Au Parleur Kerstmis

- Het Selectief Productief Collectief -

- Vijfenzestigste editie - 28 december 2024 - 2e Jaargang -

EDITORIAAL
Gelukkig nieuwjaar

'Hey Bro, iemand een ongelukkig nieuwjaar toewensen zou toch wat gek zijn, niet?’
‘Dat zou totaal van de pot gerukt zijn, Bro. Onbeleefd zelfs’.
‘Okee, we gaan dat dus niet doen. Al ken ik er wel een paar die dat verdienen. Maar we gaan daar niet verder op in, iedereen mag dat voor zichzelf invullen’.
‘Positief blijven, Bro’.
‘Laat ons de geldende etiquette volgen en vrede, gezondheid en warmte wensen aan alle mensen van goede wil’.
‘Inderdaad, ook van mij een zalig en gelukkig 2025’.


Hans Lengeler, Lorgues, Provence
Jeroen Vermeiren, Gent, België

brief
00:00  /  00:00
NIEUWJAARSBRIEF

MANNEN EN VROUWEN
zonsondergan
ondergang

Artial Marts

Tussen de mistvlagen ontwaar ik onze traag rijdende medereizigers en van achter het geblindeerde venster kan ik me ongegeneerd vergapen aan wat iedereen in zijn voertuig uitvreet nu we samen gedwongen in de zoveelste file richting het zuiden staan. De meesten staren gehypnotiseerd naar een schermpje. Een vrouw houdt een witte zakdoek met bloedvlekken tegen haar neus gedrukt. Een kind springt op en neer op de achterbank, zwaait naar voorbijgangers en steekt vervolgens zijn middenvinger uit. Iemand plakt al slapend tegen het raam en zijn open gezakte mond vormt een kleine dampcirkel. Ik zie meisjes met hun armen in de lucht een filmpje opnemen en een man met een flikkerende kerstmuts wordt door de hond op zijn schoot stevig afgelebberd.

Onze babypoes Belle vindt na drie keer overgeven eindelijk rust op mijn schoot. Onze hond draait rondjes in zijn nest en Bert zucht: ‘dit gaat allemaal nog heel lang duren’. Onze terugreis wordt niet korter maar langer en de schemering valt terwijl we nog niet half weg zijn.

Maar ik laat het alsnog niet aan mijn hart komen. Ik herkauw de afgelopen dagen en voel een warme gloed alsof ik net uit een bad vol liefde ben gestapt en laat alle mooie, leuke, grappige en liefdevolle herinneringen opborrelen. Als mensen mij zouden kunnen aangapen, zouden ze een vrouw zien met kleding vol kattenhaar, wat kots vlekjes op haar sweater maar ook met een gelukzalige glimlach.

Dit jaar was het een korte versie en kwamen we ook niet verder dan de Belgische Ardennen. De familie van Bert is nu erg uitgedund sinds hij afgelopen jaar ook zijn moeder verloor. En we reisden met twee dieren die we niet meer of al alleen kunnen laten. Dus onze mini Ark Van Noah meerde aan in het oude schooltje waar we al jaren komen en we beleefden er vier heerlijke dagen met familie en vrienden. Te kort om irritaties te krijgen, net lang genoeg om u te laven aan het samenzijn en met hunkering weer te vertrekken.

Maar zoals alles in het leven is niets voor altijd. Enkele files en stress scheten van Brando verder, en een steeds nadrukkelijker gejengel van tieners en kitten kunnen deze broze gelukzaligheid ook snel weer doen imploderen. Nog maar eens uitgelachen worden met mijn - slip of the tongue – “Artial Marts”, kan dan de druppel zijn die de emmer doet overlopen. Of hoe een moeder vol van liefde in een fractie van een seconde in een erg ontvlambare Kung Fu Master kan veranderen. ‘De vredige Kerstsfeer meets Kill Bill’ is geboren.


SL

DE WERELD VAN SWAANE
Artial Marts
seuten
kinnekes

Nieuwjaarsbrief

Lang geleden, in de jaren tachtig,
Schreven wij, nieuwjaarscentjes indachtig
Mooie brieven aan onze meters,
Ouders, grootouders en peters.

Als eerste taak werden de brieven gekozen,
Met op de voorzijde een tekening van kinderen die blozen
Terwijl ze samen kerstliederen zingen
En meer van dat soort nostalgische dingen.

Daarna schreef de juf op het schoolbord een gedicht
En was het onze kind- en kleinkinderplicht
Die uiterst netjes over te schrijven.
Wij deden dat - ik zal hier niet overdrijven -

Met een aandacht die nog zelden wordt gezien
Sinds de smartphone haar intrede deed rond 2010.
En als je in één van die prachtige zinnen
Een fout maakte, moest je opnieuw beginnen.

Met nieuwjaar kwam dan het Grote Voorleesmoment,
En daarmee werd meteen bekend
Wie er gemaakt was om in de schijnwerpers te staan
En wie er liever gillend vandoor zou willen gaan.

Wat ook jullie ervaringen met nieuwjaarbrieven waren,
Ik zal jullie verdere mijmeringen besparen
En overgaan tot mijn allerbeste nieuwjaarswensen,
Voor u, beste lezer, en alle lieve mensen

Van goede wille, hier op aard.
Mogen jullie van kommer en kwel blijven bespaard
En enkel vrede kennen in jullie dagen.
Tot slot wil ik deze brief opdragen

Aan de onzichtbare dichters uit mijn kindertijd
Die zoveel ouders en grootouders hebben verblijd
Met elk jaar een nieuw rijm vol warme woorden
Waarmee lagere schoolkinderen ontroering scoorden.

In gedachten zie ik die meesters en juffen
In het holst van de nacht zitten zwoegen en puffen
Om een woord te vinden dat rijmt op “nieuwjaar”
Of “wensen” of “vrede” of “engelenhaar”.

