- Vijftiende editie - 23 december 2023 -
‘Hey Bro, wat denk je? Zullen we onze lezers iets goeds toewensen?’
‘Zeker en vast. Bij deze: beste lezers, iets goeds’.
‘Het is een beetje droog gezegd, maar de intentie is er. Dus ook van mij: iets goeds’.
‘Maak er een mooie week van, iedereen’.
‘Yep’.
Jeroen Vermeiren, Gent
Hans Lengeler, Lorgues
En de jaarlijkse mediaprijs, de AUW! van Au Parleur, gaat naar…
Vooreerst onze dank aan alle lezers die hebben gestemd voor de persoonlijkheid van het jaar. We waren even bang dat onze servers zouden crashen maar het viel mee. Tot zover hebben een vijftiental mensen hun stem uitgebracht.
Wij beschouwen dit als een groot succes.
Tot op het einde bleef het een spannende race tussen twee kandidaten. We hebben dus een ex aequo.
Met 7 stemmen is onze café-uitbater-filosoof persoonlijkheid van het jaar.
Met eveneens 7 stemmen is onze lievelings karaoke-zangeres ook een persoonlijkheid van het jaar.
Proficiat aan beiden.
Wanneer je dit leest, heb ik er voor het eerst in pakweg 20 jaar nog eens een avond achter de bar opzitten. Als jonge snaak kreeg ik de horecasmaak te pakken in mijn geboortedorp Asse, waar ik jarenlang de handen uit de mouwen stak in het intussen ter ziele gegane fijne eetcafé De Oorzaak. Het was een coup de foudre, in die mate dat ik later zelfs even overwoog om naast het Brel-museum in Brussel een soortement cultuurcafé te openen, met ruimte voor kleine jazzy optredens, vernissages, slam poetry en andere artistieke gein. Ik was uiteindelijk te bang voor die grote sprong en maakte mijn professionele weg in ‘de media’. Als journalist, eindredacteur, creatief schrijver, plantrekker. Al veroorloofde ik me tussendoor wel nog eens een uitstap naar het café van het Kaaitheater in Brussel, waar ik zo’n half jaar lang na de dagelijkse arbeid de avondshift voor mijn rekening nam. Mooie tijden waren dat. Vermoeiend, dat ook.
Maar goed, de komende maanden duik ik af en toe weer achter de bar. Dat heeft met tering en nering te maken, met barre tijden voor alleenstaande ouders. Ik ben al lang blij dat ik iets kan bijverdienen met een oude liefde. Niet iedereen krijgt die gelegenheid. En dus serveerde ik koffietjes met een koekje, bier met een schuimkraag, rode wijn (meer moet dat niet zijn) en ook wat glazen frisdrank. O, en drie keer warme chocomelk plus één paprika en twee zoute chips. Ook een klassieker. Het gekke is dat die handelingen, die schwung – dare I say? – er nooit uitgaat. Het leek alsof ik van het Kaaitheater recht naar de volgende afspanning doorreisde. Het zit nog altijd in mijn systeem. Niet alleen het schenken, ook dat ‘gastheerschap’: een warm praatje hier, een vriendelijke glimlach daar, een kwinkslag soms, zowaar. Het maakt het moeten bijklussen goed verteerbaar.
Tegelijk – en daar kunnen we niet duidelijk genoeg over zijn – roep ik vadertje staat nu al op mijn huis straks voorbij te gaan. Straks, dat wil zeggen wanneer een nieuwe regering 30 miljard euro moet zien te besparen op de begroting. Ik word 50 en doe al decennia mijn deel. Zelfs als solopapa en heus geen decadent inkomen, moet ik al jaren extra belasting ophoesten. Net nog kreeg ik een afrekening van 1.600 euro. Nota bene voor het jaar waarin ik het minste verdiende in eeuwen, omdat ik de lerarenopleiding volgde. Er is daar allemaal een uitleg voor. Natuurlijk. Die is er altijd. Maar dus: doe wat u wil, komende regering, maar niet met mij. Niet meer. Klopt u eens bij Fernand Huts aan, bijvoorbeeld. Die heeft nog wel wat wisselgeld staan in belastingvriendelijke buitenlanden. Ja, ja, ik ken dat riedeltje over de captains of industry en hoeveel jobs ze wel niet creëren. Maar euh… mag je dan wél belastingen ontduiken of een soort van frauderen? Ik vind alvast van niet.
In een interview in De Tijd deed filosoof-econoom Ingrid Robeyns een straffe oproep: ‘Beperk rijkdom tot 2 miljoen euro per koppel' Bam! De lezers onder u die meer dan dat op hun bankrekening hebben staan, zullen dat niet graag horen. Maar er valt veel te zeggen voor de visie van Robeyns, die vindt dat mensen wel degelijk te rijk kunnen zijn. In haar boek ‘Limitarisme’ pleit ze voor een bovengrens op individuele rijkdom. Niet alleen om de groeiende ongelijkheid en haar nefaste gevolgen tegen te gaan, maar ook omdat niemands rijkdom zomaar 'verdiend' is. Ook daarover is ze heel duidelijk: ‘Toeval bepaalt veel in ons leven.’ En gelijk heeft ze. Daar kan ik persoonlijk over meespreken, edoch, die details zal ik je besparen en al zeker aan de vooravond van Kerst. Voor mij mag alvast Robeyns’ boek onder de dennenboom liggen. Iets in mij fluistert dat ik haar een heel toffe peer ga vinden, en haar ideeën zo mogelijk nog ‘peerder’.
