- Eerste editie - 16 september 2023 -
Op een terras in het Provençaalse Tourtour, tijdens de tweede hittegolf, ontstond het idee om een “gazet” te maken.
‘Weet je wat leuk zou zijn? Een platform waar je met meerdere mensen aan kan werken. Ergens waar je je proteststem kwijt kan op een ludieke, ironische wijze. En met een beetje zwarte humor af en toe, dat ook’.
‘Ja, iets wat je niet meteen in een brief of column schrijft, maar waar je eens lekker loos kan gaan.’
‘Ongein’.
‘Absurditeiten’.
‘Van de pot gerukte onzin’.
‘Ongeremd’.
‘Ongecensureerd’.
‘… waarom geen online gazet? Een wekelijkse krant waarin geen nieuws staat maar allerlei artikels over… weet ik veel?’.
‘Met een horoscoop. En met lezersbrieven. Foute Lifestyle…’.
‘En we nodigen anderen uit om ook te schrijven of te tekenen of nepadvertenties te maken’.
Aldus kwam Au Parleur tot leven. Zonder dat we echt goed weten waar het heen gaat, zonder duidelijke richtlijnen, zonder een manifest. We draaien puur op goesting. Niemand verdient er wat aan. Tenzij eeuwige roem, dat spreekt.
Zodus: lees, reageer, fulmineer, doe mee. Weg met het dagelijks gezeur in de media. Weg met de ernst. Welkom hier. Stap door onze deur. Hier is AU PARLEUR.
Jeroen Vermeiren, Gent
Hans Lengeler, Lorgues
Mijn naam is Kenny, Kenny De Vliegere. Ik ben naast gepassioneerd reporter helaas ook een vlieg. Liever ging ik als Brad Pitt door het leven, maar een mens en al zeker een vlieg heeft het niet voor het kiezen. Dankzij Au Parleur komt mijn grote droom eindelijk tot leven. Het is dan ook een inclusieve gazet, waarvoor hulde. Ik zal de komende maanden de wereld rondtrekken. Mijn vleugels uitslaan en daar voor u verslag over uitbrengen. Het voordeel van mijn geringe gestalte is wel dat ik overal binnen geraak. Te beginnen bij Vladimir Poetin.
Wélke Poetin is mij eerlijk gezegd nog steeds een raadsel, want de president is in niets te onderscheiden van zijn zes dubbelgangers. Het is daar een komen en gaan van Poetins, in dat pompeuze Kremlin. Dat zij met z’n zevenen na het zoveelste bord borsjtsj allemaal even stinkende winden laten, helpt de zaak natuurlijk niet.
Maar goed, laten we bij de les blijven. Er werd wat afgelachen hier, de voorbije weken. Te beginnen met de vliegtuicrash waarin die amateur van een Jevgeni – Jef voor de vrienden – Prigozjin het leven liet. Vladimir verslikte zich bijna in een stukje rode biet – een gewaardeerd ingrediënt van elke rechtgeaarde borsjtsj – toen het nieuws van Jefs schielijke overlijden zijn ondergrondse vertrekken bereikte. Bleek het om een uit de hand gelopen late éénaprilgrap te gaan. Dat zit zo: de Vlad had één van zijn winden op flessen getrokken en smokkelde die in een ondiplomatieke koffer naar binnen in de privéjet van Jef. Een beetje onder het mom van: we gaan daar eens een stinkbommetje lossen, 10 kilometer hoog in de lucht. Een bommetje werd het wel. Toen Jef dat flesje ontkurtje in de ijdele hoop een Veuve Cliquot van een degelijk jaar te bevrijden, implodeerde die hele jet terstond om slechts luttele tellen later te eindigen in een weiland op wandelafstand van Moskou. Dat verhaal wordt hier nog dagelijks opgevist, ter meerdere eer en glorie van de presidentiële schaterlach.
Fuck buddies
Bij elk lachsalvo laat Vlad er eentje vliegen. Het is sterker dan hemzelf. De gevolgen zijn dramatisch, vooral voor het huispersoneel dat maar niet gewend raakt aan ’s mans aroma. Je wil niet weten hoe vaak ik hier al een butler of poetsdame bewusteloos door de benen heb zien gaan. Daar komen geregeld reanimatieteams aan te pas en gebeurlijk zelfs een begrafenisondernemer. Iemand moet dat zootje opruimen en de Vlad gaat dat heus niet zelf doen. Ik zijnde wie ik ben, blijf gelukkig pal overeind, zelfs bij de ergste salptergeuren. Een vlieg die niet opgewassen is tegen de (on)welriekende geurbom van darmparfum is het niet waard een vlieg te zijn. Edoch, er werd dus wat afgelachen in het Kremlin.
Wat niemand weet – en ik ontbloot hier de tsaristische kroon met gevaar voor eigen leven – dat is dat Vlad en die pipo van Oekraïene eigenlijk fuck buddies waren. Toen Zelenski het hart van de arme Vlad brak, ontbrandde die laatste terstond in een nooit geziene toorn. De gevolgen zijn bekend: een oorlog, hogere energieprijzen in godgans Europa, graantekorten en spierballengerol alom. De westerling stuurde wapens naar Zelenski, de Chinees trok partij voor die ziekelijke protter van een Poetin. De impasse is alom.
Sssst, ssssst
Het zal mij eerlijk gezegd worst wezen allemaal. Ik heb hier de tijd van mijn leven, als vlieg op de muur van Zijne Vladheid. Bovendien is het hier een komen en gaan van hete Oost-Europese deernes. De aanblik van Vlads naaktheid neem ik maar voor lief, ook al moet zelfs ik mijn best doen mijn avondmaal binnen te houden bij de aanblik van zoveel bleek, melkachtig vlees en een werkelijk heel klein pietje. Dat vrouwvolk liegt ook de hele tijd tegen de Vlad. ‘O, wat een machienski hebt gij in uw broekski, gij geile Vladski!’ Onderwijl blikken ze over hun schouder naar mij, op de muur, met een vinger gebarend op hun lippen van ssst, ssst, laat Vladje maar in de waan.
