Au Parleur Kerstmis

- Het Selectief Productief Collectief -

- Zesenzestigste editie - 4 januari 2025 - 2e Jaargang -

EDITORIAAL
Kouwe voetentijd

'Hey Bro, heb jij ook altijd die kleine dip na de feesten?’.
‘Iedereen heeft dat Bro, we zitten namelijk in de kale maanden’.
‘Kouwe voetentijd noem ik dat’.
‘Kouwe vanallestijd, Bro’.
‘De beer in mij zegt me dat ik een paar maanden moet gaan slapen’.
‘Maar de pinguïn in ons wil dan weer gaan spelen’.
‘We zullen maar doorbijten zeker?’.
‘Het is tijdelijk, Bro, straks worden de dagen langer’.
‘Allee vooruit dan maar weer zeker?’.


Hans Lengeler, Lorgues, Provence
Jeroen Vermeiren, Gent, België

boom

MANNEN EN VROUWEN
Swaane
santee

Hoop

Geen vuurwerkknallen maar jagers begroeten me in dit nieuwe jaar. De hond zou het liefst zo snel mogelijk naar huis rennen maar door zelf een ontspannen houding aan te nemen probeer ik hem gerust te stellen en de ochtendwandeling nog iets te rekken.

Zelf ben ik ook niet dol op die geweerschoten en sinds een jager op televisie met de kromme redenering kwam aanzetten ‘dat hij het wel heel stom vond dat er geen alcohol meer genuttigd mag worden voor of tijdens het jagen want dronken op de fiets is toch ook gevaarlijk?!’ ben ik er helemaal niet meer gerust in. Ik denk aan de laatste yogaklas van 2024 in het bos met een dubbele legging en beenverwarmers aan. De kogels vlogen nog net niet langs onze oren maar mijn klasgenoten bleven onberoerd in hun meditatieve houding terwijl ik bij elke knal schichtig om me heen keek. Mijn overprikkelde nervus vagus stond bij thuiskomst gevaarlijk in het rood. Er is dus nog ruimte voor verbetering.


Nu zijn het vooral mijn knieën die opspelen. Ik heb twee avonden al dansend doorgebracht in ons huis ‘op den berg’ en daar betaal ik nu een kleine prijs voor. Want klagen ga je mij niet horen doen. Het was een prachtige zonsondergang die 2024 afsloot en een stralende zonsopgang die 2025 inluidde en dat in heerlijk gezelschap, wat wilt een mens nog meer?
De jongens waren in het zuiden gebleven en hadden daar met vrienden een feestje gebouwd. We troffen de woonst opgeruimd en netjes aan alleen zette ik meteen de wc en het tegelwerk in de javel want in de wc-pot mikken na wat bier en wodka is voor iedereen een zware opdracht.

Tijdens deze ochtendwandeling neem ik me voor om geen goede voornemens te hebben voor 2025. Dat bespaart me heel wat zelfkritiek in februari.

Ik denk aan de tekst die een vriendin me doorstuurde na mijn vorige column, ‘om de hoop niet te verliezen Swaane.’ Een beschouwing van Paul Verhaeghe over een essay van Philipp Blom:

Hoop vooronderstelt “een lange historische adem”, met veel mensen die nooit de verwerkelijking van hun hoop zullen meemaken. Hoop is “als een wortelvlechtwerk dat door de geschiedenis heen groeit, een onderaards mycelium, waarvan we alleen maar de vruchten zien die boven de aarde als paddenstoelen opeens uit de grond lijken te schieten”.

Dus ik wens iedereen hoop, bergen hoop. En veel fijne momenten met geliefden. Minder knallen en meer rust. En ik draag zelf ook mijn steentje bij: in april van dit jaar organiseer ik mijn eerste vrouwenretreat met mijn goede vriendin Evi. Daarin gaan we onze nervus vagus tot rust brengen, vergroten we het (zelf)bewustzijn, creëren we een ‘sisterhood’ en dompelen we ons onder in de prachtige natuur hier in het zuiden. Komt allemaal af, zou ik zo zeggen! Wie weet wat voor hoop er daar gezaaid gaat worden waar men ver in de toekomst nog van zal genieten…


SL

DE WERELD VAN SWAANE
Hoop
Jeroen
Jeroen V

Ge en gij

Ge zegt al jaren ‘je’ tegen ‘ge’ en ‘jij’ tegen ‘gij’. Zo hoort het, dacht ge, als ge het wilt maken in de wereld. Ge moet proper zijn op uzelf en op uw persoonlijke voornaamwoorden, dacht ge. Ge moogt niet oubollig zijn, toch niet als ge het wilt maken in de wereld. Dacht ge.

