- Elfde editie - 25 november 2023 -
‘Hey Bro, nog wat gebeurd deze week?’.
‘Neen, hetzelfde voort. Veel nattigheid, veel onenigheid. Toch als je de kranten leest’.
‘Het is dus nog even wachten op wereldvrede?’.
‘Ja. Ze is aangekondigd voor binnenkort, maar tot zolang moeten we met ons allen verderklooien’.
‘Okee, dat zullen we zeker doen, verderklooien. Dat doen we al minstens honderddertigduizend jaar. Op die paar dagen zal het niet meer aankomen’.
‘My point exactly’.
Jeroen Vermeiren, Gent
Hans Lengeler, Lorgues
In het koude huisje staat een kachel die brandt op hout en bovenaan een klep die opengaat. Vooraan, een deurtje met vierkante raampjes. En achter die raampjes danste het vuur.
Met enkel het schijnsel van de hoppende vlammen, bewoog ik op een avond mijn hoofd op de beat van hun wiegend gemoed. Ik voelde me als in goed gezelschap. Ontdaan van elk stofje en poedelnaakt lag ik op de vloer in de voorste plaats. Het huis had mijn volste vertrouwen nu het zo warm was.
“Weet je wat?”, zeiden ze roodknetterend en likkend. Ik luisterde stil bij wat, naar ik vermoedde, een lang gesprek zou worden - tot ze doofden. Gretig en nieuwsgierig vrat ik alles wat het vuur me vertelde: vonken, spatten, sissen, blazen, fluiten, suizen, zoemen… en daar viel het hout pardoes met een plof . Ik boerde van het schrikken met de plof een vlammetje op en suste de draak in mijn buik.
Mijn handen tussen mijn kin en knieën geklemd, keek ik toe tot het nu helemaal donker werd. De blozende hitte maakte plaats voor de kou van elke dag.
En als de eerste bibber me vond, sloeg ik mijn jas om en liep meteen de trap op naar bed. Zoals ik al vertelde, met mijn kleine zwarte hond op mijn hoofd als een wintermutsje. Ik zuchtte waarop hij zuchtte tot we beide snuffend de tijd verlieten en droomden.
Een collega vroeg me in die week, “Waarom ben je zo vurig? Je bent een woeste vrouw.” Oh dat wist ik helemaal niet.”, antwoordde ik. De vraagtekens lichtten op en ik las er mijn gedachten bij.
Is dat het vuur dat ik niet verteer of is het mijn hemelse wens naar vrijheid?
Niemand heeft me - dacht ik, en pas jaren later wist ik anders.
Altijd heeft iemand je vroeg of laat te grazen.
Ik excuseerde me en verliet de receptie waar ik me om professionele redenen probeerde te gedragen.
Ik reed snel, de nog schaarse snelheidscontroles voorbij, huiswaarts. Voor de garage van het boerenhuis viel ik stil. Maar onmiddellijk daarop, terwijl ik van mijn auto in het donker naar de achterdeur stapte, vloekte ik aanhoudend en luid. Als bij verlost van vragen die anderen zich stellen, knuffelde ik mijn kleine zwarte hond tot hij mijn afwezigheid vergaf en vergat. Blij met elkaar liepen we de velden en de bossen in - en dat we uren wandelen konden.
Het werd bijna ochtend toen we terugkeerden. Het huis sprak: “Welkom.”, met het vuur dat nog ademde. In mijn armen droeg ik bussels grassen, takken, veren en late bloemen. Ik maakte er boeketten van tot het licht binnenbrak en ik van verbazing mijn armen los liet hangen. Dan liep ik voldaan door het huis en bewonderde mijn pas gemaakte binnentuin. Ik zong een lied.
Moraal: Spreek me tegen als het niet waar is.
KS
Het ziet ernaar uit dat ik de 50 zal halen, binnen een corpulente maand. Toen ik 16 was, geloofde ik oprecht dat ik nooit 20 zou worden. Vervolgens kwam de deadline op 25 te liggen. En eens 30 was ik ervan overtuigd dat iemand het licht zou uitknippen op mijn 33ste. Niet omdat ene Jezus van Nazareth dan de geest gaf, maar omdat er 33 gedichten stonden in mijn eerste dichtbundel, Wild Vlees. Dat kon, dacht ik, geen toeval zijn.