Allemaal goed en wel, maar ik heb ook gevoelens en verlangens en hier is kilometers in de omtrek geen wijfjesvlieg te bespeuren. Zo zie je maar dat vliegende reporter zijn ook niet álles is. Ja, je ziet de wereld, maar je bent net als oorlogsjournalisten aangewezen op jezelf als er weer eens wat druk van de ketel moet. Bon, de borsjtsj is klaar en ik ga proberen daar een slurpje van mee te pikken.
Wordt vervolgd
JV
Wanneer ik half in en half uit de zetel hang, vind ik het vervelend recht te moeten staan of recht te gaan zitten, laat staan los te laten en me te laten vallen op de grond.
Ik verkramp, span mijn spieren en blijf zo nog een half uur scheefgezakt zithangen.
Ik ben halverwege en mijn spieren zijn als harde touwen - daarnet nog sappige filets.
Terwijl ik verder denk over waar ik vanaf val zoek ik houvast, tik mijn knie op de grond.
Het is al zover.
Krak, mijn kniegewricht klinkt als een halfvol doosje tiktak.
Mijn lieve hond kijkt op en met zijn kop geeft hij me kopjes, als : ‘zo erg is het toch niet, voor mij ben je ok.’
‘Nee, even niet nu’, ik val en strek een been alsof ik op een wankel touw loop.
Het touw wappert even in de wind, ik wiebel en stoot met het plotse noodzakelijke strekken mijn dikke teen van dat ene gestrekte been tegen de dikke vierkante poot van de salontafel.
Ik hoor alweer een krak en brul.
Mijn lieve hond zingt met me mee. Samen aan de vierkante tafel betekenen we iets.
Moraal: blijf niet hangen
KS
BIO
Geboren te: Draguignan, Provence-Frankrijk
Leeftijd: onduidelijk, varieert volgens de geraadpleegde bron
Status: single
Studies: onbekend
Beroep: karaokezangeres
Adres: Place de l’Eglise, Lorgues
AKA: Betty Venus, Madonna Jackson, Dalida Tozzi
Hobby’s: zingen en shoppen
Sterrenbeeld: Tweeling
Liefste dagboek,
Ik heb mijn karaoke in een caddie gestoken en ik ben vertrokken op wereldtoernee. Ik heb heel graag opgetreden tijdens de vrijdagse Brocante op de Boulevard Clemenceau, maar ik stond daar echt niet goed onder die plataan. Weet je wel dat daar duiven in zitten, in die platanen? Weet je wel dat die beesten nergens respect voor hebben en hun gevoeg doen waar en wanneer ze het denken? Weet je wel hoe vaak ik mijn karaoke-installatie heb moeten ontsmetten? Proper hoor, als je moet zingen in een ondergescheten microfoon.
Enfin, voor het geld moest ik het ook niet doen. De mensen uit Lorgues zijn dikke gierigaards en hebben geen verstand van muziek. Voor zeven euro en vijfendertig cent in mijnen hoed ga ik geen drie uur werken he? Dus ga ik daar niet meer.
Mijn papa, die voorzitter is van de Association de Commerçes van Lorgues, was kwaad. Hij heeft hemel en aarde bewogen om mij een plekje te geven op de Boulevard zei hij, en nu vindt hij mij een ondankbare. Pfffft.
Liefste dagboek,
Ik ben mijn wereldtoernee begonnen in Aups. Dat is gemakkelijk want zo kan ik nog altijd thuis gaan slapen. Ik heb op zaterdag opgetreden in de Rue de l’Horloge maar ik moest daar weg na klachten. Op zondag heb ik opgetreden in de Rue Gabriel Péri, voor het terras van Chez Ta Mère. Na een uur heeft men mij gevraagd om ergens anders te gaan staan want de klanten kregen hun eten niet weggeslikt. Dan moet je maar beter eten serveren, heb ik geantwoord, soep of zo. Maar toen gingen ze de police roepen, zegden ze.
Het kan mij niet schelen want ik was daar toch niet gaarne. Pfffft.
Ik ben Thimothey Trenet tegen het lijf gelopen. Titi zei dat hij mij nog steeds miste en hij vindt dat we een groep moeten beginnen. Sinds we uit mekaar zijn heeft hij veel liedjes geschreven, zegde hij. Het is waar, onze stemmen pasten heel goed bij mekaar, maar ik moest aan mijn eigen carrière denken. Hij heeft het afgelopen jaar veel geoefend, zei hij, en hij speelt al veel beter gitaar dan vroeger. Ik heb gezegd dat ik net op wereldtoernee was vertrokken en dat ik nu geen tijd had om te repeteren maar Titi bleef maar aandringen. Soms is hij precies een stuk kauwgom dat aan mijn schoenzool kleeft, ik geraak er maar niet vanaf, van Titi. Hij woont op een appartement in een zijstraat van de Boulevard Clemenceau en hij heeft gevraagd of ik hem eens wil komen bezoeken want hij voelt zich eenzaam en hij heeft geen toffe buren. Ik heb nee gezegd en dan is hij zich gaan bedrinken in Café La France. Ja zeg, ik ben zijn mama niet he? Pfffft.
Liefste dagboek,
Ik ben gaan optreden op de Marché Artisanal van Le Plan de la Tour. Het was geen succes, weinig volk, veel te warm. Ik heb er wel een hele toffe artieste leren kennen. Ze schildert Afrikaanse dieren op groot formaat. Misschien moet ik dat ook doen, kunstenares worden. Dan zou ik kunnen exposeren én zingen tegelijkertijd. Hoe tof zou dat zijn? Optreden in je eigen decor en ondertussen goed verkopen. Ik ga daar eens over nadenken. Als ik genoeg heb gespaard haal ik me een paar penselen en enkele tubes verf. Op Youtube staan filmpjes waarmee je kan leren schilderen, moeilijk kan dat toch niet zijn?