JV
Mijn telefoon rinkelde en ik nam voor de gelegenheid op. Als het me niet uitkomt, neem ik niet op. Dat heb ik in de loop der jaren geleerd. Maar deze keer kwam het me uit en ik nam op. ‘Coucou Hans’, klonk een vertrouwde stem. Het was mijn buurvrouw van het eerste, net terug thuis van een reis naar Thailand. Ze had een klein probleem met haar douche. ‘Ik kom eraan’, zei ik en daalde af.
‘Je ziet er goed uit’, zei ik. Mijn buurvrouw begon te stralen. ‘Ik ben een beetje gebronzeerd zeker?’, antwoordde zij. ‘Helemaal’, fleemde ik, ‘wat is er aan de hand?’. Na een maand stilstand stroomde het water maar heel zwakjes uit de kraan, dat heb je soms met stadswater waar nogal veel kalk in zit. Ik kon haar jammer genoeg niet helpen wegens geen enkele ervaring met het gieten van lood.
‘Ga je mee een glas drinken?’, vroeg mijn buurvrouw, ‘mijn vriendinnen zijn in het dorp om naar de kerstshow te komen kijken op de boulevard’. Men heeft me inmiddels reeds zo vaak op het hart gedrukt dat ik meer moet buitenkomen, het was zondag en ik had niks in de oven. ‘Okee’, zei ik.
Bij het zien van haar vriendinnen schrok ik een beetje. De ene heette Brigitte Bordeaux en droeg een klein hondje in haar armen. Ze leek verdacht veel op een andere nogal bekende Brigitte die in Saint-Tropez woont. Brigitte Bordeaux verdient haar brood met het geven van acte de présence op betaalde gelegenheden en het zingen van de liedjes van de echte BB middels een karaoke-installatie. ‘Wat hebben de mensen hier toch met karaoke?’, vroeg ik me af. Maar ik hield deze gedachte voor mezelf want ik voelde dat deze dame gevoelig was voor positieve aandacht. De andere vriendin leek weggelopen uit een film met een scenario naar een boek van Tolkien. Ik was te erg in de war om haar naam goed te begrijpen en durfde het niet opnieuw te vragen. Misschien beschikt zij over magische krachten en dat kan ik er nu even niet bijhebben. Laten we haar voor het gemak Gollumina noemen.
‘Mag ik een foto van je nemen?’, vroeg ik aan Brigitte, ‘dan vertel ik aan iedereen dat ik een terrasje heb gedaan met BB en dat is niet eens gelogen want je heet Brigitte Bordeaux’. Brigitte keek me eens diep in de ogen, iets waarmee zij duidelijk veel ervaring had, en antwoordde, ‘Normaal vraag ik dertig euro voor een foto maar voor een mooie jongen is het vandaag gratis’. Ik putte me uit in dankbetuigingen, zegde dat ik me erg vereerd voelde en van dat soort slijmelarijen. Mijn gevlei werkte duidelijk want ze lachte en spoorde me aan om op het knopje te duwen. ‘Van je camera, hé lieverd. Het knopje van je camera. Hihihi’.
Er kwam een karafje wijn op tafel en ik vulde de glazen. Gollumina, die nog geen woord had gesproken, gebaarde dat zij niks moest hebben en begon te zuigen aan het achterste van een kikker die zij uit haar sacoche tevoorschijn toverde. Mijn buurvrouw vertelde over haar reis, dat het daar bijwijlen warm en vochtig is in Thailand. ‘Warm en vochtig? Zo ken ik nog plekjes’, riposteerde Brigitte knipogend naar mij. Gollumina keek me daarbij doordringend en strak aan, zwijgend als een standbeeld. Ik voelde een lichte blos en wist even niet goed waarin ik was terechtgekomen. Een stripverhaal? Verborgen camera? Ik keek spiedend rond maar vond niks verdachts.
Mijn buurvrouw vertelde verder over haar reis. ‘Veel Europeanen daar in Thailand’, zegde ze, ‘Britten, Belgen en oudere Duitse hippies’. ‘Duitse hippies?’, vroeg Brigitte geïnteresseerd, ‘waren ze naakt?’. En alweer knipoogde ze naar mij en keek Gollumina me onderzoekend aan. ‘Nue au soleil. Ken je dat liedje? Van Brigitte Bardot?’, vroeg ze me schalks, ‘ik zing dat’. De ogen van Gollumina vernauwden zich tot spleetjes en priemden als naalden in de mijne. Ik schuifelde ongemakkelijk op mijn stoel. ‘Ja’, zei ik, ‘ik ben vertrouwd met het oeuvre van mevrouw Bardot’. ‘Très bien, mon p’tit loup’, lachte Brigitte ondeugend.