Ge geraakt hoe langer hoe meer vervreemd van die ‘je’ en ‘jij’. Als ge in de spiegel kijkt, ziet ge geen ‘jij’ maar een ‘gij’. Niets meer, niets minder. Het is de schrijver Jeroen Olyslaegers die deze gij-bal aan het rollen bracht in uw hoofd. Ge moest eerst wennen aan de gij-vorm waarmee hij zichzelf aanspreekt. Het leek zo ontheemd. Tot ge besefte dat het de ‘je’ is die weeskinderen creëert, en de ‘jij’. Niet de ‘gij’.

Ge herinnert u een brief van uw vader, niet handgeschreven maar getypt, na uw eerste jaar universiteit. Ge scoorde geen al te beste beurt. ‘Ge moet toch beseffen dat een universiteitsstudent de gemeenschap handenvol geld kost’, had de bancaire typmachine van uw vader gebetonneerd in papier. Een half A4’tje vol vlekkeloos Nederlands, maar geen ‘je’ of ‘jij’, wel het dwingender ‘ge’. Ge voelde u van alles en nog wat op dat moment. Schuldig. Een nietsnut. Een loser. Maar geen wees. Ook al moest ge bijna 51 worden om dat te beseffen.

De tijd is nu, wordt gezegd.

Dat is een leugen. De tijd is overal en nergens. De tijd is een verzinsel. Door de mens geschapen om wat schamele grip te krijgen op de vaart der dingen. Grip is een illusie.

Ondertussen zijt gij het ge-jij hartsgrondig moe. Als gij in de spiegel kijkt, doet ge dat streng en tegelijk liefdevol en vergevingsgezind. Omdat gij gij zijt. Voor het bekakte ‘jij’ zoudt ge aanzienlijk minder mild zijn. ‘Scheer u weg’, zoudt gij uw reflectie aanmanen. ‘Maak u uit de voeten, ongelukkige en vermaledijde, of ik jaag een lading hagel door uw bekakte achterste!’, zoudt gij welgemeend brullen, terwijl gij uw luchtbuks laadt.

En gij zoudt in lachen uitbarsten, terwijl die labbekak van een ‘jij’ de duisternis in stormt.


JV

DE GEDACHTEN VAN JEROEN
Ge en gij
wenen
concert

Tijdzones

Vrieeend,

Frankrijk is het land met de meeste tijdzones ter wereld. Twaalf. En gedurende de zomertijd, dertien. Dat komt natuurlijk door de vele overzeese gebieden die nog steeds bij het land horen. Ik vermoed dat het gegeven van de vele tijdzones heeft meegespeeld in het feit dat er in Lorgues reeds vanaf het zakken van de zon vuurwerk werd afgestoken. Zo om het uur waren er een paar kleine knalletjes te horen. ‘Ha’, dacht ik, ‘het zal nieuwjaar zijn in Nieuw-Caledonië. Of in Réunion. Of in Mayotte. Voor Martinique zullen we nog even moeten wachten want dat ligt dan weer een eind naar het westen en daar gebeurt alles wat later’.

Maar zoals gezegd, het ging telkens maar om een paar kleine knalletjes. Toen het dan uiteindelijk middernacht werd, waren reeds bijna alle vuurpijlen opgebruikt en bleven we gespaard van groot geknal. Ik denk niet dat de huisdieren er veel ongemak van hebben ondervonden. Zo hoort het.

Zoals verwacht werd het dus ook in mijn tijdzone 1 januari 2025 en kon Frankrijk met een gerust hart gaan slapen. Ik werd ’s ochtends wakker op een normaal uur en begon de dag zoals ik elke dag begin, met een driedubbele espresso en het invullen van het kruiswoordraadsel van de online krant. Daarna beantwoordde ik de berichten van de mensen die me veel geluk en een goede gezondheid toewensten en prutste ik een paar uur weg met prutsen.

En dan was het tijd om de televisie af te stemmen op het nieuwjaarsconcert van de Wiener Philharmoniker vanuit het Musikverein te Wenen. Dat hoort bij de eerste januari zoals “Home Alone” bij kerstmis hoort.

Toen ik klein was, verzamelde op de eerste dag van het nieuwe jaar de hele familie bij oma en opa om daar mekaar in de armen te vallen, nieuwjaarsbrieven voor te lezen en de kater van de vorige dag weg te drinken. Ook toen klonken op de achtergond de walsen en polka’s van de Straussfamilie uit de gammele luidspreker van de zwart-wit televisie. Oma en opa schonken voor de gelegenheid aangepaste wijnen: Gewürztraminer, een Moezelke of een Liebfraumilchske, gevolgd door enkele jeneverglaasjes advocaat. Gesuikerde muziek vraagt nu eenmaal om gesuikerde drank. En laat meteen ook de zelfgemaakte biscuittaart maar aanrukken en straks maken we pannenkoeken die we gul bestrooien met candij-, bloem- dan wel bruine suiker.