Liefste dagboek,
Wat een volk daar in Saint Tropez! Echt onbeschoft hoe ze me daar hebben weggejaagd. Op de parking van le Nouveau Port was een Vide Grenier en er stond een tentje met een klein podium. Ik dacht dat iedereen gewoon een liedje mocht komen zingen maar het was gereserveerd voor Hélène Mélody en haar vriendinnen. Dat is echt een trut, Hélène Mélody. Die denkt dat ze kan zingen maar de mannen komen alleen maar om naar haar kont te kijken. En ze zingt alleen maar die ouwe liedjes van Brigitte Bardot. “Nu au Soleil” en zo. Ik, ik zing in alle talen. In het Engels, in het Spaans, in het Italiaans… en in het Frans natuurlijk. Laat mij doen en ik zing drie uur aan één stuk. Maar Hélène Mélody moest al stoppen na een liedje of vier en dan kwam er een van haar vriendinnen iets zingen, een liedje van Vicky Leandros. Maar dat trok echt op niks. Pffffft.
Ik heb de navette naar Sainte-Maxime genomen en heb daar een terraske gedaan. Er zat daar een mooie man, een Duitser, en die had een sportkarreke, een décapotable, een witte, en die begon mij te trakteren en te trakteren, en ik dacht, Kimberley, waarom niet? Hij zegde dat hij voor de tv werkte. Ik zou zo graag eens op tv komen, dat zou zo goed zijn voor mijn carrière. Enfin, ik ben bij hem blijven slapen maar nu ben ik opgestaan met keelpijn. Ik moet toch een beetje oppassen voor mijn stem hoor.
Liefste dagboek,
Ik heb mij een cabane gehuurd op camping La Baume la Palmeraie in Fréjus. Als ik meehelp in de kantine krijg ik vijfentwintig procent korting, dat kon ik niet laten liggen. Alles hebben ze daar. Douches, toiletten, een zwembad… Ik had dat echt nodig en zo kan ik mij nog eens goed wassen. Hele vriendelijke mensen ook. Overdag kan ik op mijn gemakske een beetje rondhangen in de stad, zoeken naar goede plekjes waar ik mijn karaoke kan zetten en zo, en ’s avonds help ik dan ik de keuken op de camping. Het doet mij zo’n deugd om eindelijk eens vakantie te nemen en eens aan mijzelf te kunnen denken. Ik ben een zangeres én een vrouw, dus je geeft maar en je geeft maar en wat krijg je ervoor terug?
Ik ga nu eerst een paar dagen rusten en mijn stem op haar effen laten komen en dan vlieg ik er weer in. Misschien wat optredens doen op de plage, of anders op de Place de l’Eglise. Ik zie nog wel. Ik had wel niet gedacht dat een wereldtoernee zo moeilijk zou zijn. Daar komt veel bij kijken hoor. Amai, pfffft.
HL
Hij wordt massaal op handen gedragen om zijn gulle goedheid en immense naastenliefde, maar wil van geen lof weten. Het typeert Philippe Entraupe (69,5) uit Moeskroen, geboren weldoener, bescheiden redder van menigeen en serieel lottowinnaar. Wij konden de man overtuigen om voor één keer uit de anonimiteit te treden. Een uniek gesprek met – we wikken onze woorden – een geboren en bovenal ongeëvenaard mensenmens.
Het is ontiegelijk vroeg wanneer we neerstrijken in het geboortedorp van Philippe – Phil voor de vrienden – maar het was aantreden bij het krieken van de dag of fluiten naar een gesprek. Uw favoriete krant koos eieren voor haar geld en toog nog voor zonsopgang naar de trieste negorij die Phil immer gelukzalig zijn ‘thuis en alles’ noemt: een onderkomen chalet in Oostenrijkse stijl, zomaar pardoes neergepoot in de West-Vlaamse randje Henegouwse klei. ‘Ge moogt nooit vergeten van waar ge komt’, klinkt het nadrukkelijk, terwijl de man ons een kop slappe filterkoffie serveert. De espressemachine is nog niet doorgedrongen in deze contreien. Zelfs een ouderwetse koffiezet is een exotisch voorwerp hier. Maar goed, Philippe – Phil voor de vrienden – is in opperbeste stemming. ‘Dat ge nooit moogt vergeten van waar ge komt!’ herhaalt hij nog eens ferm.
Allemaal goed en wel, Philippe, maar Moeskroen is en blijft een boerengat, toch?
Philippe: ‘Wat zegt gij nu? Kijk eens naar de akkers daarbuiten, rijk aan de vruchten des aarde! Zij zijn het resultaat van de arbeid mijner noest werkende dorpsgenoten. Ik zeg u: ik heb niets dan diep respect voor de boerenstiel. Ze ambeteren die arme mensen met mestoverschotten en stikstofnormen, maar ’t is den boer die vlees, kaas en brood op de plank brengt! Vergeet dat niet!’
Zelf ben ik vegetarisch en hogelijk lactoseintolerant, maar ik geef toe, een dikke snede op steen gebakken bruin brood gaat er altijd in.
Philippe: ‘Bruin brood? Allez, allez, niet zeveren. Een brood moet wit zijn, gelijk de benen van mijn oude moeder – god hebbe haar ziel – in winter én zomer. Bruin brood. Het idee alleen al!’ (loopt rood aan)
Rustig, Phil. Denk aan uw tikker en uw bloeddruk.
Philippe: ‘Voor u is ’t voorlopig nog Philippe. Snotneus!’
Excuses, Phil.
Philippe: ‘Philippe, zeg ik u!’
Juist. Pardon. Andermaal.
Philippe: ‘Bon, ’t is goed. Laat het zijn. Zand erover. Alles is liefde! Vertel eens, waarom zijt gij hier?’
Om te praten over al je goede werken. Er doen de wildste geruchten de ronde over jouw ruimhartigheid en financiële armslag.
Philippe: ‘Ah bon? Ik weet van niets.’
Volgens betrouwbare bronnen heb jij al 11 keer de lotto gewonnen én heb je al dat geld uitgedeeld.
Philippe: ‘Miljaardedju. De mensen kunnen niet zwijgen. Ja, ik heb al elf keer de lotto gewonnen. Twee keer het groot lot en negen keer zes en een halve euro. Daar kunt ge al eens een schone roos mee kopen, met die paar euro. Ik geef toe dat ik wat oude weduwen blij heb gemaakt met een bloem.’
En al die miljoenen dan?