Ik wist me plots geen raad meer met de vrouwelijke energie van mijn gezelschap en maakte aanstalten om te vertrekken. ‘Ga je nu al weg?’, vroeg een pruilende Brigitte, ‘en het feestje is nog niet eens begonnen’. Mijn buurvrouw schoot me ter hulp. ‘Dat doet hij altijd’, zegde ze, ‘Plots is hij weg. Zomaar. Soms komt hij later nog eens terug maar evengoed zie je hem gedurende een paar weken niet meer’.
Ik kuste mijn buurvrouw en Brigitte ten afscheid op de wang en gaf Gollumina een hand. Weer die strakke zwijgende, ietwat verwijtende, blik. Mijn ziel verkilde even. Ik zegde au revoir en maakte me uit de voeten.
Veel Franser dan dit wordt het niet.
HL
‘Oh dit lijkt zo op de plek waar ik ooit ben geweest!' roep ik uit terwijl ik rechtveer in de zetel. We kijken naar 'Hotel Coolgardie', een documentaire over twee Finse meisjes die werken in een bar in de Australische outback. Iets wat ik in een ander leven, als prille twintiger, ook heb gedaan.
Wat begint als één groot gevoel van herkenning, bijna een feestelijke déjà vue, vervormt zich gaandeweg tot een alsmaar grimmiger schouwspel. Met afschuw bekijk ik de seksistische en onbeschofte commentaren en handelingen. Met momenten spat de dreiging voor de meisjes van het scherm en zou ik hen willen beschermen: 'neen niet mee in die auto stappen’ of roep ik: 'vettig zwijn!' naar één of ander dronken gedrocht in de bar. Tegen het einde van de documentaire schiet er niets meer over van mijn enthousiasme en voel ik alleen maar walging.
Ik graaf in mijn geheugen en vraag me af of het er in ‘mijn pub' ook zo aan toeging destijds. Ik heb er zo’n goede herinneringen aan maar mits ik iemand ben van ‘het glas halfvol’, ben ik er ineens niet meer zo zeker van. We weten immers allemaal dat herinneringen niet weerspiegelen wat er echt is gebeurd, maar een ingekleurde versie van de realiteit zijn. Soms wordt er iets weggegomd, of een stukje bijgetekend of iets in een felle kleur gezet.
Het waren ook totaal andere tijden en de hele #MeToo beweging was nog niet eens aan de horizon te bespeuren. Misschien voelde dat toen aan ‘als normaal’?
En jonge mensen bestaan uit een uitzonderlijke cocktail van: drang naar avontuur, van overmoed en hormonale bronstigheid met als bindmiddel een scheut naïviteit. Ik voelde me sterk, onafhankelijk en vrij en dacht dat als ik lastiggevallen zou worden, er met een 'kick in the nuts' wel van af zou geraken.
Wat ook scheelde, de pub waar ik terecht kwam, werd gerund door een vrouw, Julie, of Jules voor de vrienden. Nu, je kan het amper een 'pub' noemen. Enkele golfplaten en wat houten latjes die de boel bijeen moesten houden. Jules kon drinken als een Australisch paard en ze kon haar mannetje staan, daar helemaal alleen in de outback. Als ze brulde stoof iedereen uiteen of spurtte een eucalyptusboom in. Maar ze deed geen vlieg kwaad.
Ik herinner me dat er door de continue droogte in de outback, groene kikkertjes in ons toilet leefden. De truc was: doortrekken en dan heel snel naar het toilet gaan voor ze weer naar boven zwommen en tegen je achterste sprongen. Of dat iemand voorstelde om zijn benzine te betalen met een aangereden reuze leguaan die hij in zijn koffer had gepropt. En ik leerde dat cowboys en mijnwerkers een heel stoer voorkomen hebben maar als je 'Better be home soon' van Crowded House door de boxen laat galmen, ze allemaal spontaan beginnen te huilen en naar vrouw en kinders verlangen.
Maar de beelden die het diepst in mijn hart staan gegrift zijn die van de Aboriginals community, onze enige buren. Hoe zij, als ze hun bijstandsgeld kregen, massaal naar de pub trokken om het zo snel mogelijk op te drinken. Ik denk nog vaak aan de kleine Anthony die geboren werd zonder dat zijn moeder het doorhad omdat ze stomdronken was. En dat ik haar in de bar altijd in het oog hield want als ze te veel gedronken had de kleine Anthony van haar arm schoof en ik hem dan zo goed en zo kwaad als het kon probeerde op te vangen om hem vervolgens achter de bar te slapen te leggen. Op een gegeven moment was er genoeg vertrouwen tussen de lokale bevolking en die Belgische ‘barmaid’ dat ik de jongste kinderen bij mij op de kamer te slapen mocht leggen als de ouders aan het binge-drinken sloegen. Enkele dagen later, als het geld op was en de kater uitgeraasd, werden ze weer opgepikt. Dat gaf mij de tijd om hen te ontluizen, hun kleren te wassen en hen wat fruit en groenten te voeden. Ondanks de schrijnende toestanden die ik te zien kreeg kan ik het die ouders amper kwalijk nemen. De verhalen die zij vertelden over hun jeugd, hoe ze zijn weggesleurd van hun families om in heropvoedingsinstellingen 'te ont-wilden', die verhalen gaan over levens die één langgerekt trauma zijn. Over cirkels van misbruik in al zijn vormen die men maar niet doorbroken krijgt en over een complete culturele cirkel die voorgoed doorbroken blijkt te zijn. Wat natuurlijk de bedoeling was van de koloniale bezetter. Vooral die verhalen zinderen nog na en kunnen me zo boos maken.