Het zegt iets over de compulsieve, neurotische aard van dit beestje. Geen rariteit is mij vreemd. Integendeel. Toen ik studeerde aan de universiteit nam ik elke dag de trein van Asse naar Etterbeek. De voetpaden werden in die periode vernieuwd: rozige en grijze betontegels wisselden elkaar af. Ik weet nog dat ik tijdens mijn korte wandeling naar het station obsessief de grijze tegels probeerde te vermijden. Dat begon wellicht als een spelletje, maar al snel was het bittere ernst. Als ik wél een grijze tegel zou raken, stond mij zonder enige twijfel een groot, verwoestend drama te wachten. U mag lachen, beste lezer. Ik vind het zelf best vermakelijk, achteraf bekeken. Ik heb in de loop der decennia overigens wel meer van die vreemde ‘gewoontes’ gehad. Er zijn vast psychologen en psychiaters die heel wat te vertellen hebben over dat soort gedrag. Maar frankly? Het zal mij aan mijn welgevormde bips roesten. Met de jaren gingen die dwangmatige trekjes er grotendeels uit. Grotendeels, want hier en daar schemert dat dwangneurotische nog wel eens door. Voor mezelf is het redelijk duidelijk: het was (en is gebeurlijk nog) een manier om vat te houden op de dingen. Houvast is een kostbaar goed, tijdens de woelige tocht over de baren van het leven. En je grijpt het waar het te grijpen valt.
Maar goed, ik word dus 50 en ik gooi daar een partijtje tegenaan. Eerst had ik een ellenlange gastenlijst. Die bestond uit twee groepen mensen: zij die ik wil vragen en zij die ik meen te moeten vragen. U leest het goed, dat laatste. Behaagzieke hoer die ik ben. Het was mijn bestie E. die zei: ‘Jerrroennnn!’ (Ze kan dat héél nadrukkelijk zeggen: Jerrroennn, met een r die van een bergflank dondert als een lawine en een n die nazindert als een zonneslag.) ‘Het is jóuw feestje, dus jij nodigt alleen mensen uit die je daar echt, écht bij wil hebben.’ Ze weet ook dat mijn portemonnee weinig diepgang heeft en zag mij al kosten maken die nog weinig vandoen hebben met wat ík fijn en gezellig vind. Ik hou van die praktische, no-nonsens-kijk op de dingen van E. Mijn lijstje in Excel daalde prompt van 160 naar een 80-tal namen. De helft minder. En dat allemaal omdat ik toch weer een pleaser wilde zijn.
Een eerste lading invitaties ging gisteren mijn virtuele deur uit. Amper 24 uur later hebben quasi alle genodigden van die eerste lichting hun aanwezigheid bevestigd. Stuk voor stuk mensen die ik graag zie. Schone mensen. Wijze mensen. Gouden zielen. Door hun ijlingse respons besef ik dat zij ook mij graag zien. Sommigen boekten meteen een Airbnb of hotelletje in Gent. Opdat zij de braspartij – want dat wordt het natuurlijk wel – niet voortijdig hoeven te verlaten. Zot content word ik daarvan.
Dit stukje lijkt nergens heen te gaan, of hooguit anekdotisch te zijn, maar niets is minder waar. Wie goed leest, vindt er heel wat aanmoediging in.
Om radicaal raar te zijn en daar verder geen moer om te geven. Om keuzes te maken, wars van behaagziekte. Om te koesteren wat je lief is. Om de dief te zijn van je eigen tijd. Om ballast overboord te gooien. Zonder daar excuses voor te strooien.
En om te hinkstapspringen, van roze tegel naar roze tegel.
Er is nu eenmaal meer dan één enkele regel
voor geluk.
JV
Zo eens om de zoveel tijd rijden wij terug onze berg op naar het huis is de Ardèche dat we noodgedwongen moesten vervangen van vaste woonplaats naar vakantiehuis. Het blijft heerlijk om thuis te komen in dat andere stukje wereld of waarvan Fons ooit zei: “Lamastre, the place where dreams come to die.” Want dat is toch ook een beetje zo. Een dorp waar de tijd blijft stilstaan en er nooit iets verandert. Behalve dan alle mensen die ondertussen ook alweer vertrokken zijn want enkel de diehards overleven hier.