Philippe: ‘Daar heb ik ook mensen blij mee gemaakt. Aan het Noordstation in Brussel zien ze mij graag komen.’ (knipoogt)
Maar je hielp natuurlijk ook de boeren die het financieel moeilijk hebben, hier in je geboortestreek.
Philippe: ‘Ja, wat is helpen? Ik heb alle landbouwgrond opgekocht en mijn vrienden van het veld mogen die gratis bewerken’
Dat is een schoon gebaar.
Philippe: ‘Vindt ge? Misschien wel. Ik sta daar niet zo bij stil. Ik wil vooral vermijden dat de grond rond mijn chalet verkaveld wordt. De bouwmicrobe zit overal. Hebt ge al eens een lintworm gehad? Ik wel. Dat is niet gezeverd, geloof mij. Maar één ding is nog erger dan een lintworm: lintbebouwing! Van die fletse verkavelingen waar jonge gezinnen met joelende kinderen komen wonen. Nee, geef mij dan maar een maïsveld, of een kudde Belgisch wit-blauw.’
Je doet het dus eigenlijk voor jezelf?
Philippe: ‘Ik zeg altijd: ge moet uzelf graag zien en goed soigneren. Een ander gaat het niet voor u doen.’
Er is ook dat verhaal van die 97-jarige vrouw die in een vijver sukkelde, waarop jij haar achterna sprong om haar te redden.
Philippe: ‘Ja en neen. Ik stond naast een hobbyvisser die zijn overgrootmoeder een dag in de natuur wilde bezorgen. Maar toen hij een kanjer van een karper aan de haak sloeg, schrok ik zodanig hard dat ik met zwaaiende armen in die klotevijver belandde. Ik sleurde dat menske per ongeluk mee het water in.’
Maar je hebt haar wel gered.
Philippe: ‘Wat is redden? Ze was zo mager als een plank en al redelijk lijkstijf. Ik gebruikte haar dus om naar de kant te peddelen. Hoe zoudt ge zelf zijn? Maar ik vond het wel zo beleefd om haar dan ook aan wal te trekken. Goede manieren, daar kunt ge een natie op bouwen. Ge kunt nooit genoeg goede manieren hebben, zeg ik altijd.’
Wijze woorden van een man die het kan weten.
Philippe: ‘Duurt dat hier nog lang? Ik moet een trein halen.’
Je gaat op pad om weer wat goede werken te verrichten?
Philippe: ‘Het zal wel zijn. Als ik voortmaak, ben ik tegen de middag in Brussel.’
Om wat hoofdstedelijke cultuur op te snuiven natuurlijk.
Philippe: ‘Da’s zeker dat! Multicultuur zelfs! Brazilië, Roemenië, Senegal, Rusland, Thailand… ge vindt het allemaal aan de Nord.’
Allez dan. Fijne wereldreis, vetzak.
Philippe: ‘Wat zegt ge daar?’
Niets, niets. Dat ge bedankt zijt voor uw eerlijke rechtschapenheid.
Philippe: ‘Allez dan. En gij bedankt voor ’t komen.’
Liever niet. Tot nooit meer, Phil.
Philippe: ‘Het! Is! Philippe!’
Juist. Tot nooit meer, Flup.
JV
In deze rubriek vergast (inmiddels) Alleenstaande Vader Tony u wekelijks op enkele glasheldere en ongecomplexeerde huishoudtips, helemaal op maat van al wie na de dagelijkse arbeid aanzienlijk leutiger dingen te doen heeft dan pakweg strijken, poetsen en pubers opvoeden. Bijverdienen in het zwart, bijvoorbeeld. Deze week iets over sokken en verdorde sla.
De eerste wet van Tony: Steek geen Latijn in weessokken!
Ze gaan als een gelukkig gehuwd paar de wasmachine in, maar u kan er donder op zeggen dat er tegen het einde van het programma – katoen idealiter op 40° en gekleurde was áltijd mengen met witte was, inclusie is een dingetje dezer dagen – eentje de benen heeft genomen. Sokken zijn namelijk overspelig dat het geen naam heeft. Tijd voor drastische maatregelen quoi. Flikker al die enkele kousen de vuilbak in en koop 30 paar zwarte sokken. Als er weer eens een voetvod verloren gaat, hebt u nog keuze uit 28 plaatsvervangers. NSS – Nieuw Samengestelde Sokken – worden een hype, let op onze woorden.
De tweede wet van Tony: Soep gaat er altijd in
Iedereen heeft de mond vol van champignon velouté of tomatensoep met balletjes, maar soep is soep. Ligt er nog wat verpieterde sla in uw ijskast? Stoof dan als de bliksem een ui, voeg er wat slappe wortelen en de troosteloze sla aan toe en verrijk vervolgens met water en bouillonblokjes (per 500 ml één exemplaar). Verlept konijnenvoer levert zo alsnog een heerlijk maal op voor een homo sapiens die geen al te hoge soepstandaarden hanteert. Zeg dat Tony het gezegd heeft.
Met een vriendelijke groet, Tony Vercammen
JV
Stel je vraag aan Tony:
Des mensschen, neen, des mánsmensschen urinewegen zijn ondoorgrondelijk. Immers, rang nog stand blijft gespaard van de drang der watering. Zo wil het de natuur! Ziedaar de regenerende kracht van urine! Dat krachtig middel, waarmede landbewerkers hunner velden besprenkelen. De lijm waarmede bouwvakkers hunner mortel binden! De saus waarmede ministers hunner bachanalen smeren! Zij het dat ministers al eens bovenop de wilde baren van ener mediastorm kunnen belanden. De waterval ener gezaghebbende baart nu eenmaal opzien, verwondering, ontstentenis en gebeurlijk ook onversneden walging. Al die emotionele roerselen zijn even begrijpelijk als nietszeggend. Laat ons toch niet lichtzinnig omspringen met het recht op verlossing. Kluitenbreker, zaailing, hoefsmid, schout, edelman, prins en koning, zij moeten allen in vrede kunnen afwateren. Politieke spelletjes daaromtrent zijn niet alleen hogelijk ongepast, zij gaan ook in tegen de ware natuur van elke rechtgeaarde, geboren droogtebestrijder. Laat ons de blaas niet met den vinger wijzen. Zij doet slechts wat haar door den Heer werd geboden: leeglopen. Daarom bepleiten wij het fundamentele mensenrecht op deflatie voor alle mannen ende vrouwen die dezen aardkluit bevolken.