Ik kan me dus niet van het gevoel ontdoen dat mijn ervaring anders was. Zeer avontuurlijk, dat wel, en zeker niet altijd rooskleurig. Maar ik ben vooral blij dat niemand toen een camera op zijn telefoon had en er nog geen sociale media bestonden. Enkel in mijn hoofd bestaan de beelden van mijn door javel afgebleekte, gele haardos. Of hoe ik en een ander meisje (a Sheila), door de twee leuke en sexy Nieuw-Zeelandse cowboys (the Kiwi’s), achter op hun moto’s door de roestige outback werden rondgereden op zoek naar een plekje water waar je niet kon zwemmen want het zat er vol alligators en we dus maar dronken werden van warm bier en ik de hele terugweg moest kotsen.
Van deze herinneringen en zoveel anderen zijn geen digitale sporen. Enkel een handvol donkere, floue foto’s van een wegwerpcamera. En die volstaan.
SL
BIO
Geboren te: onbekend
Leeftijd: onbekend
Status: single
Studies: onbekend
Beroep: Geheim Agent
Adres: onbekend
Hobby’s: onbekend
Sterrenbeeld: onbekend
Speciale kenmerken: houdt zijn kousen aan in bed
Lievelingsmuziek: de filmscore van Jack Reacher (I en II) en Mission Impossible
Op de ochtend van 24 december werd Claude Vandenbossche* wakker met barstende hoofdpijn. Hij had het moeten weten toen hij gisterenavond bij gebrek aan cola, kraantjeswater had gedronken. Iedereen weet dat de Noord-Koreanen ons leidingwater besmetten met nanobots die van de westerse mensen willoze slaven maken. Iedereen? Neen, Claude* wist dat maar was gebonden aan zijn geheimhoudingsprotocol. Zo was het ook een publiek geheim dat Bill Gates vanalles in het covid-vaccin had gestopt om de bevolking te injecteren met trackers en micro-chips. Maar dat was tenminste gebeurd op aansturen van de Amerikaanse geheime dienst en dat zijn onze vrienden. Als de CIA in actie schiet is het om ons te beschermen, niet om ons kwaad te doen.
Claude* was een beetje boos op zichzelf. Eén moment van onoplettendheid was voldoende geweest om de communisten vrij spel te geven. Eén glas kraantjeswater en zijn leven kon voorgoed zijn veranderd. Hij moest die nanobots uit zijn lichaam zien te krijgen en dat kon slechts op één manier: veel cola drinken, en wel de echte gesuikerde versie volgens Amerikaans recept, niet de River cola uit de Aldi. Hij keek op zijn uurwerk. Hoeveel tijd had hij nog vooraleer het gif onherroepelijk zijn systeem zou besmetten? Hij voelde nu reeds zijn krachten afnemen. Haast was geboden.
Zijn leven flitste aan zijn geestesoog voorbij. De vele missies die hij had gedaan, in Berlijn, Parijs, Madrid, Praag, Londen, Genève, Rome, … Eén beeld drong zich op bij het denken aan al die steden waar hij had gevochten. Eén beeld kwam steeds terug. Het mooiste wat die steden hadden te bieden, was steeds hetzelfde… de MacDonalds! Overal waar hij kwam had de MacDonalds hem steeds bescherming en rust geboden. Het was vertrouwd terrein, je kon er steeds op rekenen, het was het symbool van de Vrije Wereld die hij zo intens liefhad en waarvoor hij telkens zijn leven in de waagschaal had gelegd. Claude had een epifanie, hij wist wat hem te doen stond.
Puur op adrenaline strompelde hij de trappen af, de straat op, naar de MacDonalds die zich twee blokken verderop bevond. Met zijn laatste krachten tikte hij het aanraakscherm van de bestelautomaat aan: Cola extra large, twee maal. Het leek een eeuwigheid te duren eer zijn bestelling klaar was, alles verliep nu in slow motion, Claude* zag dubbel en verloor zijn dieptezicht. Maar nét toen hij vreesde het te zullen begeven hoorde hij een stem. ‘Nummer 105, 105?’. Claude was gered. Gretig dronk hij zijn eerste halve liter, de vloeistof drupte van zijn kin, en dan, al iets rustiger, dronk hij de tweede halve liter. Zijn krachten keerden terug. Hij had Noord-Korea op de knieën gekregen, niet andersom.
Een intens gevoel van dankbaarheid stroomde door zijn gemoed. Die dekselse Coca-Cola had het ‘m weer gelapt. Niet alleen had the Coca-Cola Company zijn leven gered, ze hadden de vrije wereld ook de kerstman gegeven. Claude* kreeg tranen in zijn ogen. Indien hij ooit had getwijfeld aan zijn roeping, als hij ooit dacht dat het op was voor hem, dan verdwenen al die donkere gedachten als zeepbellen die uiteenspatten in de wind.