Nieuwjaarsartiesten, jullie verdienen een zoen.
Dat zegt jullie eigenste kleine kapoen,



Kathleen

Rafelbunyol, 31 december 2024


KV

ATLAS DER ALLEDAAGSE DINGEN
Nieuwjaarsbrief
Jeroen
brief

Nieuwjaarsbrief

gelijk een brug over troebel water
zo zal ik mij neerleggen voor u

(om het nu – kruissteek – aaneen te naaien
met het later)

(om u te wijzen waar de weg is
wanneer alles weer eens onverbiddelijk lijkt)

(er kan nooit genoeg
Simon & Garfunkel zijn)

gelijk maagdelijke olie van eeuwenoude olijfbomen
zo zal ik uw dagen proberen te smeren

(opdat zij kommerloos zouden zijn,
ook al is dat een onmogelijke belofte)

(opdat zij zuiders zouden aanvoelen,
ook al kan ik het noorden niet ongedaan maken)

(niettemin kan er nooit genoeg
olijfolie zijn)

gelijk een dichter
zo zal ik woorden blijven zoeken

(voor al datgene
waar geen woorden voor zijn)

(voor het kleine
dat nauwelijks te benoemen valt)

(voor u, voor mij,
voor ons en wie of wat wij zijn)

voor u, voor mij,
voor ons en wie of wat we willen
zijn



uw eeuwige nozem: Jeroen X


JV

DE GEDACHTEN VAN JEROEN
Nieuwjaarsbrief

geert
Deboos

Levenitief

525:

Onze jaartelling werd uitgevonden door monnik Dyonisius Exiguus. Dat bleek dan achteraf te zijn in 525. De paus wou een beter systeem voor de bepaling van Pasen en het werd dus monnikenwerk. Daarnaast hebben we de kalender van het woord kalendae of de eerste dag van een maand bij de Romeinen.

De eerste boodschappen over een telling of wetten werden in vochtige klei ingedrukt met een soort spijker. Elke indruk had dan de zelfde vorm. Uitgedroogd werden het harde kleitabletten in spijkerschrift. Ze zijn duizenden jaren oud. Zo is het door archeologen gevonden kleitablet “Plimton 322” eigendom van uitgever G. Plimton in New York, geschreven in ongeveer 1800 voor Christus. Het bevat 15 voorbeelden van wat wij kennen als de stelling van Pythagoras c² – b² = a² wat wij schrijven als a² + b² = c². Hierbij zijn a, b en c natuurlijke getallen. Het bekendste voorbeeld voor ons is 3² + 4² = 5² <=> 9 + 16 = 25. Het toont aan dat Pythagoras deze stelling niet zelf vond maar ze wel aan ons openbaarde.

Dankzij de handel via de zijderoute leerden we de Chinese inkt kennen. Die is gemaakt van zeer fijn houtskool zeg maar roet opgelost in water. De monniken gebruikten graag die inkt om op hun papyri en perkamenten te schrijven. Hij is zowat onuitwisbaar en kan goed tegen zonlicht. Dat zorgzaam schrijven met sierlijke letters wat kalligrafie heet, van grieks kalos = goed en grafein = schrijven ging heel langzaam vooruit. Een kopie maken duurde vaak een jaar.

1450:

Johannes Gutenburg vindt de boekdrukkunst uit in Mainz. Gedrukte boeken zorgden voor de verspreiding van theorieën en verhalen. Boeken waren duur in die tijd en niet voor iedereen. Ook konden weinig mensen lezen in die tijd. Boeken drukken kon wel snel in een oplage gebeuren van honderden exemplaren.

1844:

Kunstschilder en uitvinder Samuel Morse slaagt erin een bericht te zenden over een elektrische lijn van 64 km lang. Het was een verschrijver of telegraaf. Het was mogelijk nu om een heel boek indien nodig door te zenden met een morsesleutel.

1962:

1962 was het jaar dat ik leerde lezen en schrijven; een bijzonder jaar voor me. Als het goed was mocht je naar het volgende studiejaar of groep zoals men dat in Nederland noemt. Dan schreven we: schooljaar 1963 – 1964 op ons eerste blad van ons nieuw schrift.

Ik dacht er nooit over na dat we op het jaar 2000 afstevenden. We hadden thuis een zwart-wit tv en Walt Disney deed daarop af en toe een praatje. Hij beweerde dat we in 2000 een toestel zouden hebben waarmee we de persoon konden zien met wie we aan het praten waren. Dat was toekomstmuziek zeiden we toen.

Als je met iemand spreekt dan geef je die akoestische signalen. De eerste telefoon werd uitgevonden door Graham Bell in 1876. Je kon er niets mee doen want het was wachten tot hij de tweede telefoon uitvond. Zo ontstond er na spreken met een persoon naast jou ook een manier om te communiceren met iemand die ver weg was.

1920:

Het buizenradionet ontstond rond 1920. Marconi deed de eerste radiouitzending van morsetekens.

De diode radiobuis met twee contacten die eindigden in metalen plaatjes binnenin werd per toeval uitgevonden door Thomas Edison in 1883 toen hij een middel zocht tegen het zwart aandampen van zijn gloeilampen. Zo verkreeg de Brit John Fleming een octrooi op de diodebuis in 1904.
De Amerikaan Lee De Forest voegde een derde elektrodeplaatje toe en vond zo de triode buis uit: de eerste elektronische signaalversterker. Hiermee kon microgeluid van de stem in een micro versterkt worden tot een sterk hoorbaar geluid via een luidspreker.

Om de glazen buis te laten werken moeten de plaatjes heet zijn, daarom werden extra twee aparte gloeidraadjes gebruikt op 6,3 volt wisselspanning. Met die zelfde 6,3 volt spanning werken de huidige verlichtingsbuislampen nog altijd, ook wel TL buis genoemd van tuba luminicentie.
Bij toevoeging van nog wat elektroden tot vijf ontstond de pentode. Die versterkte nog eens extra en werkte stabieler. Een buizenradio begint dus maar te spelen na enkele minuten opwarmtijd.
Een ander nadeel van buizen zijn de gevaarlijk hoge spanningen van 250 volt gelijkspanning die nodig zijn tussen anode en kathode. Die worden geleverd door grote en zware transformators. Buizen laten zich “graag” oversturen door signalen vandaar dat gitaristen nog altijd liever met buizenversterkers werken. Ze geven ook een “warmer” geluid wat met aanwezige en niet aanwezige harmonischen te maken heeft.

1947:

De grote radiobuis werd vervangen door transistoren, uitgevonden door Shockley, Bardeen en Brattain van Bell Labs, AT & T. Een transistor versterkt net als een triode elektrische signalen.
Een transistor reageert vrijwel onmiddellijk en hoeft niet verwarmd te worden. Mijn pa kreeg voor zijn werk een telefoon met zender voor in zijn auto in 1973. Het was een groot apparaat.

1971:

De eerste elektronische chips ontstonden in 1971. Het waren bewerkte siliciumplaten die duizenden transistoren bevatten. Zo verkreeg men elektronische schakelingen nog kleiner. Daardoor kwam dan de eerste draagbare minitelefoon met een gewicht onder 1 kilogram rond 1992. Het internet kwam er in 1994. Nu kon elke tekst nog sneller verzonden en gelezen worden. De smartfoon met internet kwam er rond 2007. Nu konden mensen bijna overal communiceren met elkaar.

1989:

Tim Berners-Lee vindt het World Wide Web uit in 1989 en ontwikkelt het http protocol voor webpagina’s. De eerste router werd in 1993 in België met het internet verbonden.