JV
U houdt het graag hoog en droog. Dat is verschoonbaar, zeker in deze ongeinige tijden. Dat u niet de hele tijd daar beneden in de beschaving wil vertoeven, geeft blijk van een gezonde geest in een gezond lichaam. Waak er niettemin over dat u niet vervreemdt van wie u lief is. Herinner u de onzalige ervaring van de vuurvogel. Te dicht bij de zon willen komen, kan uw gezondheid ernstige schade berokkenen. Al was het maar in de vorm van een melanoom. Voorzichtigheid is ook hier de moeder van de porseleinenwinkel. Of de bergketen.
Goede Waterman, u mag dan van meersen en wilde baren schijnen te houden, vergeet niet dat water in de eerste plaats dient om uzelve proper te houden, al dan niet met behulp van een stuk Marseillaisezeep. Drink voldoende! In het bijzonder wijn van een goed jaar of hoppenectar. Andere dimensies zullen zich voor u ontsluiten, zeker wanneer u uw geestrijke vochtopname vergezeld laat gaan van een vette joint.
To zoetwater or not to zoetwater, that is the question. Maakt u zich er vooral een gedacht van, want dat op twee waterbiotopen wedden zet geen zoden aan de dijk. Voor de rest is het natuurlijk goed wendbaar te zijn, maar u mag die flexibiliteit niet verwarren met kontendraaierij. U kunt zich niet de ene week een socialist noemen en de volgende week een Vlaanderenminnende blauwvoet. Laat dat opportunisme schieten en schrob in één ruk ook uw schubben, want die kunnen wat verfrissing gebruiken.
Ram, ach Ram. Welke woorden kan de kosmos nog aan u vuilmaken? U doet toch maar uw zin en ramt – pun intended – koppig betonnen muur na betonnen muur. En nog heeft u niet begrepen dat de muur niet wijken zal. De sterren voorspellen dat u tegen dagen, zo niet weken, van hardnekkige hoofdpijn aankijkt. De sterren laten ook weten dat ze geen meelij hebben. Eigen schuld, dikke bult.
Al die geile dekdrang van u, het uitspansel heeft daar begrip voor – het is zelf ook niet gespeend van wellustige verlangens en een gebeurlijke big bang – maar het kan zo écht niet verder. U bent zich duidelijk niet bewust van fenomenen als venerische ziekten, de wraaklust van een gebroken hart en ongewenste zwangerschappen. De sterren raden u aan meer te communiceren. Uw gevoelens te delen. Zeker met uw Ware Liefde. Doet u dat niet, dan zou dat wel eens kunnen werken als een rode lap op een… euh… stier. En dan neemt uw geliefde straks de benen met een hengst.
Wake up call, Tweeling. U denkt zich alles te mogen permitteren, omdat u graag verwarring mag zaaien. U hebt uiteraard nooit iets mispeuterd. Het was uw broer, of zus, of genderneutrale verwant. Nou. Denk maar snel iets anders. De imagoschade die u op uw eentje veroorzaakt voor alle één- én twee-eiïge tweelingen is niet te overzien. Het zou u sieren mocht u door uw benen zijgen, om nederig te knielen voor het woeste oordeel van het universum. Doet u dat niet, dan zal er geheid wat zwaaien. Zeg niet dat u niet gewaarschuwd was.
Uw reputatie laat te wensen over, Kreeft. Talrijk zijn zij die allergisch zijn aan uw schaal en uw weke delen. Mensen sterven aan u. Dat is niet iets om trots op te zijn. Daar hoeft hopelijk geen tekening bij. Voor de rest doet u op de bodem van de diepzee wat u wil, maar blijft u vooral weg uit onze bouillabaisse. U heeft zo al genoeg doden op uw geweten.
Hoe zeggen ze dat weer? Veel blaten, weinig wol? Juist. Dat bent u dus, Leeuw. Veel praatjes en een wilde haardos, maar als puntje bij paaltje komt, bent u wel degene die om 22:01 uur de politie belt wanneer de buurman een net iets te luidruchtig boertje laat. U moest zich dringend maar wat verdraagzamer tonen. De kosmos overweegt inmiddels uw sterrenbeeld te vervangen door de Grote Beer. ’t Is maar dat u het weet.
Maagd? MAAGD?! Laat ons niet lachen. Iedereen weet dat u de grootste slet (m/v/x) bent van de straat, het dorp, het land, het continent. U doet maar. Niets mis met wat fysiek genot. Maar waakt u er wel over dat u onderweg gebruik maakt van een capootje. Die aidsepidemie is nu eindelijk een beetje onder controle. Laten we dat zo houden.
Business as usual, beste Weegschaal. U bent vlees noch vis, zwart noch wit, Oekraïne noch Rusland, olijfolie noch boter, wijn noch bier, links nog rechts, noorders noch zuiders, zon noch regen, zuurstof noch koolstof, man noch vrouw. Er valt, kortom, met u geen land te bezeilen. U moest zich diep schamen. Grow some backbone.
Laat er geen misverstand over bestaan: iedereen denkt dat het venijn in uw staart zit, maar niets is minder waar. Uw vuilbekkerij en gebrek aan empathie zijn werkelijk ongeëvenaard. Noteer ook dat niet alles de schuld is van ‘de anderen’. De sterren adviseren u een spiegel op te zoeken en eens diep in eigen hart en ogen te kijken. De sterren laten ook weten dat u vooralsnog geen hopeloze zaak bent.
U waant zich altijd weer een Robin Hood, maar laten we niet vergeten dat die nicht in spandex ook maar een vulgaire dief was. Maakt u zichzelf dus niets anders wijs. Eerlijk? U zou gebaat zijn bij een rigide gevangenisstraf. Zweepslagen zijn voorlopig niet aan de orde. Tenminste, als u zich nu (nu meteen!) herpakt. En leer eindelijk eens mikken. Zo moeilijk is dat niet, die roos raken.