Claude* vierde het leven en bestelde zich een Big Mac menu met frietjes. Het was tenslotte ook voor hem kerstmis. ‘Vanavond kijk ik naar Home Alone I én II’, sprak hij tegen zichzelf.
Toen hij veiligheidshalve via een omweg naar huis terugkeerde, begon het te sneeuwen. Ergens sloeg een gedempte kerkklok het uur. Hoe mooi kon de wereld zijn, vooral als je de dood nog maar net in de ogen had gekeken. Wel opletten dat hij geen sporen achterliet in de versgevallen sneeuw. En wie kan bewijzen dat die sneeuwvlokjes niet eigenlijk mini-drones zijn, aangestuurd door de Chinezen? Voor de zekerheid liep Claude* achteruit naar huis zodat wie zijn voetsporen zou volgen, zou denken dat hij eigenlijk de andere kant uitging. De vijand slaapt nooit.
Claude* nam zich voor om te blijven vechten voor vrede op aarde zodat het alle dagen kerstmis zou zijn. Voor alle mensen.
Behalve voor de Noord-Koreanen natuurlijk. Laten we ernstig blijven.
*Claude Vandenbossche is de schuilnaam van Clement Vandevelde, adres bij de redactie gekend.
HL
Dierbare burgers van deze vrije en verlichte samenleving,
We hebben een overwinning behaald, niet alleen in de externe strijd die we hebben gevoerd, maar wat nog belangrijker is, in het innerlijke heiligdom van ons collectieve bewustzijn. Onze triomf is niet alleen de verovering van gebieden of het overwinnen van de Hegelianen; het is de overwinning op onwetendheid, onderdrukking en de ketenen die de menselijke geest veel te lang hebben gebonden.
Laten we nadenken over de reis die we samen hebben ondernomen. Wij, het soevereine volk, zijn boven de kunstmatige constructies uitgestegen die ons probeerden te beperken en te controleren. We hebben de ketenen van valse autoriteit afgeworpen en de authentieke kracht omarmd die in ieder van ons schuilt. De overwinning die we vandaag vieren is niet de triomf van mezelf of een heersende klasse, maar de overwinning van de algemene wil – de wil van het volk. Jullie hebben je stem laten horen in een democratisch proces, en dat resulteerde in het behalen van de AUW van Au Parleur.
In de traditie van het sociale contract zijn we samengekomen als een gemeenschap verenigd door een gemeenschappelijk doel en een gedeelde visie voor een rechtvaardige samenleving. We hebben erkend dat onze kracht in onze eenheid ligt, en onze macht komt voort uit de collectieve beslissingen die we als vrije burgers nemen.
Laat de vlam van de rede, ontstoken door de filosofie, ons pad blijven verlichten. Laten we waakzaam zijn tegen de krachten die de fakkel van vrijheid en gelijkheid proberen te doven. Onze overwinning is geen statische prestatie; het is een dynamisch proces dat constante waakzaamheid en een niet-aflatende toewijding aan de principes vereist die ons definiëren.
Tot slot spreek ik mijn diepste dank uit aan jullie allemaal die hebben bijgedragen aan deze triomf. Deze overwinning is niet de mijne; het is van ons – de collectieve verwezenlijking van een vrije en verlichte samenleving. Mogen we op dit fundament blijven voortbouwen en streven naar een toekomst waarin de principes van vrijheid, gelijkheid en broederschap niet slechts woorden zijn, maar levende realiteiten die de essentie van ons gedeelde bestaan bepalen.
En toch zijn jullie dwazen die zich hebben laten vangen aan het spelletje van de Poppoll, wat niets maar dan ook niets zegt over kwaliteit maar slechts een indicatie geeft over populariteit. Ik ben de fucking Vogeltjesdans niet!
Kom gerust een pintje drinken in l’Embuscade, we praten erover. Hegelianen gelieve zich te onthouden.
Patrick Dupont, moreel overwinnaar van de AUW van Au Parleur en bijgevolg Persoonlijkheid van het jaar 2023.
HL
Tijdens de klim naar mijn appartement op het vierde kwam ik mijn buurman van het tweede tegen. Pierre is een vriendelijke zeventiger met lachrimpels en we maken steeds een praatje als we mekaar zien. ‘Kom je een koffietje drinken?’, vroeg hij en ik zei ja. ‘Ga je naar het concert ten voordele van Telethon vanavond?’, vroeg hij langs zijn neus weg. (Telethon is een soort Warmste Week, maar dan op zijn Frans). ‘Ik ben namelijk de chef d’orchestre van de Harmonie van Lorgues. Dat orkest lag wat op z’n gat en ik probeer er opnieuw wat leven in te brengen’.
Pierre blijkt een echte melomaan te zijn, speelt al heel zijn leven saxofoon en steekt nu zijn energie in het opleiden van enthousiaste muzikanten. ‘We doen dit elk jaar’, verklaarde hij, ‘rond kerst geven we samen met de twee koren van Lorgues, de rooie en de blauwe, een concert in het Centre Culturel. De inkom is gratis maar je kan een gift doen voor het goede doel’. Ik beloofde dat ik er zou zijn.