Er zijn vaak situaties waarbij we dicht bij een ander komen. Een Brit die de trap afliep in een pub en me dicht passeerde terwijl ik naar boven ging zei: ‘Cheers’ tegen mij. Ik was pas zestien en kende wat eenvoudig Engels maar cheers zat daar niet bij. Wat mensen ook wel doen als ze elkaar moeten hinderen is glimlachen. Glimlachen is net als pardon zeggen ontwapenende communicatie. Ik vermoed dat apen die grote smoelentrekkers zijn dit ook kunnen. Honden maken een bow beweging naar elkaar als teken van vriendschap.
Dit leunt aan bij humor. Humor is ook een vorm van intelligentie. Zelfs als alles verkeerd loopt kan een kwinkslag, een grapje of een gepaste mop helpen de pijnlijke situatie te vergeten. Het moet wel in verhouding blijven. Het is niet zo omdat ik in Au Parleur wat mopjes plaats dat ik heel de dag loop te zwanzen. Ik kwam zo in een bar vaak een man tegen die me nooit vroeg hoe het met me was maar onmiddellijk een paar moppen op me afvuurde. Dat waren wel goede moppen maar ik kreeg door na een tijd dat die man nooit iets vertelde over zichzelf. Hij breidde met moppen een harnas om zich heen vond ik. Na drie moppen van hem ging ik dan maar ergens anders zitten in de bar want hij stopte nooit.
Er zitten in mijn bijlages van Au Parleur een aantal grappigheden die ik zelf bedacht. Dat komt zomaar in me op en doorgaans heb ik een boekje bij me waarin ik de grap kort noteer. Eigenlijk speel ik in op een geschikt moment als ik bij wat mensen zit om een grapje dat aansluit bij het gesprek te lanceren. Als ze lachen heb ik er zelf plezier van. Ik hou van een goede babbel over van alles maar voetbal is niet aan mij besteed. Soms zit ik ook graag alleen in een bar aan de toog dingen te overdenken. Als een vrouw dat doet dan denken veel mannen dat die zit te wachten op hen.
Soms wil ik mee juichen als er een goal valt bij het voetbal maar het zegt me weinig. Ik ben er niet met opgegroeid. Wat wel interessant is dat is de curve van zo een bal. Dat is fysica en boeit me wel.
Vroeger was een voetbal gemaakt uit vijf- en zesvlakjes. Een man aan de toog stond uit te bazuinen dat hij alles van voetbal wist. Ik vroeg hem of hij wist uit hoeveel vlakjes en welke soort een leren voetbal gemaakt was. “Wat een vraag,” riep hij “wie weet dat nu?”.

Geef mij maar atletiek en zwemmen. Toch heb ik met de vrienden mee gekeken op EK en WK. Ze weten eigenlijk heel goed dat de kans voor België om te winnen heel klein is al kwam winst soms wel heel dichtbij. Dan deel ik in hun vreugde als er dan toch een match gewonnen is. Ik voel me dan deel van de groep. Erbij horen dat geeft een fijn gevoel en maakt me even blij. Maar of het mij gelukkig maakt? Ik was in juli 1982 met vakantie in Italië. Italië werd wereldkampioen. Ik had de wedstrijd niet gevolgd en plots was er oorverdovend gejuich. Telkens als ik een drankje bestelde in de bar aan de camping kwam een Italiaan op me af en betaalde voor mij. “Italia campione!” riepen ze tegen me. Ze hielden dat een week vol, ik ook. Een andere verfde met een verfborstel zijn auto in de tricolore, tsss. Maar zo gelukkig zijn dat moet wel tof zijn!

2023:

In 2023 ontstond de gazet Au Parleur en werd ze op het internet geplaatst. Ik las dat af en toe en door een toeval behoor ik tot een groep die er dingen voor schrijft. Ik ken twee leden van die groep persoonlijk.
Dan is er nog een groep en daar bent u lid van: de lezersgroep. Beide zijn nodig.
Een mens heeft een aantal basis dingen nodig, liefde, affectie, vriendschap… Ook geld is daar een ding van en dat verkrijg je door geconcentreerd te werken. Daar koop je een dak, eten en meer mee. Een belangrijke streefzaak is vrije tijd die niet iedereen heeft. Een deel daarvan is cultuur en eenvoudig amusement. Daar hoort zeker film bij. Maar daar is eerst tekst voor nodig. In een tekst staan woorden. Als je die opsnuift in je hoofd krijg je een beeld van de wereld die de auteur creëert. Iedereen maakt er zijn eigen beeld van.
In Au Parleur staan soms teksten waarin iemand zijn dagelijks leven schetst met mooi geschreven zinnen. Dat leest fijn en is boeiend want we weten graag hoe een ander zijn leven leidt en wat die ervaart.

Trager dan lezen gaat het schrijven zelf. Er moet geregeld nagedacht worden over het te gebruiken volgend woord. De mens is vindingrijk. Iedereen kan een grapje maken of een tekst schrijven. Ons brein laat ons toe zowat 60.000 gedachten per dag te hebben. Als je schrijft is er een deel van je brein dat als IK aanvoelt en constant kiest uit de voorstellen van dat zelfde brein voor woorden die je aanneemt of afslaat alsof je een woord tinder bedient. Schrijven vraagt moeite maar niets is zo heerlijk als je je personages na een tijd ziet bewegen en dingen zeggen. Ook een gewone tekst geeft plezier.

Als je praat in een gezelschap zijn er soms onderbrekingen en dan krijg je je verhaal niet verteld. Opgeschreven en gepubliceerd blijft je verhaal lang beschikbaar voor een nieuwe lezer. Dat geeft de schrijver veel voldoening. Op het internet blijft het jaren staan. Na zoveel teksten van de medewerkers van Au Parleur blijkt het jaar nu volgeschreven. Er kwamen dit jaar nieuwe mensen in ons leven, er zijn er soms voor altijd verdwenen. Definitief maar er blijft altijd leven.

Nu komt 2025 aan de beurt. Wat wordt er dit jaar uitgevonden? We zijn blij dat we het nieuwe jaar mogen meemaken en hopen dat we gezond zijn en blijven. We vergeten even alle beslommeringen en hopen op een jaar met veel plezier en goede communicatie in de familie, met vrienden en collega’s. Daar mag af en toe ook een mopje bij want dat is ook een kleine bijdrage tot ons geluk. Misschien schrijf je nu zelf iets en stuur je het op naar Au Parleur? Blijf je liever lezen? Ook goed.

Ook van mij voor u mijn beste wensen!