JV
Geachte,
graag wil ik even reageren op het artikel over Kimberley Spears. Ten eerste, zij heet niet Kimberley Spears maar Danielle Dupont. Ten tweede, zij heeft haar mama en haar papa veel verdriet gedaan met zomaar te vertrekken op wereldtoernee. Alles hebben die mensen gedaan om dat kind een goede opvoeding te geven, maar ondank is ’s werelds loon. Danielle was geen hoogvlieger op school, ik durf dat te zeggen, maar er zat méér in dat meisje. Had ze nu gewoon bij haar mama en papa in de winkel willen werken, ze had een gemakkelijker leven gehad. Zo’n schone zaak op de Place de l’Église (Les Lubies de Lucie, boutique de cadeaux, alle dagen open behalve zondag). Die mensen worden er niet jonger op en een beetje hulp af en toe zou meer dan welkom zijn. Maar neen, liever rondhangen met die straatloper van een Titi en buitenlandse liedjes zingen. Is dat nu beter, al die vreemde muziek? In mijnen tijd zou het niet waar zijn geweest. Zwijgen en werken. En na den oorlog is het niet gemakkelijk geweest voor de mensen he?
Maar goed, als Danielle dit leest, wil ze misschien naar huis komen? Als ze haar verontschuldigingen aanbiedt is alles vergeven en vergeten. Zand erover.
Danielle, je t’en prie.
Jean-Luc Dupont, Voorzitter van de Association des Commerçes, Lorgues en diepbedroefde papa
Geachte,
Uw horoscoop klopt van geen kanten. Laat dit over aan mensen die er verstand van hebben.
Madame Blanche, medium
Tony,
Ge zijt een rancuneus klein mannetje. Het was voor niks niet vandoen dat ge mijn gezicht hebt weggekrast op onze familiefoto. Wat moeten de kinderen nu peinzen van mij? Nu doet ge mij wéér verdriet.
En ja, ik heb de banden van uwe koersvelo kapot gestoken. Maar ik had wel mijn redenen he? Dat weet gij goed genoeg.
Julienne Vandersmossen, ex mevrouw Vercammen
ANTWOORD:
Julienne,
Ge hebt mij bedrogen met uw badmintonleraar. Stop met liegen en bedriegen en weest voor één keer, voor ÉÉN keer in uw leven, eerlijk en spreek de waarheid.
Tony
ANTWOORD:
De waarheid? De waarheid? En gij? We waren nog geen drie jaar getrouwd, ons Rebecca was nog niet geboren, en toen hebt gij mij eens verweten, ik zal het nooit vergeten. Ik kan daar toch ook niet aan doen dat ik altijd moe ben? Doe zelf het huishouden hè.
Julienne Vandersmossen
Meneer Müller, hoe gaat het nog met u?
Goed, ik mag niet klagen. Het leven op Tenerife is draaglijk, niet te warm, niet te koud.
Vertel ons alles.
Wel, nadat ik mij had teruggetrokken (vuil lachje) uit de filmwereld ben ik gaan werken in de slagerij van mijn zwager. De vleesindustrie liet mij niet los, nietwaar (vuil lachje)? Ik heb steeds graag met mijn handen gewerkt en het versnijden van een stuk rundsvlees gaf mij veel voldoening. En zeker als het vlees sappig en mals is, kon ik er uren mee bezig zijn. Worsten draaien was me ook niet vreemd en uiteraard balletjes rollen, dat kon ik als de beste (vuil lachje). Maar dan ben ik in de zomer van ’79 met een groepsreis naar Ibiza getrokken (vuil lachje) en dat beviel mij daar wel. Ibiza is tof, maar je moet wegblijven van de kust. Veel te druk. Maar het binnenland is mooi, je kan er lange wandelingen maken en vogels spotten (vuil lachje). Er waren veel landgenoten daar en ik ben beginnen werken bij een vrije radio. Duitse schlagers, mensen interviewen, … Ik deed dat graag want ik ben een mensenvriend en doe graag een klapke met iedereen (vuil lachje).
Ibiza, je zal je gangen daar wel hebben gegaan zeker?
Neen, neen, zoals ik zei, wandelen en de radio. Maar toen kreeg ik de kans om in de Club Med aan de Costa del Sol te gaan werken als animator. De mensen bezighouden aan het zwembad, turnoefeningen met de oudjes, mopjes vertellen, … dat soort dingen (vuil lachje).
Maar je zal toch wel succes hebben gehad bij de vrouwen stel ik mij zo voor?
Oh neen, ik was daar niet mee bezig. Ik deed gewoon mijn werk. Ik heb dat een paar seizoenen volgehouden en dan kon ik via een reisbureau beginnen gidsen op Tenerife. Dat beviel mij zo goed dat ik mij daar een klein huisje heb gekocht. Iedereen spreekt daar Duits, dus dat is een voordeel nietwaar? Tenerife heeft een zeer aangenaam klimaat, je zou beter ook naar daar gaan wonen. De Canarische eilanden zijn vulkanisch, dus soms zie je er al eens eentje spuiten (vuil lachje).
Meneer Müller, u insinueert voortdurend allerlei vetzakkerij. Hou ons niet zo in spanning. Vertel ons een sappig verhaal.
Mijn beste, ik weet niet wat u bedoelt. Ik insinueer niks (vuil lachje), ik vertel u gewoon wat ik heb meegemaakt. Trouwens, jij bent een Belg toch? Ken je Ivan Heylen? Die heeft hier een bistro. Ik ben daar vaste klant. Om tien uur een koffietje bij Ivan, ’s middags een lunchke bij Ivan en ’s avonds een apéroke en een hamburger bij Ivan. Om tien uur lig ik reeds in mijn bed en ’s ochtends slaap ik uit.
Lijkt me saai. Maakt u dan echt niets spannends mee?