Met het ouder worden, gebeurde het dat we de nacht doordeden en rechtstreeks van het oudejaarsfeest, stinkend naar sigaretten en drank, naar oma en opa reden. Want we wilden dat niet missen. Op de televisie - inmiddels in kleur - volgden we onveranderlijk het nieuwjaarsconcert vanuit Wenen bij het genoegen van een glaasje zoete witte wijn, advocaat en taart.

Toen oma en opa waren overleden en mijn jongste tante het huis overnam, bleef er een uitgedunde bende op de eerste januari naar dat oude nest komen. De zoete witte wijn werd vervangen door rood of door bubbels, de taart kwam van bij de bakker en we bleven plakken tot laat in de avond omdat we het gevoel van het samenzijn op die dag zo lang mogelijk wilden vasthouden en omdat we de traditie aan onze eigen kinderen wilden doorgeven.

Vandaag zette ik het nieuwjaarsconcert vanuit Wenen al na tien minuten uit. Ik kreeg tandpijn van het teveel aan siroop en zoete romantiek. Vroeger keken we na het concert ook nog naar het schansspringen vanuit Garmisch-Partenkirchen maar dat wordt uitgezonden op een zender waar ik hier geen toegang toe heb. Op VRT is het nu veldrijden. Elke dag. Veldrijden. Veldrijden en varianten van programma’s waarin telkens weer hetzelfde dozijn BV’s te zien is.

Ik had zin om me onder te dompelen in nostalgie, loom in de zetel liggen denken aan de familiebijeenkomsten en dan in de namiddag kijken naar “The Sound of Music” of “La Grande Vadrouille”. Maar ik liep vast op herhalingen van Blokken en Dagelijkse Kost. En veldrijden.

Alles gaat voorbij.

Dat is nodig om plaats te maken voor nieuw.

Maar soms wilde je dat het nog even mocht blijven duren.


HL

BRIEVEN UIT DE PROVENCE
Tijdzones

slaap
wakker

Wakker

ADM

HET UNIVERSUM VAN AGNES
Wakker
Eva
Eva

Nuljaar

“Wat denken jullie ervan? Maken we een eindejaarseditie van Au Parleur waarbij we elk onze lezers verblijden met een nieuwjaarsbrief?”

Het woord alleen al riep meteen heerlijke herinneringen op. Als kind smeet ik me 100% op deze plechtige taak: vanaf het zorgvuldig overschrijven van de tekst in schoonschrift en in viervoud (ouders, meter, peter en kinderloze groottante) tot en met le moment suprême: het voordragen van de brief met alle ogen op mij gericht, gevolgd door verlossend applaus en het witte envelopje.

Ik besefte toen al dat woorden een publiek konden doen verstillen, dromen, verlangen. Soms kraakte mijn stem nog wat onder het gewicht van het moment, zoals de eerste voorzichtige stap op een bevroren meer (in de winters van de jaren ’80 en ’90 gebeurde dat nog). Maar van zodra ik mijn balans vond in het ritme, gleed ik moeiteloos doorheen het rijmschema en zette ik met pirouettes van wensen de puntjes op de i.

Ik weet niet of jullie dit zullen beamen, maar voor mij was het een van de belangrijkste mijlpalen in mijn kindertijd. Het is dan ook een van de weinige gelegenheden waarop kinderen volwassenen het zwijgen opleggen en dat met een simpele rijm.

(Werkte dat ook maar op anderen momenten in andere omstandigheden:

Liefste wereldleider,

Aan de start van het nieuwe jaar

Sta ik met mijn wensen klaar.

Familie heb ik niet meer - je weet wel waarom,

Daarom richt ik me tot jou, zo is het vizier eens andersom.

Ik wens je een jaar vol vreugde en geluk,

Misschien schiet je dan mijn land en dromen niet meer stuk.

Oekraïne, Soedan, Palestina, … -
1 januari 2025)

Verder zat het belang van het moment niet enkel in dat stilzwijgen van volwassenen. Ik dacht ook echt dat, als ik met mijn toverstafje zwaaide of kusjes in het rond blies, ik op een magische manier mijn ouders, meter, peter zou kunnen behoeden voor onheil. En daarin schuilt ook de schoonheid van deze traditie: met een nieuwjaarsbrief zet de volgende generatie de oudere generatie een bril op van optimisme, hoop en naïviteit. Ook al weet je als volwassene dat het allemaal zo simpel niet is, het is fijn om samen even te geloven in de toverkracht van het nieuwe begin.

