnen met hoffelijkheid en koffie.
Ik heb gezegd.
Weet u immer hoffelijk gegroet,
Uw Jean-Pierre Hoofs
OVER JEAN-PIERRE HOOFS
Hij mag dan geen sant in eigen land zijn, Jean-Pierre Hoofs is een man met naam en faam, niet in het minst in het Verenigd Koninkrijk. Hoofs stond decennialang aan het hoofd van de Londense School for Butlers & Hospitality, een instituut met wortels die teruggaan tot de 19de eeuw. Na een rijkgevuld leven aan de overzijde van het Kanaal resideert de man sinds twee jaar weer in het lieflijke Brugge, zijn beminde geboortestad. Daar vult hij zijn dagen als gepensioneerde zinvol in, onder meer als vlot Engelssprekende gids in het Memlingmuseum. Daarnaast verblijdt én verlicht hij de lezers van Au Parleur met zijn wijze raad voor meer courtoisie en goede manieren.
JV
Hengels Staalmopje
Er was een aanrijding in Canterbury waarbij enkele voertuigen betrokken waren. De eerste twee chauffeurs zijn Britten, de derde is een Belg. Alle voertuigen staan stil.
De eerste chauffeur stapt en uit en zegt: I am sorry.
De tweede stapt uit en zegt: I am sorry two.
Nu stapt de Belg uit en zegt: I am sorry three.
40 = ferzig
Een Vlaming gaat bij een hoer in Dortmund op bezoek.
Ze maken kennis. Na veel vijven en zessen over de prijs komt het ervan.
Ze kleden zich uit en zij vraagt na een tijd:
‘Bist du fertig?’
‘Nein ich bin vier und fertig’ zegt de Vlaming.
GDB
De kerk van Westkapelle ging in 2013 in vlammen op. Heel wat erfgoed ging verloren, maar de verhalen bleven overeind. De archeologische vondsten vertellen ons nieuwe verhalen.
Ontmoet de eerste Westkapellenaar en ontdek wat je met een rekenpenning kan doen. Je hoort er het verhaal van pastoor De Neve en hoe een vete en zijn vasthoudendheid hem het leven kostten in Zuid-Amerika.
In de tentoonstelling zie je spectaculaire beelden van de brand, vastgelegd door Raoul De Schuyter (www.lovid.be). Een brandweerman vertelt hoe hij de brand heeft ervaren. Na de brand deed Raakvlak er archeologisch onderzoek en werden maar liefst 76 skeletten blootgelegd. Met één ervan trokken ze naar de KU Leuven voor een DNA-onderzoek. In de tentoonstelling ontdek je wat het onderzoek heeft opgebracht.
Onze eigenste Hans Lengeler werkte samen met Gerry De Mol (dramaturgie) de scenografie uit en deed het grafisch werk voor deze expo.
Just sayin’
© Au Parleur - JEROEN VERMEIREN/HANS LENGELER 2023/update 2024
SINT-DENIJSLAAN 31A - 9000 GENT
11, BOULEVARD CLEMENCEAU - 83510 LORGUES - FRANCE
BEELDEN: EIGEN WERK & UNSPLASH