Geert De Boos

Beeld: Dyonisius Exiguus

EENTJE VAN GEERT
Nieuwjaarsbrief
groep
Groe^je

Bende

ADM

HET UNIVERSUM VAN AGNES
Bende
Karlijn
Karlijn Sileghem

De zeven zusters

Oudjaar
de winter keert de dag de rug
we dommelen in elkaar
om weer te weten
wat in de zomer werd vergeten

Vroeger, thuis, in Asse bij mijn ouders, rook het in de winter naar haardvuur. Ik werd mezelf wel eens gewaar als een gerookt varkentje. Mijn broers en zus liepen er net als ik even geurend als gebakken spek bij.

Kerstmis vierden we onder ons en we kleden ons op voor het feest onder ons. ‘Laat u maar gaan..’, was de boodschap, “… en dat ’t voor te lachen mocht zijn. Het was maar een woord, ik liet mij graag gaan. “Cadeautjesneediekopenweniet, daarbeniktegen.”, zei mijn moeder. Oké goed, dan maken we ze zelf … spannend! Een zeep op een stokje, een zelf gehaakt onderleggertje, een houten kandelaar uit een tak gekerfd… en het kon gebeuren dat je eindelijk de onderbroek die je al een week kwijt was in cadeauverpakking terugvond, of de pen die je nodig had voor school... En dan was het,: “Adaarwasda, dahadde echtniemoetedoen. Dankudanku.”

In de kleerkast van mijn moeder zocht ik naar een outfit en trok die avond een lange, roze jurk aan. Op mijn hoofd geen ingewikkeld hoofddeksel, maar een coole lila pruik - een beetje Marilyn Monroe met een indigeste, maar dat had ik toen niet door. Ik had veel niet door, nog altijd niet eigenlijk, maar dat heb ik eerlijk gezegd meestal ook niet door. In dezelfde kast hing nog een jurk, die ik als klein meisje soms droeg. Een lichtblauwe bustierjurk, je weet wel met blote schouders, helemaal met tule overtrokken van een nog lichter blauw - knielang met wijd openstaande rok. Bij mij reikte de zoom van de jurk tot aan de grond - ik was maar een meter hoog - weggelopen uit Frozen avant la lettre. Mijn kinderborst was toen nog plat en om de snit op zijn best te laten uitkomen stak ik er twee appelsienen in. En zo liep ik dagen rond, ook buiten op straat - liep zo zelfs bij de buren binnen en droomde de dag weg vol romantische verhalen. Tot op een keer een vriend van mijn ouders, die op bezoek was, in mijn decolleté keek en zei: “Mohtzijngeenechte.” Op slag zat er een barst in de betovering. Maar, ik hield vol : ‘Strak volharden, ontkennen en dan komt de magie zo wel weer terug.’, dacht ik. Een paar dagen later, op een avond, weer met die appelsienen netjes zij aan zij, kregen mijn zus en ik ruzie. En in ons gekijf naar elkaar gooide ze eruit: “Ochgijmetudikkeborstenkleed!” Ja, ’t was gebeurd, hilariteit alom en een gelach en gejoel en gegiechel. “HahaKarlijndraagteendikkeborstenkleed! Nèhnèhnèhnèhnèh.” En daar zat ik als een clown in een dikkeborstenkleed op heterdaad betrapt. Weg romantiek, niks meer, nul, nadda. Ik heb de jurk daarna nooit meer gedragen. Maar tot op vandaag noemen wij thuis, zo’n jurk nog steeds een dikkeborstenkleed. Sommige tradities kunnen ongewoon ontstaan. Wanneer u lezer, al lezend, nu een dikkeborstenkleed draagt, meld u, laat het weten… zo kan ik ook eens lachen …kwestie van verbinding kan dat tellen, want daar gaat het toch om in deze tijd van het jaar.

Oudjaarsavond vierden we in het huis bij mijn grootouders, samen met zeven zussen: mijn moeder en haar zussen, nonkels, tantes en de 22 kleinkinderen. 11 Jongens en 11 meisjes, goed voor een voetbalmatch: jongens tegen meisjes. Zo ging dat vroeger. Er was heel wat voorbereiding aan het oudejaarsavondfeest bij mijn grootouders. De hele avond en nacht door werden er wafels gegeten, wafels en alleen maar wafels. Meestal zat tante Nie aan de kop van de tafel met twee wafelijzers in de aanslag, van die lekkere Brusselse. Er waren ook gewrochten wafels. Die werden de dag ervoor al gebakken. Stevige, soepele wafeltjes met een motiefje zoals een molentje ofzo. Nonkel Erik zei: “’tzijnprecieslerenschoenlappe.” Ze werden besmeerd met een dikke laag boter en bruine suiker. Een welkome afwisseling wanneer de buik spande van de warme wafels, een koud wafeltje om nog een gaatje te vullen.

Het was de traditie dat iedereen een zelfgemaakte hoed droeg. (Misschien ook één die ooit ongewoon ontstond.) Mijn grootouders permitteerden zich een dichterlijke vrijheid, vond ik. Bompa, een grote gouden koningskroon. Bomma, een eleganter model in het zilver en mijn groottante, een kroon in het midden op een puntje – betoverend koningin van Onderlandachtig. En zo zaten ze samen naast elkaar als de laatste ridders van de ronde tafel. Wij, de kinderen, droegen ingenieuzere modellen. Sandrina, één van mijn nichten had een schitterend coiffure. Ingevlochten lokken met daarop wel 20 kleine hoedjes sierde haar hoofd als een feestelijke etalage. Pieter, een neef, had een hoed die openging als hij aan een draadje trok, Ik herinner me niet meer of er dan ook iets uit tevoorschijn kwam. De tijd buigt de waarheid zoals het hart het liefste klopt. Kies maar lezer, het is jouw verbeelding. Een andere neef had een doos op zijn hoofd met vooraan een gat erin. “Ikbeneentelevisieieie”, zei hij. “Julliekunnenudenelenavondtvkijke.” “Jeueueu.” We moesten dan wel naar hem kijken: “Weueueueh...”

Vanaf we onze plechtige communie hadden gedaan mochten wij opblijven zolang we wilden. No limits. In de zomer, na mijn communie, was ik al zenuwachtig voor de winter die kwam en ik met oudjaar zou dansen met mijn neven, nichten, nonkels en tantes. Spannend, het was het hoogtepunt van mijn leven. De kleinsten onder ons vlogen om middernacht al naar bed. In sommige kamers lagen de matrassen naast elkaar op de grond en werd er enthousiast van matras naar matras gesprongen. Zolang ik nog bij de kleintjes hoorde, deelden mijn zus en ik één bed en raden we elk om beurt welke tante we beneden hoorden lachen: “Hoehahahahoehoehoehihuhihu!!!” Een luisterspel dat tot de verbeelding sprak. Na zo’n nacht hoorden we de volgende ochtend gegarandeerd dat er één van de zussen op tafel had gedanst. Oh, dat hadden we graag gezien.