Is het daarom dat het mij de dagen na de oproep in de Whatsappgroep van Au Parleur niet lukte om iets op papier te krijgen? Slaagde ik er niet meer in om mij te verplaatsen in de schoenen van een kleine kapoen die gelooft dat elk jaar beter is dan het vorige? Of is het omdat 1 januari 2025 niet zo heerlijk zingend bekt als 1 januari 1995 (zeg het luidop en je begrijpt wat ik bedoel) en een ander ijkpunt vormt in de tijd? In de jaren ’80 en ’90 telden we met elke nieuwjaarsbrief immers collectief af naar de jaren 2000, een nieuwe eeuw, een nieuw millennium, een nieuwe munteenheid. Dat gaf ons vooruitgangsdenken vanzelf al een enorme boost. Nu lijken we vooral in het ijle jaar na jaar aan elkaar te rijgen, geen kantelpunt, geen afgetekende horizon. En dat levert onrust op. Al merk je wel een bepaalde onderstroom in de samenleving die ons voortstuwt naar een tipping point, of misschien zelfs een point of no return. Tot enkele weken geleden was het vooral een knagend buikgevoel, nu haalt het discours van crisis ook al het nieuws.

Ik stel me voor hoe het tijdperk dat we beleven ooit hoofdstukken zullen zijn in het vak geschiedenis. (Elisabeth Lucie Baeten goot die denkoefening al in een fijne reel die viraal ging (#kleindochtervanJulie)) Leerlingen zullen denken: “Ach ja, logisch dat voorval A, B, C leidde tot crisis D en E.” Geschiedschrijving ordent gebeurtenissen op een tijdlijn en biedt verklaringen en inzicht. Die leerlingen zullen op eenzelfde manier naar deze periode kijken, als wij bijvoorbeeld naar WO I. Vanop afstand lijkt alles logisch en vraag je je af waarom er dan niets gedaan werd om D en E te voorkomen. Het geeft je ook een vals gevoel van zekerheid: je denkt dat we het ergste deel achter de rug hebben en dat we in de beste tijd leven. Want de rest is geschiedenis. Of toch: dat was het gevoel als je op de schoolbanken zat in de jaren ’80, ’90 en begin 2000. Nog een reden dat we moeiteloos hoopvolle nieuwjaarsbrieven neerpenden, en later uit volle borst meezongen met Prince (Party like it’s ‘99) of Counting Crows (A Long December).

Maar goed, speciaal voor jullie, lieve lezers, knutselde ik toch iets in elkaar, ruim na de deadline die Au Parleur opgaf weliswaar.

Elk jaar maken we van aftellen een gigantisch feest,

om daarna massaal weer te gaan optellen, om ter meest.

Loopkilometers met Strava, views en volgers, items in winkelmandjes, omzetcijfers, matches, clicks en kicks.

Liefst van al in harde data gegoten en publiekelijk gedeeld, anders was alles voor niks.

Meten is weten, data zijn het nieuwe goud,

maar wat als we eens wat minder wisten, wat meer (ver)gisten, zomaar wat deden, ook al was het fout?

Straffer nog: wat als we voor een massale reset zouden gaan?

Samen luidkeels aftellen tot alle tellers weer op 0 staan.

Het nieuws start in Australië, “Daar waren ze eerst!”, zegt een uitzinnige journalist,

Maar ook in de rest van de Westerse wereld worden meters gewist.

De beelden zijn ontroerend, mensen verzamelen zich dicht bij elkaar:

En zingen in koor:” Vijf, vier, drie, twee, één… Gelukkig nuljaar!”

Vanaf dan raken mensen overal heerlijk de tel kwijt – we doen het zelfs om ter meest,

Plots blijken we een krak in het ontcijferen wat altijd al van tel is geweest.

En doordat wij zijn gestopt met meten en altijd maar meer,

Stijgen de tellers in andere landen die al eeuwen op 0 stonden, eindelijk ook weer.

“Breaking news” koppen de nieuwsmedia een voor een:

“Er is op deze aarde dan toch meer dan genoeg voor iedereen.”

Gent, 1 januari 2025




EVB

DE ADEM VAN EVA
Nuljaar

MUZIEK
Paula trappen
Wannes

De accordeon van Paula

Paula Stulemeijer verblijdt ons met een heerlijk stukje muziek vanuit de Zoete Moederstraat.

En toen kwam de zon er even door

Paula

PAULA, ONZE ONBETAALBARE ALLERLIEFSTE ZOETE MOEDER
En toen kwam de zon er even door
WELVOEGLIJKHEID
Hoofs33
Hoofs

Wellevend handvest voor verrassingenhaters

Wat voor de één een feest is, is voor de ander je reinste gruwel. Ik heb het over het typisch menselijk gebruik dat wij kennen als ‘iemand een verrassing bezorgen’. U zal het de rest van het dierenrijk niet gauw zien doen, tenzij de luipaarden, slangen en andere jagers. Zij willen hun lunch wel al eens vergasten op een even onverwachte als fatale aanval. Maar ’t is niet dat een kangoeroe zijn geliefde overvalt met een ruiker, of dat een stokstaartjesfamilie zich verstopt wanneer vader stokstaart jarig is, om hem te verrassen met een gillend ‘Surprise!’ en een meerstemmige versie van ‘Lang zal hij leven’. Neen, dat soort gein is typisch menselijk. Wat we daarbij al eens uit het oog verliezen, waarde lezer, dat is dat niet al onze mensenbroeders en -zusters gediend zijn van dolle verrassingsfratsen. Er zijn er onder u die nu vast fors instemmend knikken en zeggen: ‘Eindelijk iemand die eens zegt waar het op staat.’