Vrouwen hebben er allemaal hetzelfde kapsel: kort, want dat is handig en vraagt weinig onderhoud. En de mannen dragen allemaal dezelfde jas en schoenen: aangekocht op de wekelijkse dinsdagmarkt. Het lokale ‘patois’ oftewel dialect is niet te verstaan en als zij jouw accent horen, stappen ze snel weg want buitenlanders dat is een ingewikkelde soort en stel je voor dat je ineens wordt aangesproken in een andere taal of dat je iets van verandering teweegbrengt.
Vandaag reden we Lamastre weer binnen en dan turen we uit de auto op zoek naar ‘iets dat veranderd is’. De bar tabac ‘Cucu’ is er nog steeds, net als de obligatoire ‘Bar du Sport’ die elk dorp kent. Op het terras van het restaurant ‘Le Chataignier’ liggen opgehoopte bladeren van de platanen op het pleintje, maar dat is ook normaal, in de winter sluit bijna alles om dan weer in de lente open te gaan. De krantenwinkel staat al jaren leeg en te koop en oogt elk jaar minder aantrekkelijk. Vermoedelijk zal het ooit volledig gesloopt moeten worden maar dat weet je nooit, er zijn al meer ten dode opgeschreven panden weer tot leven gerezen hier. Want dat is ook wel wat die buitenlanders hier doen: ze ontdekken zo’n vervallen pand in een half verlaten dorp en voelen zich geroepen om weer nieuw leven te blazen in dat pand, in het dorp, in hun dromen,… en dat weet ik want wij hebben ooit ook een oude ‘lavoir’ tot koekjesbakkerij omgetoverd. In een andere tijd, een ander leven lijkt het soms.
Het contrast was zo groot toen we in het zuiden aankwamen. In het kleine dorpsschooltje in de Ardèche kenden we iedereen en werd er wat afgekust ’s morgens. Vermengd met de geur van zelfgerolde sigaretten, kleine oogjes van te veel ‘canons’ de avond ervoor en een stukje geitenkaas dat uit een lange baard rolt.
En toen stond ik voor ’t eerst aan de schoolpoort in het zuiden en mijn ogen vielen uit hun kassen bij de vele nektatoeages, de hoge hakken, glitter topcrops en opgespoten borsten. Geen Jean-Marie’s of Pierre-Olivier’s maar Giovanni’s en Luciano’s want de Italiaanse grens is binnen handbereik. Op zoek naar wat aansluiting sloofde ik me uit op voor het eerste schoolfeest: een hele avond en ochtend flanste ik zelfgedecoreerde cupcakes in elkaar. Van mijn jongens moest ik geen hulp verwachten, die hadden misschien wel een voorgevoel. Waar ze in de Ardèche elk zelfgebakken brouwsel als een godenmaal in ontvangst nemen, kregen mijn cupcakes in alle kleurtjes van de regenboog amper een blik waardig daar in het zuiden. Een ‘merci’ kon er nog net af maar verder: ‘neen, we hebben geen hulp nodig bij de voorbereidingen’. En toen wist ik: de tijd dat ik me nog ga kunnen inzetten voor een school was voorgoed voorbij en die aansluiting daar kon ik naar fluiten.
Het vakantiepark is dan weer een eiland in het dorp in het zuiden, voornamelijk bemand door Nederlanders die hun kinderen mondig en dikwijls competitief opvoeden. Klaarstomen voor een leven in de ‘business world’. ‘Wat studeert jouw oudste zoon?’ vragen ze benieuwd als ik hen vertel dat hij tegenwoordig in Aix woont. Als ik dan antwoord ‘Letteren’ dan zie je het even knetteren in hun hoofd want buiten ‘advocaat, dokter of bedrijfsleider’ is er natuurlijk niets dat er echt toe doet. ‘Wat kan jij daar mee worden?’ vragen ze dan. Ik antwoord dan: ‘hij is al zichzelf en volgt zijn droom’. En van die dromen, daar kan de wereld er nooit genoeg van hebben, er zijn genoeg plaatsen waar ze zo wegvloeien.
SL
Ik werd midden in de nacht wakker en warmde me een tas preisoep op. Ik kroop terug onder de lakens en redde de wereld. Toen ik opstond was het overal in het nieuws. “De wereld is gered”, stond er in grote letters op de voorpagina’s van de kranten. Ik voelde me opgelucht en blij, want het was echt wel nodig dat iemand dat eindelijk eens een keertje deed.