Het Centre Culturel van Lorgues beschikt over een heuse, zij het bescheiden, concertzaal. Le tout beau monde, waaronder de burgemeester van ons dorp zelve, had present gegeven. In de praktijk betekent dit: de zowat alle gepensioneerden uit de buurt die zich een burgerlijk kantje hebben aangemeten. Geparfumeerde dames met chique jassen en heren met wit haar. Of zonder wit haar wegens kaal. Maar zoals het hoort, zijn ze allen warme en vriendelijke mensen die zwieren naar elke nieuwbinnengekomene. Iedereen kent iedereen. Ik werd al meteen aangesproken door een mooie dame die samen met haar man en wat vrienden naast me kwam zitten. Ze wilde weten wat het programma was en of ik dat wist. Ik wist dat want Pierre had me gebriefd. ‘Voor elk wat wils’, antwoordde ik haar. Dat vond zij een prima concept en ze lachte haar witte tanden bloot.
De lichten werden gedimd en het koor van de katholieken deed zijn intrede onder een warm applaus. De dirigent was een vernepelingske met valse spleetoogjes. In een ver verleden had hij een carrière in de muziekbusiness en heeft hij zelfs nog een paar platen uitgebracht. Kenners herinneren zich ongetwijfeld “Les Duponts, twintig banjo’s spelen voor u het Requiem van Fauré” of “Les Duponts, twintig banjo’s spelen voor u Die Walküre van Wagner”. Nadat de leider reuma in de vingers kreeg, hing hij zijn instrument aan de wilgen en startte een veertigkoppig koor. Voor de gelegenheid kregen zij vanavond ondersteuning van een drummer, een fluitiste en een pianist.
Het was…, het was…, ik vind geen woorden…, niet goed. Ik zou het de naam “Choral cacophonique” geven. Maar wie ben ik? Maar oordeelt u vooral zelf. Dames en heren, ik geef u een veeg “Kyrie”.
Ik werd een beetje depressief. Maar na een half uurtje doorrazen hadden zij er hun hele repertoire doorgejaagd en verlieten zij onder luid applaus uitgeput de scène om plaats te maken voor het koor van de liberalen.
Dit dertigkoppig koor was dan weer gaan vissen in de gospelvijver. Ik meen dat het stukken waren die in het Engels werden gezongen maar ik ben niet geheel zeker. De dirigent echter was helemaal niet zo’n pilarenbijter als die van het vorige koor maar een joviale ronde man die praatte met een heerlijk Provençaals accent. Aldra had hij de zaal op zijn hand en werd er hier en daar al bravo geroepen nog voor er werd gezongen. Qua sfeer zat het dus wel goed.
En toen begonnen ze te zingen. Ze bleken telkens de grootste moeite te hebben met het gezamenlijk inzetten van hun liederen en ook qua toonvastheid kon het nog een tikkeltje beter. Ik weet het, ik ben streng. Het gaat hier tenslotte over een amateurkoor, maar ik vond het ondanks alles alweer niet écht goed. Het was dan al beter dan het koor van de katholieken maar er stroomde nog steeds een beetje bloed uit mijn oren. Vervelend.
Met een half uurtje waren we ook daar vanaf en toen was het de beurt aan mijn buurman Pierre met de Harmonie van Lorgues.
‘Damn’, dacht ik, ‘zie Pierre daar staan, mooi in het pak, de baas van het orkest’. En begot, Pierre had niet gelogen. Hij bracht inderdaad voor elk wat wils. “Il est cinq heures, Paris s’éveille” (instrumentaal uiteraard), een Glenn Miller-medley, iets van de Andrews Sisters (alweer instrumentaal uiteraard) en als klap op de vuurpijl Bachs “Toccata” in een arrangement voor fanfare. Straf. Rock & Roll. De zaal ontplofte. Staande ovatie. Ik zat in een trip, ik bevond me in een film van Fellini.
Kiekenvlees bij het publiek, nekharen recht naar omhoog, zakdoeken werden volgesnoten, een oudere dame viel van hare sus, emotie.
Voor de Lorguenaar is dit het culturele hoogtepunt van het jaar, voor mij was het zonder twijfel het slechtste concert dat ik ooit bijwoonde. Maar wat een enthousiasme, wat een sfeer! Volgend jaar kom ik terug.
Mon dieu, wat woon ik hier graag.
HL
We kunnen niet
Alzo over straat lopen
We kunnen niet
Zelfs als we naakt zouden willen leven
En toch zonder diep van binnen onfatsoenlijk te zijn
Ik geef het eerlijk toe
Hoe opwindend is het
Naakt in de zon
Volledig
Naakt in de zon
Volledig
Wanneer de lente
Alle knoppen laat knallen
Mijn kleren
Bezwaren me op een vreemde manier
En plotseling in mijn verbeelding
Zie ik mezelf verborgen
Tussen de rotsen
Naakt in de zon
Volledig
Naakt in de zon
Volledig
Ik heb visioenen
Golven en tropisch fruit
Wanneer zijn stralen
Streel mijn huid teder
Het gaat goed met mij en de wereld draait rond
Ik denk van niet
Ik open mijn armen
Naakt in de zon
Volledig
Naakt in de zon
Volledig
In deze rubriek vergast (inmiddels) Alleenstaande Vader Tony u wekelijks op enkele glasheldere en ongecomplexeerde huishoudtips, helemaal op maat van al wie na de dagelijkse arbeid aanzienlijk leutiger dingen te doen heeft dan pakweg strijken, poetsen en pubers opvoeden. Bijverdienen in het zwart, bijvoorbeeld.