Ikzelf moet het niet eens ver van huis zoeken: mijn bloedeigen broer Jean-Jacques heeft een gezwinde, hardnekkige hekel aan elke vorm van goedbedoelde attenties die uit het niets opdoemen en hem vol in zijn wezen raken, letterlijk of figuurlijk, of allebei.
"Verrassingen zijn als ongewenste windvlagen: ze ruïneren het kapsel én de planning’, placht onze Jean-Jacques altijd te zeggen. Mijn broer laat subtiel maar beslist weten dat verrassingen even welkom zijn als een losgeslagen barokorkest. Een keurig geplastificeerd bordje naast de voordeur met de tekst 'Gelieve uw verrassing 14 dagen op voorhand schriftelijk aan te kondigen' is daar de meest opvallende getuige van. Erg lastig voor pakjesbezorgers én de postbode, wanneer die laatste gebeurlijk eens een aangetekend schrijven moet afleveren. Onze Jean-Jacques heeft voor de verrassinghaters onder u nog enkele bijkomende wenken, die hen kunnen helpen hun weerzin op wellevende wijze diets te maken aan hun naasten en kennissen.

Het anticiperende cadeau-etiket
Bij verjaardagen is het de kunst om de verrassing vóór te zijn. Mijn broer heeft daarom een standaardbrief opgesteld die hij ruim op tijd naar vrienden en familie stuurt: 'Beste genodigden, in het kader van mijn persoonlijke sereniteit verzoek ik u beleefd om uw cadeaus in neutraal inpakpapier te voorzien, begeleid van een duidelijk leesbare inhoudsopgave. Cadeaus met opwindend potentieel worden geweigerd aan de deur. Gelieve mij zeker niet te vereren met onverwacht bezoek. Ik heb zelf geen enkele verdienste aan mijn verjaardag. Het is mijn arme moedertje die mij met hard labeur ter wereld bracht. Elke hulde komt haar toe. Helaas houdt ook zij niet van verrassingen. Bovedien heeft zij het tijdelijke al enige tijd voor het eeuwige verruild.’

De anti-surprise party-strategie
Onze Jean-Jacques kent de gevaren van de geniepige surprise party. Hij nodigt daarom stelselmatig zichzelf uit voor zijn eigen feest, met een gedetailleerd draaiboek dat de verrassing volledig ontmantelt:

  • 19:30: De jarige arriveert. Applaus is toegestaan, maar enkel gematigd.
  • 19:35: De jarige doet alsof hij verrast is. Maximum drie 'oohs' en één 'amai' toegestaan.
  • 19:45: Cadeaus worden overhandigd. Verplicht te zeggen: ‘Dat had ik niet verwacht.’"
In het beste geval en slechts hoogst uitzonderlijk nodigt hij ook andere gasten uit. Meestal betreft het slechts mezelf en een verre nicht, met wie onze Jean-Jacques het evenwel aardig kan vinden.

De hoffelijke deurwachter
Bij onverwacht bezoek schuwt mijn broer de confrontatie niet. Met een hoofdknik opent hij de deur slechts op een kier en zegt: ‘Mijn innerlijke rust is op dit moment niet thuis. Mag ik u verzoeken een afspraak te maken via mijn online verrassingsloket?’
Mocht dit als onbeschoft overkomen, dan biedt hij prompt een flyer aan met daarin een helder overzicht van de momenten waarop hij beschikbaar is om anderen gezelschap te bieden. Het betreft hier een erg korte flyer, overigens.

Het ceremoniële ‘nee’
Wanneer een verrassing toch ontsnapt aan zijn waakzaam oog, blijft mijn broer hoffelijk maar onwrikbaar. Hij voert een elegante buiging uit en zegt met een lichte trilling in zijn stem: ‘Dank voor deze ongevraagde attentie, die ik spijtig genoeg niet kan accepteren zonder een hartverzakking te riskeren. Mijn meest gemeende appreciatie voor uw poging tot spontane vreugde.’
Vervolgens overhandigt hij een waardebon voor een cursus 'Doordacht en gepland plezier geven’, samen met een exemplaar van het standaardwerk ter zake, met name ‘Bezint eer ge verrast: een pleidooi tégen al te voortvarende frivoliteit jegens anderen’. Dozen vol heeft onze Jean-Jacques van dat boek staan. Het toont aan hoe diep het zit bij hem.