Neen, neen, … Of het zou moeten zijn… een paar weken geleden was ik aan de Franse Côte d’Azur. Op een terras in Sainte Maxime kwam daar een verlopen meisje met een karaoke-installatie aangestapt. Ik had een beetje compassie met haar en betaalde haar een drankje. Mijn Frans is niet zo goed en hààr Duits was niet zo goed en ik probeerde haar in het kort uit te leggen wat ik allemaal had gedaan. Op een bepaald moment liet ik het woord “tv” vallen en ik geraakte er niet meer vanaf. Ze is blijven slapen. Pas op hè, zij in mijn bed en ik op de zetel (vuil lachje). Man, man, man, heel de nacht heeft die dronken lor liggen zingen. Zot werd ik ervan. Ik heb haar de volgende dag naar een camping in Fréjus gevoerd.
HL
BIO
Geboren te: onbekend
Leeftijd: onbekend
Status: single
Studies: onbekend
Beroep: Geheim Agent
Adres: onbekend
Hobby’s: onbekend
Sterrenbeeld: onbekend
Speciale kenmerken: houdt zijn kousen aan in bed
Lievelingsmuziek: de filmscore van Jack Reacher (I en II) en Mission Impossible
Niets is zo misselijkmakend als de geur van een vrijgezellenflat om acht uur in de ochtend. Claude Vandenbossche* werd wakker, opgerold liggend in zijn sofa. Hij had alweer zijn bed niet gehaald gisterenavond. ‘Dat verdomde binge watchen ook’, bromde hij binnensmonds. Hij rekte zich uit en krabde zich achter de oren. Traag sufte hij naar de keuken, opende de ijskast en onderzocht wat erin lag. Claude* was getraind in het scannen van zijn omgeving, het kostte hem dan ook slechts een paar seconden om te zien dat hij bijna door zijn voorraad etenswaren zat.
Hij greep naar een stuk rundsvlees van vijfhonderd grammen en gooide die in een verhitte pan. Na een halve minuut kapte hij er een blikje Heinz Baked Beans en een halve pot mayonnaise van een huismerk bij. Hij nam de pan van het vuur en zette zich aan tafel. ‘Het ontbijt is de belangrijkste maaltijd van de dag’, zegde hij tegen zichzelf, ‘Een gezonde geest in een gezond lichaam’. Dat had hij zo geleerd van zijn mama en het werd zijn levensmotto.
Ach, zijn mama… Op een bepaald moment werd ze te nieuwsgierig, stelde de verkeerde vragen. Hoe kon hij haar immers vertellen hoe het met hem was gesteld, of alles goed ging, of hij al dacht aan een vrouw en zijn arme oude moedertje kleinkinderen kon schenken? Een geheim agent is gebonden aan strikte geheimhouding en mag geen enkel detail uit zijn leven delen met anderen. Hij had geen andere keuze gehad dan haar uit de weg te ruimen. Hij had het snel en proper gedaan. ‘Dat doet er mij aan denken dat ik verse bloemen op haar graf moet gaan leggen’, dacht hij.
Claude* nam een koude douche, zocht tevergeefs naar proper ondergoed en kleedde zich aan met de kleren waarin hij reeds een week rondliep. Hij nam een grote zak en gooide er zijn vuile linnen in. ‘Tijd voor de was’, sprak hij tegen zichzelf.
Claude* stapte de deur van zijn appartement uit, nam de lift naar beneden en bleef even staan luisteren in de hal alvorens de straat op te stappen. Hij woonde in een anonieme buurt in de stad. Maar zo wilde hij het, zo was zijn leven. Op het moment dat men hem had gerekruteerd om informant te worden bij de Nationale Veiligheid wist hij dat er consquenties zouden zijn. Vanaf die dag werd hij onzichtbaar. Hij stond er allang niet meer bij stil, alles heeft een prijs.
Wassalon Lavendel was maar twee straten ver maar Claude* nam een andere weg om eventuele achtervolgers van zich af te schudden. Die zwarte wagen die daar quasi achteloos stond geparkeerd, stond die er gisteren ook niet? En die dame die een kinderwagen duwde? Zat er wel echt een baby in die koets? Claude* hielt halt voor de etalage van een brillenwinkel en gebruikte het uitstalraam als een spiegel om de straat achter zich te bekijken. Niets bewoog. De zwarte wagen stond er nog steeds, leeg, en de dame met de kinderkoets was een huis binnengestapt. Claude* ontspande zijn schouders. Voorlopig was er geen gevaar.
Hij bereikte de wasserette en keek snel naar binnen. Niemand. Dat was verdacht. Claude* snoof, als een wild dier op zoek naar prooi. Maar meer dan de geur van Oxydol en wasverzachter was er niet te ruiken. Hij stapte vlug binnen, onderwierp de ruimte aan een snel onderzoek en positioneerde zich op een stoel met zijn rug naar de muur en zijn gezicht strak gericht op de toegangsdeur. Gespannen bleef hij onbeweeglijk een paar minuten zo zitten. Niets bewoog, alles was stil.
Hij vulde een wasautomaat met zijn vuil linnen en gooide een muntje in de machine. Claude* betaalde nooit met een bankkaart. Zo had de vijand één van zijn collega’s opgespoord, door het kruimelspoor van zijn betalingen te volgen. Dat zou met Claude* niet lukken. Hij bewaarde een som geld onder zijn matras en betaalde alles cash.
Eentonig draaide de trommel van de wasautomaat eindeloze rondjes. Claude* keek als gehypnotiseerd naar het ronde venster en werd minder alert. Op dat moment ging de deur van de wasserette open en betrad een oud dametje die een boodschappencaddie achter zich aantrok de zaak. De nekharen van Claude* gingen overeind staan. Hij kneep zijn ogen halfdicht en veinsde te slapen. Maar hij verloor het vrouwtje geen seconde uit het oog. Ze keek even in zijn richting en richtte vervolgens haar aandacht op haar bezigheden. Ze vulde de automaat, betaalde, ging zitten en haalde een breiwerkje uit haar tas. Bijna was Claude* bovenop haar gesprongen. Hij droeg geen wapen bij zich maar zijn handen, zijn handen waren de meest dodelijke wapens waarover je kon beschikken. Hij berekende zijn sprong, in slow motion zag hij reeds heel het scenario dat ging volgen zich voor zijn geestesoog afspelen. Op dat moment kwam een klein jongetje binnen. ‘Dag oma’, zei hij, ‘de school is uit en mama zegde dat je vandaag hier zou zijn’. Oma gaf de jongen een knuffel en zegde dat ze soep had gemaakt voor hem en dat hij heel de namiddag bij haar mocht blijven.