In het jaar dat ik voor het eerst mocht opblijven, had ik in mei voor mijn plechtige communie een cassetterecorder cadeau gekregen … en een horloge en een woordenboek en een pen en een portemonneetje. Je weet wel… neem ik aan - en weet je niet? - De tijd terug heeft paden en straten die al eerder zijn begaan, wat weerhoudt je deze in te slaan. Ik was nogal fier op mijn cassetteradiospeler met ingebouwde wekkerradio. Ik luisterde toen veel naar de Beatles, Pink Floyd, Bob Dylan en in navolging van mijn broers ook naar punk: The Stranglers, Public image, Nina Hagen enz... Disco was toen in, maar dat vond ik SCHAAMTELIJK, daar wilde ik in geen geval mee geassocieerd worden. Stel je voor, ik was geen Marina met een kuif, haarlak en een roze broek. Nee zeg, ik was cool en een beetje gipsy van uitstraling. Niet zoals de massa hoor. Wataddegedacht? Op een middag stond mijn radio op en Bonny M speelde ‘By the rivers of Babylon.’. Pardoes vielen mijn beide broers mijn slaapkamer binnen en maakten er een lachwekkend spotverhaal van – wat luisterde ik ook naar Bonny M? ”DISCO, huh?!” “Maneedaisniewaar”, zei ik. “dawastoevallig, ikluisterelemaalnienaarBonnyM, ikbenniezoiemand, echtnie.” “Jawel,” zeiden ze en tergend zongen ze langs elk oor: ‘By the rivers of Babylon’. “Needaisniewaar, ikluisternietnaarBonnM.” riep ik wanhopig en wenend rende ik daarop mijn kamer uit. (Als dit geen voer voor herhaling was, zei mijn, therapeut later.) Tot mijn moeder tussenkwam en vroeg wat er aan de hand was. Ik vertelde haar dat ik toevallig mijn radio had opstaan en… “Euhneemijnradiostondnietoevalligop, datwasbewust! MaaropderadiospeeldezetoevalligBonnyMnettoenikmijradioadaangezet ennudenkeonsjongesdaikfanbenvanBonnyM, madadiselemaalniewaar. EnstraksgaanzeaanmijnvriendeopschoolvertelledaikgraagnaBonnyMluister engaandiemijookuitlache. Straksebekgewoongeenvriendemeer, doorunschuld. Enetisgewoonniewaar. IkhaatBonnyM.”

Mijne eerste dansavond, elk dikkeborstenkleed ontwijkend, kon het dansen niet snel genoeg beginnen. Klokslag middernacht haastig iedereen gelukkig nieuwjaar gewenst - de wafels in mijn buik maakten me ongeduldig misselijk of waren het de zenuwen. Nonkel geert, nonkel Mark en nonkel Fernand waren de Dj’s van wacht. Bijna meteen klonk er uit de boxen ‘By the Rivers of Babylon’. Ik trok wit weg en zag mijn broers aan de andere kant van de dansvloer lippen: ‘Bonny M’. En nog voor ze door de dansende familie bij mij raakten, was ik er als een haas vandoor om mij boven onder het bed van mijn zusje te verstoppen. En daar lig je dan op oudejaarsavond, je eerste dansavond, onder een bed op een ijskoude vloer, want de slaapkamers bij mijn grootmoeder werden niet verwarmd, te bibberen voor godverdomme Bonny M. Plezant is anders. Ik hoorde dat ze me zochten beneden, ze riepen mijn naam, maar ik hield mij stil. Mijn zus boven mij, in haar warme dekens, beloofde dat ze mij niet ging verraden. Maar langer dan een kwartier hield ik het niet vol. Plezant is anders. Uiteindelijk klauter je dan toch weer vanonder het bed - stijf, verkleumd op zoek naar het vuur dat beneden brandt en de gezellige wanorde tussen wafels en walsen. Wat waren mijn ouders boos, omdat ik hun ongerust had gemaakt. “ Hétisniemijnschuldoorplezantisanders.”, zei ik – wat ik boven onder het bed al dacht.

Terug thuis, in Asse hoorde ik van in de gang, waar ik stond te luistervinken, mijn vader praten met mijn oudste broer. Mijn vader vond dat ik mij had aangesteld, “geverbergtumetoudejaarsavondtochnieondereenbed.”, zei hij. En dan hoorde ik hoe mijn broer het voor mij opnam. “Aszezichechtadaangesteld, “zouzezichzekerergensverstopthebbewaarwaarmakkelijkaddekunnevinde, ergensalverwegedetrapofzo. Neeikvindechtniedatzezichaangesteldeeft.” Brrr.. Ik bibberde een beetje, maar nu van ontroering, om wat mijn broer zo zei over mij. En dan, omdat het sterker was dan mezelf en ik nog vele jaren voor me had, riep ik vanop de gang waar duizenden familiale loopjes met me aan de haal gingen, met een stem die in mijn verbeelding elk wijnglas brak, luid zodat ze het nooit meer zouden vergeten? “ IkhaaaaatBonnyMMM!!!!!!!!!!!!!” En zeg nu zelf, plezant is anders.



KS

UIT HET HOOFD EN HET HART VAN KARLIJN
De zeven zusters

WELVOEGLIJKHEID
Hoofs33
Hoofs

Nieuwjaarsbrief

Mijn dierbare lezer,

Het nieuwe jaar staat voor de deur,
Vol voornemens, hoop en etiquette-kleur.
Laat mij, Jean-Pierre Hoofs, met gravitas en stijl,
Uw gids zijn in deze eerste brief vol heil.

Een nieuwjaarsbrief schrijven, hoe doet men dat recht?
Met een pen, wat inkt, en uw hart oprecht.
Vergeet nimmer: vorm en beleefdheid zijn de essentie,
Vermijd immer elke schijn van impudentie.

Eerst: de aanhef – wees warm, doch gepast,
Geen “Hé daar” of “Yo maat,” geen taal van de straat.
Houd het op: Waarde vriend of Zeer geachte mevrouw,
Daarmee toont u respect én etiquette-trouw.

Dan, wat heilwensen – wees gul en oprecht,
Zeg niet zomaar: Hopelijk gaat het niet slecht.
Nee, breng vreugde, gezondheid en licht,
Want met positieve woorden wint u altijd het gevecht.

Nu, de inhoud – vermijd zelfzuchtig gezwets,
Geen Ik deed dit of Mijn hond denkt enkel aan loopse seks.
Vraag naar des lezers gevoelens, wens hem geluk
Zo raakt uw brief een warme snaar, kan het jaar niet stuk.