Toen werd ik écht wakker en merkte dat de wereld nog steeds niet was gered. Dat viel tegen.
Dan maar naar de markt, naar dat ene kraam waarvan ik zeker ben dat ze groenten verkopen die van hun eigen veld komen. Altijd geblutst en vuil, hun waren, maar even smaakvol als een exemplaar dat voldoet aan de esthetiek die de doorsnee klant verwacht van een aubergine of een rode paprika. En die kraamhoudster is ook zo vriendelijk en steeds in voor een praatje. ‘Niet normaal, die temperaturen. Wij hebben nog steeds muggen in huis’, zegt ze. ‘Neen’, zeg ik, ‘echt niet normaal. Maar ik heb er evenwel van genoten hoor. Tochtje gemaakt, terrasje gedaan… Ik zal er de wereld niet mee redden maar de lokale horeca kan er maar blij mee zijn’. ‘We doen wat we kunnen’, antwoordt ze.
Op de trappen naar het vierde kom ik mijn gepensioneerde buurman van het tweede tegen. ‘Alles goed Pierre?’, vraag ik. ‘We doen voort’, zegt Pierre, Heb jij nog wat gehoord van onze buurvrouw van het eerste, het is zo stil daar’. ‘Ze vertelde me dat ze op reis ging naar Thailand, samen met haar dochter en haar neef uit Marseille’, zeg ik. ‘Dat zal het zijn’, zegt Pierre, ‘Verre reizen met het vliegtuig, je zal er de wereld niet mee redden, maar je kan er maar van genieten zeker?’.
Boven, op het vierde, overvalt me een onbedaarlijke niesbui. Minutenlang. ‘Goed zo’, denk ik, ‘de luchtvochtigheid in mijn appartement komt zo weer mooi op peil’. Ik open het raam en hoor mijn buurman met het gebroken hart één van zijn klaagzangen aanheffen. Hij oefent zijn falsetto stem maar haalt geen enkele zuivere noot. Het getokkel op zijn gitaar lijkt ons vanuit een ander universum te bereiken. Met flink wat vertraging op zijn zanglijn, bedoel ik. ‘Voor die mens is geen redding meer mogelijk’, denk ik luidop en ik sluit het raam om tenminste mezelf te redden.
Radio FIP is weer in topvorm. Hoe kom je erbij om een zweverige flard Vangelis uit de soundtrack van Blade Runner te laten volgen door “I Feel Love” van Donna Summer? FIP redt me uit mijn gepieker met hun zin voor humor en lichtheid. Indien ik geen nieuwe onderbuur had op het derde, ik zette het volume op tien en danste een Texas Two Step.
Eén van mijn broers Whatsappt dat hij in een vakantiehuisje in de Ardennen zit en gooit er wat foto’s achteraan. Mijn broer heeft al wat te verduren gekregen in zijn leven. ‘Geniet ervan’, stuur ik terug en ik denk, ‘die redt zichzelf wel, mijn broer’.
Ik schil me een aardappeltje, stoof op een zacht vuurtje een drietal witloofstronken en braad er een stukje kippenwit bij. Ik zet me aan tafel en schenk me een glas rode bordeaux uit. Die hebben het heel moeilijk nu, de wijnboeren uit Bordeaux. De smaak van het publiek is veranderd, de zware bordeaux ligt niet goed meer in de markt. Ik proef. Best lekkere wijn anders. Als dessert neem ik nog een glas. Ik zal er de wijnboeren niet mee redden, maar ik geniet van de volle smaak van de wijn.
Ik kruip in bed met een gevoel van voldoening. Ik heb dan wel niet de wereld gered, er viel op micro-schaal toch één en ander te doen.
Morgen doe ik op dezelfde wijze verder.
HL
De kans is groot dat, terwijl u dit leest, Klara’s Top 100 door uw luidsprekers galmt, want dit eigenste weekend houdt de kleinste VRT-zender zijn jaarlijkse hoogmis van de klassieke muziek. Ik kijk daar telkens weer naar uit. Ja, je moet er wat clichés bijnemen, zoals de Bolero van Ravel, maar het is toch vooral één langgerekt feest voor oor en ziel. De puntjes op de i: er is niet mis met een goed cliché. De canon van Pachelbel, de Vier Seizoenen van Vivaldi (die weliswaar een bijzonder prikkelende nieuwe jurk kregen aangemeten door Max Richter), het Adagio van Albinoni, het Carmina Burana van Orff… het zijn de populaire ‘deunen’ van het klassieke repertoire. En ik lust ze heus wel.