De 27ste wet van Tony: gedaan met testikels als vehikels
Ik heb een bekentenis te doen. Kort voordat die van ons geweest met dat stukske badmintonleraar aan de slag – of is het de rol? – ging, liet ik stiekem een ingreep uitvoeren. Ge moet weten dat ze in niet mis te verstane termen had aangegeven nog een derde kind te willen. Mijn broek viel daar bijna van af, maar ik hield ze wijselijk aan, want een accident is gauw gebeurd. Nog een derde kind. Laat dat efkes tot u doordringen. Met twee pubers in het middelbaar nog eens in de pampers duiken! Het hoofd bieden aan teruggegeven melk, RSV-virussen, slapeloze nachten, overdreven applaus voor de gangbare onnozelheid, zoals het beginnen kruipen, het eerste woordje, de eerste stap, enzovoort, enzoverder. Ja zeg, we zijn daar allemaal gepasseerd hé. In het dierenrijk doen ze daar allemaal niet zo hysterisch over. Afijn, om maar te zeggen dat een derde kind niet meteen bovenaan mijn wenslijst stond. Pas op, ik zie mijn kinderen graag hé, maar genoeg is genoeg. En zo kwam het dat ik een vasectodinges had gepland toen die van ons geweest in ’t krokusverlof een week aan zee zat met haar moeder en ons Kelly en onze Kenji. De uroloog heeft er onder lokale verdoving een knoop in gelegd, of wat het ook is dat ze doen om ne man zijn soldaten met losse flodders te laten schieten. Ik dacht: met alle Tony’s maar niet met den dezen. Ik vind dat wij mannen ons ook mogen emanciperen. Wij zijn meer dan zaadfabrieken hé zeg. Wij hebben ook wensen en meningen. Alstublieft dank u wel. Daarom de 27ste wet van Tony, alias mezelf: gedaan met testikels als vehikels voor nog meer nageslacht. Baas in eigen balzak! En daarmee gedaan.
De 28ste wet van Tony: te veel voorzichtigheid is ook niet goed voor een porseleinenwinkel
Een hele belangrijke wet, deze! Zeg dat ik het gezegd heb. Ge denkt nu natuurlijk: ja, maar daar komen scherven van en scherven kosten geld. Op het eerste gezicht hebt ge gelijk, op het tweede gezicht vergist ge u. Ik zeg altijd: op eieren lopen, daar wordt niemand beter van. De wereld is al overgevoelig genoeg. Allez, tegenwoordig noemen ze dat woke, denk ik, maar ik ben er niet zeker van. Soit, zachte heelmeesters maken stinkende wonden, die uitdrukking herinner ik mij nog van de lessen Nederlands en ik heb ze altijd onthouden. Eigenlijk zegt dat hetzelfde als: te veel voorzichtigheid is ook niet goed voor een porseleinenwinkel. Als nieuwe, vrijgevochten man wil ervoor pleiten wat minder op uw kop te laten schijten. Ik mag dat zeggen, want ik kreeg mijn portie bruine smurrie wel geserveerd door die van ons geweest. Soms moet ge zeggen: genoeg is genoeg. En dat er dan een vaas breekt, awel, het zij zo. Staat er hier deurmat op mijn voorhoofd misschien? Ik dacht het niet! Ik heb ook gevoelens. De vrouw die mijn hart nog wil veroveren is gewaarschuwd: ik wil gezien en gehoord worden. Ik ben meer dan een kostwinner! Ik heb ook noden en dan bedoel ik niet de seks, want dat is een grote misvatting. Seks is ook maar seks zenne. Een hoop gedoe en zweet en gesmoorde kreten, want de kinderen zouden het maar eens moeten horen. Niet meer met den Tony!
JV
Stel je vraag aan Tony:
De geest van de kerstgeiten heeft je uitgeroepen tot de ceremoniële hoeder van de kerstkoekjesberg, Steenbok. Welk een eer! Beklim de suikerheuvels en bescherm de heerlijke lekkernijen tegen ondeugende elfjes en vraatzuchtige sneeuwmannen. Wat die laatsten betreft: met een vuurtje stoken, kom je al een heel eind.
De kosmische sneeuwvlokken fluisteren geheime codes in je oor, Waterman. Ontcijfer ze om de deur naar ultiem geluk te openen, een vrijplaats waar je aan een infuus van glühwein wordt gelegd, terwijl Dolly Parton haarzelve liedjes voor je zingt. Een plek ook, waar griep en andere virussen geen plaats hebben. Bof jij even!
Duik in de magische kerstvijver, Vissen, waar pratende visornamenten je zullen opzwepen met geile kerstboodschappen. Je vinnen hebben een wilde rit in het vooruitzicht! Het werkwoord ‘paaien’ zal plots hele nieuwe betekenissen voor je krijgen. Dat is goed, want jij bent de brenger van de fijnste kaviaar. Blub blub, zet ‘m op Vissen!