O ja, lieve lezer, een slot moet er zijn,
Een afscheid vol warmte, kort doch fijn.
Een handgeschreven naam is etiquettevol goud,
Zet er geen smiley bij, want dat maakt het onnozel dus fout.

En laat ons het nieuwe jaar ingaan met flair,
Met buigingen, woorden, en hoffelijk verkeer.
Voor nu wens ik u alles wat goed is en fijn,
En een jaar vol brieven – met liefst wat rijm!

Uw nederige dienaar in stijl,
Jean-Pierre Hoofs


OVER JEAN-PIERRE HOOFS
Hij mag dan geen sant in eigen land zijn, Jean-Pierre Hoofs is een man met naam en faam, niet in het minst in het Verenigd Koninkrijk. Hoofs stond decennialang aan het hoofd van de Londense School for Butlers & Hospitality, een instituut met wortels die teruggaan tot de 19de eeuw. Na een rijkgevuld leven aan de overzijde van het Kanaal resideert de man sinds twee jaar weer in het lieflijke Brugge, zijn beminde geboortestad. Daar vult hij zijn dagen als gepensioneerde zinvol in, onder meer als vlot Engelssprekende gids in het Memlingmuseum. Daarnaast verblijdt én verlicht hij de lezers van Au Parleur met zijn wijze raad voor meer courtoisie en goede manieren.



JV

JEAN-PIERRE HOOFS
Nieuwjaarsbrief
VERVOLGVERHAAL
empereur
maison

Onverwachte hulp

‘Goed nieuws’, riep Claude naar zijn vrienden, ‘Ik krijg net bericht dat de Chinezen hebben getracht om de kluis van de Société Générale, bij de Quai du Maroc, te kraken om zo de formule van de zeepformule te stelen. Gelukkig staan de Chinezen bekend om hun onkunde en amateurisme en mislukte hun plannetje. Maar het toont aan hoever ze willen gaan. Eindelijk actie! Als we ons haasten kunnen we er misschien nog wat gaan afknallen’.

Jacky reageerde geschokt. ‘De stommelingen’, riep hij uit, ‘Iedereen weet dat het openbare leven in het zuiden tussen twaalf en drie uur stilligt, onze rust en middaglunch zijn heilig. Dat ze net nu in actie kwamen bewijst hoe laag dit uitschot is, als je zelfs geen respect hebt voor onze oudste tradities…’.

Claude snelde de trappen af en stond ongeduldig te trappelen naast de Citroën DS 7 SUV waarin hun wapens lagen. ‘Komaan’, riep hij, ‘als we meteen vertrekken, hebben we nog een kans’.

Vanop het terras boven klonk de autoritaire stem van Simone, de vrouw des huizes. ‘Daar komt niks van in’, sprak ze streng, ‘c’est l’heure du canon: apéro, déjeuner. Ik heb de tafel gedekt en niemand gaat me in mijn eigen huis beledigen door niet eerst te komen eten. Vooruit, maak dat je allemaal hier bent. Ik heb niet voor niets kazen, olijven, tapenades en sla uitgehaald. De rosé staat koel en ik heb een baguette gesneden. Vort!’.

Er restte onze vrienden geen keuze. Een boze vrouw uit Marseille is dodelijker dan twintig Chinese spionnen. Simone, Jules en Jacky sloegen een kruis, richtten hun blikken richting de Notre Dame de la Garde en vielen aan. Claude en Natasha gaven zich gewonnen en smulden mee van het lekkers dat hen werd aangeboden. Claude vond de sla bijna even lekker als deze die men gebruikte in een Big Macmenu, en dat wil wat zeggen.

De enige die het hoofd koel had gehouden was Natasha. ‘Ik ken Yichén Wang, die vuile Chinese spion’, sprak zij, ‘Hij is wreed en laat zich door niets tegenhouden. Maar hij beschikt niet over ons superieure westerse denken en maakt dus domme fouten. Hij had moeten weten dat de Société Générale sluit onder de middag en dat hij er niet zou binnen geraken. Ik denk dat we hun gebrek aan hersens moeten uitbuiten en een plannetje moeten bedenken om hen op één of andere manier in de val te lokken’.

‘Je hebt een punt’, reageerde Jacky, ‘we moeten eerst en vooral onze belangen veiligstellen. De zeepformule is voorlopig niet in gevaar, ze ligt in een Franse brandkast van het merk Renault en iedereen weet dat die niet te kraken zijn. De uitvindster van de formule loopt waarschijnlijk meer gevaar op dit moment. Ik ken het perfecte mannetje dat ons kan helpen bij het bedenken van een plan. Hij is de slimste oplichter die ik ken en is een meester in vermommingen en misleiding. Ik weet waar hij woont maar daar kom je niet in als hij het zelf niet wil. Ik zal hem straks, na de siëste, contacteren. Hij houdt wel van een spelletje kat en muis, zijn naam is… Arsène Putin’.

Claude floot tussen zijn tanden. Arsène Putin was zelfs in Brussel een begrip. Hoe vaak had deze man de internationale politie al niet op het verkeerde been gezet? Als we hem aan onze kant kregen, kon er iets moois ontstaan. ‘Goed’, zei Claude, ‘ik doe mee. Maar ik heb één voorwaarde, je moet me beloven dat er Chinees bloed zal vloeien en dat ik de trekker mag overhalen. Ik ben een man van de actie en ik heb me al veel te lang moeten inhouden’.

Zoals beloofd belde Jacky om drie uur een geheim nummer en kreeg een vervormde stem aan de lijn die hem na wat heen en weer gepraat instructies gaf. Onze vrienden namen afscheid van Jules en Simone en stapten in Jacky’s Citroën DS 7 SUV. Jacky stuurde de wagen naar de ondergrondse parking Charles de Gaulle, vlakbij de beroemde laan La Canebière. Vandaar stapten ze twee straten verder tot in de Rue des Récolettes waar ze halt hielden voor een oude ijzerwinkel.

‘Hier moeten we zijn’, zegde Jacky, ‘Maison Empereur is de oudste nog actieve ijzerwinkel van de stad. Er zijn nogal wat verborgen kamers hier, je zal het wel zien. De instructie was om naar de afdeling keukenmessen te gaan en aan de verkoper te vragen naar een koksmes van het merk Goyon-Chazeau’.