Bon, tot zover mijn bescheiden bijdrage aan de zielenrust van verrassinghaters, voor wie ik – laat zoveel duidelijk zijn – bijzonder veel begrip koester. Ik houd mij graag aanbevolen om rond dit thema, dat toch wel in de taboesfeer ligt, een reeks workshops te organiseren. Gelieve anderen níet te verrassen met een deelname. Ik aanvaard om – intussen – evidente redenen enkel inschrijvingen van mensen die zichzelf willen aanmelden.

Wees gegroet en heil zei met u, waarde fijnbesnaarde!
Uw Jean-Pierre Hoofs


OVER JEAN-PIERRE HOOFS
Hij mag dan geen sant in eigen land zijn, Jean-Pierre Hoofs is een man met naam en faam, niet in het minst in het Verenigd Koninkrijk. Hoofs stond decennialang aan het hoofd van de Londense School for Butlers & Hospitality, een instituut met wortels die teruggaan tot de 19de eeuw. Na een rijkgevuld leven aan de overzijde van het Kanaal resideert de man sinds twee jaar weer in het lieflijke Brugge, zijn beminde geboortestad. Daar vult hij zijn dagen als gepensioneerde zinvol in, onder meer als vlot Engelssprekende gids in het Memlingmuseum. Daarnaast verblijdt én verlicht hij de lezers van Au Parleur met zijn wijze raad voor meer courtoisie en goede manieren.



JV

JEAN-PIERRE HOOFS
Wellevend handvest voor verrassingenhaters
VERVOLGVERHAAL
hamburger
Macdo

De samenzwering

Het gezelschap, Claude, Natasha, Jacky en Arsène Putin zaten aan een tafeltje in de hoek van de gezellige McDonald’s op de Quai des Belges vanwaar ze uitzicht hadden op de Vieux Port van Marseille. Ze hieven hun 50 centiliter bekers Cola en klonken op het welzijn van hun onderneming. Natasha opende het kartonnen doosje van haar McKroket en vond op de binnenkant van het deksel een in der haast gekribbelde boodschap: “War-room achter de toiletten! Zo snel mogelijk!”.

Iedereen weet dat elk filiaal van McDonald’s, waar ook ter wereld, naast fijne horecazaken ook safe houses van de geheime dienst zijn. Het personeel wordt dan ook zorgvuldig geselecteerd en bouwt extra pensioenrechten op via de respectieve ministeries van landsverdediging zoals werd overeengekomen tijdens de McCarthy akkoorden van 1952. Werken in een McDonalds is dan ook een voorrecht.

Natasha excuseerde zich bij haar vrienden en besteeg de trap naar de eerste verdieping. Aangezien elk filiaal van McDonald’s wordt gebouwd volgens de hoge standaarden die de architecten van de CIA ooit bedachten, wist Natasha perfect waar zich de geheime deur bevond die haar naar de War-room zou leiden. Ze trad binnen in een half verduisterde ruimte waar op een groot scherm het gezicht van Martine Lambroux te zien was. ‘Hey Natasha’, sprak Martine via de beveiligde conference call, ‘ik hoop dat je wat meer zon hebt dan wij hier in Brussel’. ‘Ja hoor’, antwoordde Natasha opgewekt, ‘enkel de nachten zijn fris, maar voor de rest is het best aangenaam. Quelle nouvelle?’.

‘Kan je me een flesje lavendelolie meebrengen als je terug in Brussel bent? Ik heb zo’n rare uitslag op mijn arm en lavendelolie is het enige dat helpt. Oh ja, en ook een paar spuitbussen Elnett haarlak, die zijn goedkoper in Frankrijk’. ‘Komt in orde, schat’, antwoordde Natasha, ‘Verder nog nieuws?’. ‘Ja’, sprak Martine ernstig, ‘Ik kreeg zonet een telefoontje van Elon Musk, hij wil dat we de Chinezen met rust laten want dat zou zijn zakelijke belangen kunnen schaden. Zijn grootste autofabrieken bevinden zich in China en de verzorgingsproducten van zijn mama worden ook in dat land vervaardigd en er volop verkocht. Hij wil volgend jaar minstens zeshonderd miljard dollar rijker worden. Hij is namelijk aan het sparen om Taiwan op te kopen zodat hij van daaruit de markt in Europa, China, Rusland, Indië én de VS kan manipuleren. Hij wordt er ook niet jonger op en wil voor zijn zestigste binnen zijn. We moeten daar begrip voor hebben, iedereen wil kunnen genieten van een rustige oude dag. Hij heeft tenslotte geen gemakkelijk leven gehad. Als slachtoffer van een oneerlijk politiek systeem, waar je belasting moet betalen om een bende profiteurs die niet willen werken te onderhouden, heeft hij zijn vaderland, Zuid-Afrika, moeten verlaten om als migrant in de VS voor zichzelf een leven op te bouwen… Je moet het maar doen’.