Maar dan. Al die iconische composities die de revue passeren! De Mattheuspassie van Bach en zijn suites voor cello, het requiem van Fauré, het adagio voor strijkers van Samual Barber (onlosmakelijk verbonden met die monumentale scene in de met vier Oscars bedachte oorlogsfilm Platoon), de Messiah van Händel, het Stabat Mater van Pergolesi, het requiem van Mozart, de vettige kitsch van Rossini, het pathos van Verdi, Les Indes Galantes van Rameau, de polyfonie van Josquin des Prez, ach, ik kan nog wel even doorgaan. Het is allemaal snoep voor mijn groot uitgevallen oren.
Wat mooi is: ondanks het feit dat het om dé canon van de klassieke muziek gaat, ontdek ik elk jaar toch weer iets nieuws. Afijn, iets ouds dat mij nog moest inhalen en veroveren. Het is prettig vast te stellen dat een mens blijft evolueren. In zijn smaak en in datgene waar hij ontvankelijk voor is. Wat een rijkdom is dat. Wat een troost ook.
De alhier genoemde oude knarren – het is te zeggen: een fractie van hen – wisten zeer zeker van wanten. Dat is natuurlijk een eufemisme. Niet zelden kunnen we gewag maken van een muzikaal genie. Een mens zou bijna vergeten dat er ook vandaag heel mooie dingen worden gemaakt, door hedendaagse virtuozen. Op mijn Spotify heb ik een playlist staan met als titel ‘powemelancholie’. Het is één langgerekt o(o)rgasme, waarin golf aan golf wordt geregen, door onder anderen Ólafur Arnalds, Nils Frahm, Ludovico Einaudi, Max Richter, Agnes Nobel, Yann Tiersen, Philip Glass, Jan Garbarek en Jóhann Jóhansson. Weet u wat? Gaat u vooral zelf eens luisteren, hierzo: POWEMELANCHOLIE.
Of wacht. Eerst even die Klara Top 100 degusteren, mijn playlist kan wachten. Zak twee dagen lang onderuit. Luister. Dein mee. Lees er wat poëzie bij, zo af en toe. Dat is gezond. Ergens moet er een wetenschapper rondlopen die dat onomstotelijk heeft bewezen.
Besprenkel het geheel met koffie of thee, en later op de dag met een ambachtelijk biertje, blokje kaas dabei. Meer heeft deze mens niet nodig.
JV
Alweer een recept dat je écht kan maken. Ook al schrikt het sommigen af (40 tenen look is niet niks), je zal versteld staan over het resultaat.
Bereiding: 2 uur
Voor 6 personen: 1 flinke kip, 1 boeketje tijm, 40 tenen look, 1 takje rozemarijn, 1 steel selder, 3 blaadjes salie, 1 laurierblad, 1 boeket platte peterselie, 4 takken tijm, 6 sneden geroosterd brood, zout, peper, olijfolie.
Strooi zout, peper en tijm in het binnenste van de kip. Giet een geut olijfolie in een pyrex of ovenschotel met deksel en voeg de tenen (ongepelde) look en de kruiden toe. Leg de kip bovenop de kruiden nadat je haar eerst hebt rondgedraaid in de olie met kruiden. Maak een deeg met 2 eetlepels bloem en 2 eetlepels water en sluit hiermee het deksel van de pyrex of ovenschotel hermetisch af. Verwarm de oven voor op 180° en laat de kip ongeveer 1,5 uur stoven. Verwijder het deeg waarmee je de schotel afsluit op tafel (beetje show) en serveer het geroosterde brood dat je besmeert met de tenen look.
Smakelijk!
HL
BIO
Geboren te: Draguignan, Provence-Frankrijk
Leeftijd: onduidelijk, varieert volgens de geraadpleegde bron
Status: single
Studies: onbekend
Beroep: rondreizende karaokezangeres
Adres: Place de l’Eglise, Lorgues
Huidige verblijfplaats: Instituut Huize Tranendal, Vidauban
Echte naam: Danielle Dupont
AKA: Betty Venus, Madonna Jackson, Dalida Tozzi
Hobby’s: zingen en shoppen
Sterrenbeeld: Tweeling
We hebben nog geen nieuws van ons Kimberley maar volgens de geruchtenmolen bereidt zij zich volop voor op de audities van Provence’s Got Talent.