In de winkel vond je werkelijk àlle producten die de Provençaal reeds honderden jaren gebruikt: potten en pannen van La Creuze, rieten bezems, oud gereedschap, drogisterij, kleren, oud speelgoed, … Het gezelschap liep als het ware de negentiende eeuw binnen. Jacky ging hen voor naar een ruimte waar elke etalagekast gevuld was met snijmessen. Achter de toonbank stond een verkoper met een dikke buik en een zwarte snor. Jacky sprak hem aan en vroeg naar het afgesproken koksmes. ‘Zeker meneer’, antwoordde de verkoper beleefd, ‘bent u zeker dat u dit specifieke merk wil? We hebben ook zeer goeie messen van Opinel of Peugeot’. ‘Neen hoor’, antwoordde Jacky, ‘Goyon-Chazeau, niks anders’. ‘Die stellen we niet hier tentoon’, sprak de verkoper, ‘Volgt u me alstublieft’, en hij ging het gezelschap voor naar een zaaltje dat gevuld was met natuurlijke kleurstoffen, verven, vernissen, beits en verfbortsels in maten en soorten. Helemaal achteraan, ietwat verborgen achter een stapel kartonnen dozen, bevond zich een onopvallende deur die een gammele trap verborg. ‘Hier bevinden we ons in de “arrière boutique”’, sprak de verkoper zacht, ‘we moeten helemaal naar de zolder maar daarvoor moeten we eerst nog een paar verkoopzalen door op de eerste en tweede verdieping’. Via een alweer onopvallende deur kwamen ze uit bij een kamer die volgestouwd was met lederen schorten, linnen hemden, ondervesten in ribfluweel, laarzen en strooien hoeden. In de donkerste hoek stapte de man een bezemkast in en opende de achterwand van de kast die hen in een donkere trapgang bracht. Alweer stegen ze een verdieping hoger om uiteindelijk in een compleet ingericht zolderappartement uit te komen.

De man deed zijn stofjas uit, verwijderde zijn valse buik en ontdeed zich van zijn valse snor. Daar stond dan in levende lijve een breed glimlachende Arsène Putin voor hen. ‘Welkom in mijn nederige woonst’, knipoogde hij.

Op een antieke kolenkachel stond een waterketel die net op dat moment begon te fluiten. ‘Perfecte timing’, sprak Arsène, ‘Koffie?’, en hij schepte een handvol koffiebonen in een molen en begon met een vlotte handbeweging de bonen te malen. Een minuutje later goot hij water van exact achtennegentig graden op de koffiefilter en serveerde iedereen een heerlijk kopje versgezet zwart goud. ‘Vertel’, zegde hij, ‘waarmee kan ik jullie van dienst zijn?’.

Elk om beurt vertelden onze vrienden wat ze wisten over de zaak en wat het probleem was. Arsène luisterde aandachtig en noteerde af en toe een paar woorden met een griffel op een lei. ‘Prima’, sprak hij, ‘zoals ik het begrijp, is het zaak om het geniale meisje dat de zeepformule bedacht ergens te verbergen waar die laffe “Chintoeks” haar niet kunnen vinden. Laat dat maar aan mij over. Desnoods kan ze een paar dagen hier logeren. Voor zover ik weet zijn er slechts een paar mensen die deze plek kennen, ze is hier veilig. We moeten haar enkel van bij haar thuis buitensmokkelen zonder dat de vijand iets in de gaten heeft. Verder moeten we ervoor zorgen dat de formule blijft waar ze is, in de kluis van de Société Générale, en moeten we de Chinese spionnen in de val laten lopen zodat Claude en Natasha zich eens lekker kunnen afreageren met behulp van een paar staven dynamiet. Dit is wat we gaan doen: de hoofdredacteur van La Provence is een vriend van mij. Ik laat hem via zijn krant het gerucht verspreiden dat men van hogerhand heeft beslist om de zeepformule te verhuizen naar een filiaal van de Société Générale in Toulon. Dat is dichtbij genoeg om het geloofwaardig te maken en toch ver genoeg om een paar Chinezen een dagje bezig te houden. Ik vermoed dat Yichén Wang er een drietal van zijn mannen zal achteraan sturen. Het is voor ons van belang dat we verwarring zaaien in hun gelederen. Vergeet niet dat de tentakels van de Chinese Triade zich tot in Marseille uitspreiden. De leden bevinden zich meestendeels in de restaurants en afhaalchinezen, we moeten iets vinden om hen bezig te houden’.

Jacky stak zijn vinger op, ‘Een neef van mij werkt bij de gezondheidsinspectie. Indien we de Triade kunnen wijsmaken dat er de komende dagen massaal zal worden geïnspecteerd in de Chinese restaurants zullen ze hun handen vol hebben met het kuisen van hun stinkende keukens. Dat geeft ons dan weer een pak meer bewegingsvrijheid’. ‘Prima plan’, lachte Arsène, ‘nu moeten we bedenken hoe we Yichén Wang zelf in de val kunnen lokken. Denk je dat jij, Claude, en jij, Natasha, genoeg vuurkracht hebben om hem vanuit een rijdende wagen te grazen te nemen?’. Claude voelde zich haast beledigd. ‘Natuurlijk’, antwoordde hij ijzig, ‘Is de paus katholiek? Is een BigMac de beste hamburger ter wereld?. Natasha toverde vanuit het niets een pistool tevoorschijn en richtte het op het kruis van Arsène. ‘Wat denk je zelf, schat?’, vroeg ze minzaam.

‘Okee’, antwoordde Arsène lachend, ‘Dan stel ik voor dat we een visje uitgooien waarin Yichén Wang móet bijten. Als Jacky hem naar de Corniche des Crêtes kan lokken, kunnen jullie vanop de achterbank zijn wagen onder vuur nemen. Op die smalle bergweg is een ongeluk snel gebeurd… Tel daarbij dat Chinezen de slechtste chauffeurs ter wereld zijn, dan moet het jullie zeker lukken om hen af te maken’.

Claude voelde zich opgelaten. Bij het idee alleen al dat hij in actie kon komen kreeg hij honger. ‘Wat denken jullie?’, zei hij, ‘Doen we een MacDo? Ik trakteer’.


Wordt vervolgd




HL


BIO CLAUDE VANDENBOSSCHE
Geboren te: onbekend
Leeftijd: onbekend
Status: single
Studies: onbekend
Beroep: Geheim Agent
Adres: Justitiepaleis Brussel
Hobby’s: onbekend
Sterrenbeeld: onbekend
Speciale kenmerken: houdt zijn kousen aan in bed

HET LEVEN VAN DE GEHEIM AGENT
Onverwachte hulp
BRIEVEN
pintadin
parelhoen

Parelhoen en groentekramen

Vrieeend,

Ik liep begin deze week rond met een totaal verwaaide aura. Als de mistral het op een akkoordje gooit met de föhn en ze hun krachten bundelen, kan je beter binnenblijven. Op de socials verschenen foto’s en filmpjes van omgevallen bomen die op wagens waren terechtgekomen en van kusthaventjes met vervaarlijk deinende bootjes die dansten op de wilde golven. In Lorgues haalden we pieken van negentig kilometer per uur maar aan zee en verder naar het oosten, in Les Alpes Maritimes, ging het zelfs naar honderdveertig en meer.