Natasha knikte. ‘Ik volg je’, zei ze, ‘we zullen delicaat moeten zijn. Maar je kent mijn viriel mannetje Claude, hij heeft zich nooit beziggehouden met het grote plaatje. Zeg hem wie de vijand is, geef hem wapens en hij vernietigt desnoods een heel land. Maar net dat maakt hem zo uniek en onweerstaanbaar. Hij is niet voor niets de beste geheim agent ter wereld’. ‘Klopt’, antwoordde Martine, ‘maar jij zit in het spel omdat je hersens hebt en omdat je weet op welke knoppen je moet duwen om Claude in de goede richting te sturen. Wees dus voorzichtig als je achter Yichén Wang aangaat. Van mij krijg je de vrije hand, laat het alleen wél op een ongeluk lijken en zorg ervoor dat de eventuele sporen van zijn uitschakeling niet naar Brussel of Parijs leiden. Wang houdt zich verborgen in het Chinese consulaat op de Boulevard Carmagnole. Hou het veilig. Over and out’.

Natasha vervoegde haar gezelschap en at haar inmiddels koud geworden frietjes op. Ze smaakten nog steeds even lekker dan tien minuten geleden. Hoe wonderlijk toch. De mannen waren inmiddels volop aan het brainstormen over de te volgen procedure. Jacky stelde voor om nog vanavond de jonge uitvindster van de zeepformule onder te brengen bij Arsène Putin. Aangezien morgen reeds het verzonnen verhaaltje dat de formule naar Toulon zou worden overgebracht in de krant zou verschijnen, kon men beter niet te lang wachten. De Chinese spionnen zouden dan hun aandacht wel eens kunnen concentreren op het geniale meisje. Haast was geboden.

‘We kunnen de Chinezen op een dwaalspoor brengen door een opblaaspop te gaan halen bij het tabaks/souvenirwinkeltje van mijn schoonbroer, hier even verderop’, stelde Jacky voor, ‘Hij verkoopt die dingen onder de toonbank aan eenzame zeelui die zich niks beters kunnen veroorloven. Hij zal ons zeker en vast een mooie prijs willen maken. Die pop kunnen we vermommen met de spullen die Arsène in zijn verkleedkoffer heeft, we zetten haar een pruik op, smeren er wat schmink op, doen haar Provençaalse meisjeskleren aan en plaatsen haar opvallend op de achterbank van één van mijn wagens. Terwijl ik dan de Chinese spionnen weglok, kan Arsène het echte kind in een tapijt gewikkeld meesmokkelen naar zijn geheime appartement’.

‘Zal dat niet verdacht lijken?’, vroeg Natasha, ‘een tapijt waar een lichaam ingerold zit…, als je zo over de straat loopt, val je toch meteen op?’. ‘Niet in Marseille’, lachte Arsène, ‘in de banlieue loopt het vol mannen met gevulde tapijten over hun schouder. Niemand die weet erin zit, niemand die er nog van opkijkt. Vertrouw maar op mij, ik weet hoe je zoiets aanpakt’.

‘Allemaal goed en wel’, sprak Claude, ‘maar tot nu toe heb ik nog niet veel gelegenheid gehad om wat initiatief te tonen. Het is hier allemaal Jacky van hier en Arsène van daar… Wanneer is het mijn beurt?’.

‘Geduld, darling’, suste Natasha, ‘Als jij meerijdt met Jacky en ik volg jullie met een tweede wagen, dan lokken we die vuile spionnen ergens in de val en dan mag jij ze afmaken. Ik vrees alleen dat we vannacht Yichén Wang nog niet te zien zullen krijgen, daar is hij te uitgekookt voor. Hij zal zijn mannetjes het vuile werk laten opknappen terwijl hij zichzelf ergens schuil houdt. Reken maar dat hij als een spin in haar web aan de knoppen zit en het spel controleert. Maar dat is een zorg voor later. Als onze missie van vannacht slaagt, zal hij flink geïrriteerd raken en hopelijk maakt hij dan fouten. Kom darling, drink je Cola uit, dan beginnen we er aan’.

Claude besefte weer waarom hij zo gek was op Natasha en gaf haar een hete kus in haar hals.

‘Prima’, sprak Jacky, ‘ik haal die opblaaspop en zie jullie over een kwartiertje bij Arsène. C’est parti!’.

_____

Drie kwartier later kwam ook Jacky aan op het appartement van Arsène Putin. ‘Ik heb snel nog een koffietje gedronken met mijn schoonbroer, vandaar dat ik iets later ben, maar ik heb een pop. We kunnen beginnen’, verklaarde hij zijn vertraging.