Deze hadden we nog liggen en in afwachting van meer info laten we vandaag het gevoelige “Tears in Heaven” (Eric Clapton in een bewerking van ons Kimberley) op de wereld los.
HL
Zou je mijn naam weten?
Als ik je zag in de hemel
Zou het hetzelfde zijn?
Als ik je zag in de hemel
Ik moet sterk zijn
En doorgaan
Want ik weet dat ik niet hoor
Hier in de hemel
Zou je mijn hand vasthouden?
Als ik je zag in de hemel
Zou je me helpen staan?
Als ik je zag in de hemel
Ik zal mijn weg vinden
Doorheen nacht en dag
Want ik weet dat ik gewoon niet kan blijven
Hier in de hemel
De tijd kan je neerhalen
De tijd kan je knieën buigen
De tijd kan je hart breken
Je laten smeken: alsjeblieft
Alsjeblieft
Achter de deur
Is vrede, dat weet ik zeker
En ik weet dat er geen tranen meer zullen zijn
In de hemel
Zou je mijn naam weten?
Als ik je zag in de hemel
Zou het hetzelfde zijn?
Als ik je zag in de hemel
Ik moet sterk zijn
En doorgaan
Want ik weet dat ik niet hoor
Hier in de hemel
JV
In deze rubriek vergast (inmiddels) Alleenstaande Vader Tony u wekelijks op enkele glasheldere en ongecomplexeerde huishoudtips, helemaal op maat van al wie na de dagelijkse arbeid aanzienlijk leutiger dingen te doen heeft dan pakweg strijken, poetsen en pubers opvoeden. Bijverdienen in het zwart, bijvoorbeeld.
De negentiende wet van Tony: Prince is god
Toen ik begon uit te gaan, was het een en al eighties-kitsch-kotsmuziek dat de klok sloeg. Madonna en zo, ik kreeg daar het zuur van. Het zuur! Idem met die onnozelaar van Wham. Ik peinsdige altijd: subiet een ‘wham’ op uw bakkes jong. Tussen al dat popgeweld was er gelukkig één houvast: de muziek van Prince. Wat was me dat? Geniaal was dat, zeg ik u. Een groot verschil met wat ze vandaag op de radio spelen. Ik zeg soms tegen Johan: ‘Johan, jong, zo ne muziek gelijk als die van Prince, dat maken ze niet meer!’ En de Johan zit dan driftig te knikken van ja. Uren ben ik uitgegaan op Prince. En pas op, ik kon dansen, hé! Die van ons geweest is gevallen voor mijn moves op de dansvloer. Let’s go crazy? Ik heb in mijn tijd nogal eens een beetje zot gedaan op dat nummer. Raspberry Baret? Ge had mijn heupslag eens moeten zien. Feesten gelijk in 1999? De meiskes stonden te gillen als ik daarop loos ging! Ook die van ons geweest. ’t Is te zeggen, die werd daar zelfs direct zeiknat van. Tranen in de ogen. Met tuiten, hé! Dermate ontroerd was zij door mijn weergaloos gevoel voor ritme. En dan dinges, allez, die slow… Purple Rain! Just. Ja miljaar, dat was nog eens muziek. Ik vond dat ook goed gevonden van Prince. Purperen regen. Ge moet er maar op komen, zeg ik. Ik heb nog nooit purperen regen gezien, maar ik blijf op zoek. Bij elke regenbui haast ik mij naar buiten voor een kleurenanalyse. Zonder succes. Dat zal iets van Amerika zijn, zeker? Hier vindt ge dat niet. Hetzelfde met de Indian Summer. Ik heb hier in de zomer nog nooit een indiaan zien lopen. Tenzij in Bobbejaanland, maar onder ons: ik peins dat dat acteurs zijn. Ik geloof niet dat ze die mannen hebben ingevoerd met totempalen, verendracht en hakbijlen en al. Begrijp mij nu niet verkeerd alstublieft. Ik ben geen racist! Niet hé! Meer nog: ik ben een supergrote fan van de indianen. Van Winnetou en Old Shatterhand en was er niet ook zo ene met een gewonde knie? Nu ja, niemand kan tippen aan Prince natuurlijk. Dat is de grootste indiaan van allemaal. Wat zeg ik? Prince is god! Dat is hij!