“Le vent qui rend fou” heet het fenomeen hier en dat is niet zonder overdrijving. ’s Nachts werd ik om de zoveel tijd wakker van het gedreun buiten. De luiken van mijn onderburen klapperden open en dicht - ze zijn allen met vakantie en ik zit alleen in het gebouw - en ik kon maar moeilijk de slaap vasthouden. Op mijn boulevard waaide alles wat niet goed vastzat omver en knalde er al eens iets tegen een geparkeerde wagen. Doenk! Mroembelloem!

Even plots als het was begonnen, viel het geweld stil. Normaal houdt de wind drie dagen aan, of zes dagen, of negen dagen, maar nu was het al na twee dagen gedaan. Als zelfs de mistral het voortijdig opgeeft…

Er zijn geen zekerheden meer.

De wind ging liggen en tot mijn opluchting kon de dinsdagmarkt, niet langer gehinderd door meteorologische storingen, gewoon doorgaan. Ik had het me namelijk in het hoofd gehaald om een parelhoentje te braden en op de markt staat een dame uit Vidauban die kippen, haantjes en parelhoenderen van eigen kweek aanbiedt. Stoof daar een paar stronken witloof en bak er wat aardappeltjes bij en je hebt een feestmaal. Ik trok dus met mijn boodschappenlijstje naar de markt op zoek naar de ingrediënten.

Sinds Sandrine van mijn favoriete groentekraam er de brui aan gaf, loop ik wat verloren. Nu, ze zijn talrijk hoor, de kramers met groenten en fruit, het is dus niet meer dan een kwestie van een alternatief te vinden dat past bij mijn wereldbeeld.

De meeste venters zijn me teveel gladjanus. Ze proberen me te verleiden met opgeblonken tomaten die vers uit de carwash lijken te komen, met extra waxlaag en al. Ik heb liever iets waar ik de modder nog moet afschrapen, ik wil het land kunnen ruiken en de aangeboden waren mogen gerust wat blutsen en builen hebben.

Ik probeerde een stalletje uit in de Avenue de Toulon. De bedrijfsstructuur van deze kramer werd me al snel duidelijk. Vader zat aan de kassa bij de groenten, moeder zat aan de kassa van de fruitafdeling en zoon en dochter moesten de klanten lokken. Ik snuffelde er wat rond en vader stuurde meteen de dochter op me af. ‘Allez monsieur, kies maar uit’, riep hij me toe, ‘we zijn wat duurder dan de concurrentie maar kijk eens wat een mooie koopwaar’. Dochterlief keek me daarbij diep in de ogen en lachte me gemaakt vriendelijk toe. Bij zoveel gespeelde hartelijkheid ga ik al snel in vluchtmodus. Ik bedankte de familie, wenste hen een mooi leven met veel kinderen en kleinkinderen toe, vergat niet dat het kerstmis was en mompelde dus tussen mijn tanden nog iets in de trant van “Bonnes fêtes” waarna ik snel de Boulevard de la République beklom.

Helemaal bovenaan stond een al wat oudere man met donkerbruine ogen en grijze baard in zijn handen te blazen. Hij verkocht het soort fruit en groenten dat er wat mij betreft normaal uitziet en ik begon de oude gevlochten boodschappenmand van mijn moeder zaliger te vullen. Toen ik wilde afrekenen zegde de man dat ik de volgende keer gebruik kon maken van de plastic zakjes die hij om de paar meter aan zijn tafels had bevestigd. ‘Beste meneer’, antwoordde ik, ‘er is veel te veel plastic in de wereld. Ik ga dat dus niet doen. Sandrine gebruikte papieren zakjes, en dan enkel voor kwetsbare dingen zoals champignons en tomaten. Ik bracht haar de week erna die zakjes terug zodat ze ze opnieuw kon gebruiken. Idem voor de kartonnen eierdozen. U doet wat u wil, maar ik gooi alles het liefst gewoon los in mijn mand. Mijn mama deed dat en ik doe dat ook’.

Indien ik had gehoopt dat de man plots tot inzicht zou zijn gekomen en zijn plastic zakjes zou vervangen door iets wat minder belastend was voor de planeet was ik eraan voor de moeite. Hij nam integendeel mijn boodschappentas, keek er eens in en zette ze op zijn weegschaal. ‘Ik zal u een goede prijs maken’, zei hij. ‘Ik heb wel veel verschillende dingen genomen’, zegde ik, ‘prei, zes grote ronde tomaten, vier cœur de bœuf, twee soorten aubergines, een hand aardappeltjes, drie wortels, twee stronken witloof, rode paprika’s, ajuinen, broccoli, een zoete aardappel, aubergines, … Moet u dat niet apart wegen?’. ‘Ik zal u een goede prijs maken’, zei hij opnieuw, ‘Veertien euro voor de hele hap. Het is te koud, ik heb geen zin om alles apart te rekenen’.

Veertien euro. Voor die prijs maakte ik me een grote pot soep, had ik ovengroenten voor drie dagen, kon ik me een grote portie saus maken voor bij de pasta, had ik een tomaatje voor bij het middageten en had ik groenselgewijs wat ik nodig had voor mijn kerstavondmaal.

Ik denk dat ik volgende week opnieuw bij die man langsloop.

Wel jammer van al die plastic zakjes, hij mag dat niet doen.


HL

BRIEVEN UIT DE PROVENCE
Parelhoen en groentekramen

Amedé
Amedé

De Mening van Amedé

Naar mijn mening zijn vele goede voornemens en vrome wensen zo leeg als de ziel van Donald Trump. Maar als we de hoop opgeven, staan we ook nergens meer.

Dus ook van mij een gelukkig nieuwjaar gewenst.


Amedé

DE MENING VAN AMEDÉ
Gelukkig Nieuwjaar
VIND JE Au Parleur LEUK?
Je kan ons steunen om de website on line te houden. Trakteer ons gewoon op een koffietje via onderstaande knop. We zullen je dankbaar zijn.
Paula trappen
Wannes

De accordeon van Paula

Paula Stulemeijer verblijdt ons met een heerlijk stukje muziek vanuit de Zoete Moederstraat.

De lichtjes van de kerstboom

Paula

PAULA, ONZE ONBETAALBARE ALLERLIEFSTE ZOETE MOEDER
De lichtjes van de kerstboom
Editie 65 | Au Parleur
Poëzie op maat

© Au Parleur - JEROEN VERMEIREN/HANS LENGELER 2023/update 2024

SINT-DENIJSLAAN 31A - 9000 GENT

11, BOULEVARD CLEMENCEAU - 83510 LORGUES - FRANCE

BEELDEN: EIGEN WERK, UNSPLASH & FREEPIX