Natasha was de enige die het volledige dossier dat ze hadden ontvangen van de Belgische consul op haar smartphone had gedownload. De geniale uitvindster van de revolutionaire zeepformule kreeg eindelijk een naam. En een adres. En een telefoonnummer. En een foto. Gek genoeg leek ze een beetje op de plastieken opblaaspop die Jacky aan het oppompen was. Het zou dus niet al teveel problemen geven om de Chinese spionnen op een dwaalspoor te brengen.

‘Luister even’, sprak Natasha het gezelschap toe, ‘vooraleer we in actie schieten, heb ik wat belangrijke intel. Onze asset heet Marie Munier, twaalf jaar, woont met haar vijf broertjes en zusjes sinds haar uitvinding op een appartement dat haar werd geschonken door La Savonnerie Marseillaise. Adres: 47 La Canebière’. ‘Ja, ken ik’, antwoordde Jacky, ‘Dat is naast de C&A. Een nicht van mij werkt daar’. Arsène deed ook zijn duit in het zakje. ’Dat is vlakbij. Niet meer dan een paar straten van waar we ons nu bevinden. Dat vereenvoudigt de zaken wat mijn aandeel betreft’.

‘Heel goed’, vervolgde Natasha, ‘Verder wonen haar ouders daar, samen met twee tantes en een oom plus de grootouders. De moeder van Marie is op haar zestiende in de zeepfabriek gaan werken en werd al na een maand zwanger. De papa werkt in de haven. Ik zal de ouders waarschuwen dat we Marie komen oppikken en dat ze haar een tandenborstel en wat proper ondergoed moeten meegeven’.

‘Laat mij bellen met de ouders’, stelde Jacky voor, ‘ik spreek hun taal. Ik ken dat soort mensen, eenvoudig maar met een gouden hart. Ze vertrouwen niemand die niet met ons lokaal accent spreekt’. En Jacky nam de telefoon.

Een paar minuten later wist hij te melden dat het goed was, dat Marie zou klaarstaan en dat we voor de vader een fles Ricard moesten meebrengen en voor de moeder een fles limoncello. Arsène zuchtte. ‘Gelukkig heb ik dat steeds in voorraad’, sprak hij. ‘Okee beste vrienden, het is al laat inmiddels, zullen we maar in actie schieten? Wat vinden jullie van ons lokaas?’, en hij toonde trots de opblaaspop die hij zo goed en zo kwaad als hij kon had omgetoverd tot een namaak Marie Munier. ‘Schitterend’, riepen ze met z’n allen tegelijk; ‘Meesterlijk Arsène, ik zou er zelf intrappen. De gelijkenis is verbluffend’, zei Jacky.

‘Goed zo’, bromde Arsène, ‘Laat ons gaan en moge La Bonne Mère ons bijstaan’.


Wordt vervolgd




HL


BIO CLAUDE VANDENBOSSCHE
Geboren te: onbekend
Leeftijd: onbekend
Status: single
Studies: onbekend
Beroep: Geheim Agent
Adres: Justitiepaleis Brussel
Hobby’s: onbekend
Sterrenbeeld: onbekend
Speciale kenmerken: houdt zijn kousen aan in bed

HET LEVEN VAN DE GEHEIM AGENT
De samenzwering

Gaston mop
Gaston mop

Air Force One

Er komt iets nieuws voor het presidentieel vliegtuig Air Force One.
Nu dat presidenten ouder en ouder worden zal er een roltrap aangereden worden. De trap zou naar verluidt van Chinese makelij zijn en heet Tes La Wan.


Amerika first

We will take back Canada, Panama and the CIA to make America great again.
I will do this all alone I musk say.


GDB


NONKEL GASTON
Amedé
Amedé

De Mening van Amedé

Naar mijn mening beschikt ongeveer zestig procent van de wereldbevolking over het intellectueel vermogen van een kolibrie. De overige veertig procent kan men indelen in twee groepen: diegenen die onder dit niveau zitten en diegenen die erboven zitten.

Als je, zoals ik doe, je mening niet eens kan staven met feiten en cijfers en die vervolgens gaat veralgemenen en projecteren op de gehele mensheid, ben je niet goed bezig.

Toch niet naar mijn mening.


Amedé

DE MENING VAN AMEDÉ
Over meningen
VIND JE Au Parleur LEUK?
Je kan ons steunen om de website on line te houden. Trakteer ons gewoon op een koffietje via onderstaande knop. We zullen je dankbaar zijn.
Editie 66 | Au Parleur
Poëzie op maat

© Au Parleur - JEROEN VERMEIREN/HANS LENGELER 2023/update 2024

SINT-DENIJSLAAN 31A - 9000 GENT

11, BOULEVARD CLEMENCEAU - 83510 LORGUES - FRANCE

BEELDEN: EIGEN WERK, UNSPLASH & FREEPIX