De twintigste wet van Tony: een vinger in het gat is goed voor de prostat
Ja, ja, ge kunt daar nu mee lachen, maar ge moet het maar eens proberen, naar het schijnt. Ik heb het ook maar van horen zeggen. Nochtans, ik weet alles over aambeien en prostaatproblemen. Typische wielrennersaandoeningen. Ook van de recreatieve koersman, zeer zeker, laat daarover geen enkel misverstand bestaan. Maar ik zal u nu eens iets vertellen. Ik zei onlangs nog dat de Johan mij op Tinder wilde, maar dat ik dat een gans gedoe vond. ‘Jamaar’, sprak de Johan vorige donderdag in de Calypso, ‘ik heb misschien iets beters voor u.’ Zijn ogen begonnen te blinken gelijk een gesimoniseerde BMW. ‘Hebt ge al eens gehoord van een lingam?’ Ik verslikte mij bijkans in mijn Duvel. ‘Een lingam? Wat is dat voor een ziekte jong?’ vroeg ik aan de Johan. ‘Tutut, dat is geen ziekte, dat is een soort massage. Ik heb dat onlangs laten doen in zo’n Thais massagesalon. Ge wordt daar helemaal gemasseerd (he-le-maal hé knipoogde de Johan) en op zeker moment steken ze een vinger in uw gat.’
Deze keer verslikte ik mij niet bijkans, maar spoog ik een volle slok Duvel uit van het verschieten. Zonde van het bier, dat. ‘Ge zijt gij zeker zot!’ riep ik. De ZjoZjo keek op vanachter zijn tapkraam en gebaarde dat ik wat stiller moest zijn. ‘Tony, ge moet niet direct reageren met dichtgenepen billen’, repliceerde de Johan. ‘Geloof mij, zo’n vinger op de juiste plaats, dat is een zegen voor de prostaat. Sindsdien druppel ik niet meer na als ik moet gaan. Enne…’ De Johan zweeg geheimzinnig. ‘Enne… watte?’ vroeg ik geïrriteerd. Met zijn geheimdoenerij altijd. ‘Nee, nee’, protesteerde hij. ‘Ik zeg niets meer. Behalve dit: ze laten u niet gaan voor ge nog een verrassing hebt gekregen. Een extraatje, zogezegd.’
De Johan wilde er verder niet over uitweiden. Hij staarde alleen nog wat gelukzalig voor zich uit en bleef maar herhalen: een vinger in het gat is goed voor de prostat. Ik weet nog niet of ik volgende donderdag ga kaarten, laat dat gezegd zijn!
JV
Stel je vraag aan Tony:
Het is tijd om je geitenbehendigheid te testen. Probeer deze week een nieuwe sport, zoals geitengolf of geitensurfen. Wie weet ontdek je een nieuwe passie voor het combineren van bergbeklimmen met het houden van geiten. Noteer dat de sterren signaleren dat irritante ex-liefjes niet meetellen als geit! Ze kennen u zo onderhand een beetje. Vunzigaard!
U snakt naar buitenaardse signalen, Waterman. Draag een aluminium hoed en wees voorbereid op het ontvangen van boodschappen van de kosmos. De kans is groot dat u daar bepaald vrolijker van wordt, want het ziet er steeds meer naar uit dat aliens onmogelijk onaangenamer kunnen zijn dan het gros van de aardlingen, zeker niet als die laatsten over een oranje of onnatuurlijk witte haardos beschikken.
De vissen in je hoofd zwemmen deze week richting creatieve hoogten. Schilder een meesterwerk met je tenen of probeer een symfonie te componeren met alleen maar visgeluiden. Laat je verbeelding de vrije loop! Of help het scheppinsproces een handje met een ritje op de maalstroom. LSD mag natuurlijk ook, in zoverre u dat gebruikt op eigen verantwoordelijkheid en risico.
U zult deze week een onstuitbare drang voelen om een innerlijke vredesmars te organiseren. Wees voorbereid op even onverwachte als onontkoombare verlangens naar yoga en meditatie. Omarm uw naasten en bij uitbreiding alle andere levensvormen. U moet nodig af van die aangeboren drang tot amok.