‘Hoe laag en tegelijk zo geniaal’, dacht Claude*. ‘Kinderen gebruiken als handlangers in hun vuige spel’. Uit pure walging moest hij bijna overgeven. De minuten tikten traag voorbij. De trommel van de wasautomaat begon te zwieren, het teken dat het programma op zijn einde liep. Claude* spande zich op als een kat die zich klaar maakt voor de vlucht. Ogenschijnlijk ijzig kalm haalde hij de propere was uit de automaat, deed alles in de grote zak, bromde iets onverstaanbaars en haastte zich de zaak uit.
Daar was hij maar op het nippertje weggekomen. Claude* moest ook nog boodschappen doen en beraadde zich. Hij besloot om eerst over huis te gaan, de natte was, die hij nu ervoer als ballast, op het droogrek te hangen en dan naar de Lidl te vertrekken.
Zijn polshorloge gaf 12:23 aan.
Wordt vervolgd …
*Claude Vandenbossche is de schuilnaam van Clement Vandevelde, adres bij de redactie gekend.
HL
PS. De tekening werd gebruikt met expliciete toestemming van het model.
In de omgeving van Blieux, in een haast onbereikbare grot in de Ravin des Roumégières, woont sinds bijna veertig jaar een kluizenaar. Onze man in het zuiden trok zijn bergschoenen aan en ondernam een drie uur durende klim voor een diepgaand gesprek met één van de laatste heremieten in Frankrijk.
Gewapend met fototoestel, dictafoon, een paar drinkflessen met water en enkele tabletten druivensuiker ondernam onze man een tocht langs spleten en ravijnen om te klimmen tot op een hoogte van duizendzeshonderdtachtig meter. Het was warm, het was uitputtend, maar de natuur is wondermooi in de bergen van de Gorges du Verdon. Eens je de drukbereden routes verlaat, bevindt je je in een woest en desolaat land. Je komt voorbij hangende tuinen, je ontdekt spleten en rotsen, je evenwicht wordt op de proef gesteld op paden langs diepe afgronden.
Arenden hebben hun nesten op onbereikbare pieken, marmotten en berggeiten verschuilen er zich voor de oprukkende ‘beschaving’, vossen jagen er op kleine prooi, salamanders leven er in kleine plassen, slangen liggen opgekruld op een warme steen, kleurrijke vlinders fladderen van orchidee naar wilde lavendel. Voor de natuurmens is dit een klein stukje overgebleven paradijs, voor de stadsmens is het iets lastiger want er is nergens een MacDonalds in de buurt.
De tocht is vermoeiend maar je krijgt er veel voor terug. Het uitzicht is bij momenten adembenemend en grijpt je naar de strot. Hier ontmoet je jezelf, wordt je nederig en voel je je klein.
In de verte bespeurden we een kleine rookwolk die in de windstille lucht naar omhoog kringelde. Daar was eindelijk de grot van de kluizenaar. Vele vragen drongen zich op. We willen weten hoe het is om in totale afzondering te overleven op wat het land je geeft, hoe je de winter doorkomt in een spelonk, hoe je omgaat met het alleen zijn.
“Hallo”, roepen we, “is er iemand? Mogen we een paar vragen stellen?”.
“LAAT MIJ GERUST”, klinkt het van boven ons hoofd.
“Ah? Okee”, antwoordden we.
Nog eens drie uur later waren we terug beneden bij de wagen en reden we naar huis.
In stilte.
HL
De hedendaagse Zeitgeist is niet meer te vinden in New York of Berlijn maar heeft een nieuw zwaartepunt gevonden in het Verre Oosten: Japan, China und natürlich in Zuid-Korea. Denk aan kunstenaars zoals Yé, Pi Nâhm en anderen. Buitengewone geesten die nieuwe vragen hebben opgeroepen via het hedendaags abstracte in een wereld die luistert naar een veranderend geopolitiek real-denken.
U bent uiteraard vertrouwd met mijn kunst waar het moderne Orientaals Abstracte aansluiting heeft mee gezocht. Mensen zoals ikzelf zijn kunstenaar geworden omdat dat perfect past bij onze persoonlijkheid. De kunstenaar staat niet ten dienste van “Die Kunst”, “Die Kunst” staat ten dienste van “der Künstler”. Ik maak bijvoorbeeld enkel werk op Japans handgeschept papier en teken uitsluitend met grafiet. Een hoop geniale moderne kunstenaars zijn mij hierin gevolgd. Wat vandaag telt is de uitpuring.
Het herhalen van hetzelfde thema met dezelfde techniek, jaar na jaar na jaar, creëert herkenbaarheid. Herkenbaarheid is een vaste waarde en is bijgevolg verkoopbaar. Wie dat vandaag niet meeheeft, heeft de trein naar de “Zukunft” gemist.
Het twintigste eeuwse denken, met haar fin de siècle mentaliteit, is onherroepelijk voorbij. Gedaan met overgewaardeerde gewone schilders als een Picasso, Rothko, Pollock, zelfs een Basquiat … Zij zijn voorbijgestreefd. De mantra is herhaling, herhaling, herhaling in plaats van verandering. Evolutie is devolutie. De enige waarde van kunst is de geldelijke waarde.
Mijn kunst kan je vandaag bijgevolg evengoed vinden aan de muur van een Pizzahut of een Ibis Budget Hotel als in de salons van de hogere klasse zoals bankiers, boekhouders, advokaten, universitairen, genieën uit de IT-wereld, CEO’s.
Ik wil hierover met plezier verder komen converseren op interessante recepties.
U kan mij, uw bescheiden dienaar, contacteren via de redactie van deze courant voor een prijsofferte, een opdracht, consultancy, een voordracht, een interview, een photoshoot, … Ik bezorg u desgevraagd mijn uitgebreid CV of één van mijn autobiografieën.
Mensen uit de lagere middenklasse, gelieve u te onthouden. U bent niet rijk genoeg om er iets van te begrijpen.
Conrad Schmerz, Ethisch Kunstenaar
HL