De sterren voorspellen een revolutionaire verandering in uw leven. Het ziet ernaar uit dat u voortaal alleen nog roze voedsel zult nuttige op de oneven dagen van de week. Het goede nieuws is dat dit uw stabiliteit aanzienlijk zal vergroten en u tevens in staat zal stellen de wereld te zien in de kleur van liefde.
Uw communicatieve vaardigheden zullen deze week tot ongekende hoogten stijgen, Tweeling. Overal waar u gaat, zult u alleen in rijm spreken. Menigeen zal verbaasd zijn door de schoonheid en originaliteit van uw poëtische geest. De sterren stellen ook een innige nieuwe vriendschap in het vooruitzicht. Met een dichtbundel.
De maan vertelt ons dat u deze week een carrière als professionele koekjesbakker moet overwegen. Uw scharen zijn prima attributen als het op deeg kneden aankomt. In combinatie met u uw natuurlijk aanleg tot excentrieke excessen kan dat mooie resultaten opleveren. Vergeet niet tijdig een patent te vragen voor dat gouden idee dat zich aan u – al knedende – zal openbaren. U kan daar namelijk flink fortuin mee maken.
Beste Leeuw, u mag dan zelf een transitie van loslopend wild naar huisdier ambiëren, de. kansen op succes heten nihil te zijn, aldus de sterren. U kan uw diepste aard nu eenmaal niet verloochenen. Tenzij u aan de temesta gaat, maar een verdoofd leven is géén leven, waarschuwt Saturnus. Misschien moet u gewoon zélf een huisdier nemen? Zónder het op te peuzelen, wel te verstaan.
Het universum zegt dat het tijd is om uw perfectionisme los te laten. Draag een week lang sokken die niet bij elkaar passen en ontdek de vreugde van chaos. Verwacht vreemde blikken van mensen, maar onthoud: imperfectie is de ware perfectie. En u die nooit puistjes en mee-eters wil uitknijpen: laat u zich alsnog maar eens goed gaan. Niets zo mooi als een littekentje her en der. Dat is sexy, weet Venus.
Een wispelturigheid zal zich van u meester maken, Weegschaal. (Of juffrouw, dat kan ook natuurlijk. De kosmos is inclusief.) Er lijkt een vuur te zullen gaan woeden in uw kuiten en heupen, waardoor u op de gekste momenten zal moet zwichten voor een dwingende drang tot dansen. Ook in de supermarkt en de wachtkamer bij de tandarts. Laat het gebeuren. U leeft net als alle andere sterrentekens maar één keer.
U zult tot uw eigen verbazing ontdekken dat u van de ene op de andere dag een duizelingwekkend talent voor grollen en grappen hebt ontwikkeld. De ene avond gaat u nog slapen als de eeuwige mopperkont die u bent, de volgende ochtend geeft u John Cleese en mindere goden het nakijken, dermate ad rem zult u uit uw bedstee stappen. De kosmos is benieuwd hoe dat moet aflopen. (De kosmos wéét dat natuurlijk al, maar zal het u lekker niet vertellen.)
De sterren voorspellen dat u deze week een avontuurlijke reis zult maken op de rug van een pratende eekhoorn. Hoe dat kleine, arme ding dat moet overleven, is vooralsnog onduidelijk, maar Uranus maakt toch gewag van een happy end. Wees niet verbaasd als u op uw tocht een sprekende rotsformatie ontmoet die u gouden tips geeft over hoe uw belastingaangifte te optimaliseren. En als u dat niet gelooft, maakt de kosmos u wel wat anders wijs, gij goedgelovige!
JV
Beste parochianen,
Ik wil graag zo’n mooie lichtschakelaar aankopen voor in mijn sacristie. Kan dat via jullie?
Pastoor Dupont
ANTWOORD:
Beste pastoor Dupont,
Het spijt ons, we willen ze zelf ook erg graag aankopen maar we moeten ervoor naar China. Probeer het anders eens via de webshop van Lourdes?
Au Parleur
© Au Parleur - JEROEN VERMEIREN/HANS LENGELER 2023/update 2024
SINT-DENIJSLAAN 31A - 9000 GENT
11, BOULEVARD CLEMENCEAU - 83510 LORGUES - FRANCE
BEELDEN: EIGEN WERK & UNSPLASH