O, Ram, jij bofkont! Verwacht je deze kerst aan een episch gevecht met de Kerstman, die oude baarddrager. De kans dat jij het haalt, is aanzienlijk groter dan dat hij de bovenhand krijgt, al heeft hij natuurlijk wel magische krachten en jij niet. Bovendien: hoe durf je een oude man af te ranselen?! Een arena gevuld met peperkoekmannen zal jou onthalen op massaal boegeroep. Onze raad? Speel voor dood. Laat die ouwe winnen. En doe je nadien tegoed aan de troostprijs: kilo’s marshmallows en gesuikerde ooien!
Hallokes, Stier! Het ziet ernaar uit dat je wordt uitgenodigd voor een exclusieve modeshow op de Noordpool, waar rondborstige elfjes hun nieuwste kerstoutfits onthullen, daarbij niets aan de verbeelding overlatend. Geniet van de catwalk en… vooral van de afterparty, want die belooft zeer onkerstelijk te worden. Whoop whoop, Stier! Tijd voor een rondje rodeo!
De kerstgeest heeft je tong in een knoop gelegd, Tweelingen! Je zult dagenlang spreken in rijmende kerstwensen, tot grote ergernis van je naasten. Het goede nieuws is dat de Kerstman zulk een devotie weet te waarderen én ze ook navenant beloont. Misschien neemt hij je wel mee op wereldtoernee.
Ach, Kreeft, de sterren wilden je goed nieuws brengen, maar de waarheid en realiteitszin hebben hun rechten. De kans dat je krakend eindigt in kokend water en vervolgens op een feestelijke schaal, is groter dan de kans dat jij aan de dis zit waar die schaal wordt opgediend. De kosmos gelooft in radicale eerlijkheid en wil jou dus geen valse hoop geven. Troost je met de gedachte dat je straks menige buik zal plezieren met je verfijnde aroma’s. Het is niet anders.
De sterren voorspellen een groots kerstdrama, Leeuw! Je zult schitteren in de hoofdrol van het epische kerstspektakel op de Zuidpool, compleet met pratende pinguïns en vliegende rendieren. Wat doorgaans voor gejank doorgaat, komende uit uw muil, zal plots getuigen van polyfone kwaliteiten. Geniet van de kortstondige roem. Straks is het januari en is iedereen jouw glansrol alweer glad vergeten.
Je zult je kerstcadeaus dit jaar ontvangen in de vorm van interdimensionale schoonmaakfeeën, Maagd. Laat ze je leven transformeren terwijl ze je huis omtoveren tot een glinsterend kerstparadijs, vol met schitterende stofzuigers en magische moppen. Of zoiets. We hebben zelf onze vragen bij deze boodschap. Te vrezen valt dat de kosmos zich even verloor in je reinste LSD-trip.
De kerstman heeft je uitgeroepen tot de officiële rechter van de Noordpoolse kerstdebatten, Weegschaal. Bereid je voor op hete discussies over de beste kerstkoekjes en wie de meest modieuze rendiersokken draagt. Jouw oordeel zal als het definitieve woord gelden! Dat wordt dus… euh… wikken en wegen. Oordeel vooral fair en met mededogen, Weegschaal.
De kosmos is erg tevreden over jou, Schorpioen. Je hebt werk gemaakt van een oprechte en diepgaande catharsis, na alle gif en ongein van de voorbije jaren. Dat zou zich wel eens kunnen vertalen in een overvloed aan pracht en praal, in de vorm van kerstcadeaus waarvan je het bestaan niet vermoedde. Onthoud dat delen een deugd is, Schorpioen. Laat anderen meegenieten van je ongebreideld geluk.
Jouw kerstmissie, Boogschutter, is om de verloren kerstlichten te zoeken én te vinden. Pak je boog en pijlen en doorkruis de kosmische hemel, op zoek naar de fonkelende ster die je de weg zal wijzen naar de spelonken waar de kerstlichten gevangen worden gehouden door de geest van een verbitterde rooms-katholieke paus. Wees mild voor hem. Hij weet écht niet beter.
JV
In 1968 (!) verdeed ik mijn tijd vooral in de Don Boscoschool.
De leerkracht godsdienst, een pater, kwam les geven in seksuele voorlichting.
Ik vroeg hem waarom hij, als pater, seksuele voorlichting gaf.
Hij antwoordde boos dat hij daarover alles wist, en wees mij de deur voor de, volgens hem, ongepaste vraag.
Het heeft jaren geduurd, maar nu snap ik dat zijn antwoord correct was.
Toch was ik toen al content om niet in de klas te moeten zitten.
Gene groetjes aan de paters!
NC
Beste redactie,
Volgens mij is er fraude gepleegd bij de stemming voor de Persoonlijkheid van het Jaar. Ik kan niet geloven dat ik geen enkele stem heb gekregen. Dat gaat er bij mij dus écht niet in. Ik heb namelijk mijzelf meerdere keren een Like gegeven en nu staat de teller op nul? Hoe kan dat?
Sylvie Mélody
ANTWOORD
Beste mevrouw Mélody, als je één keer op het hartje klikt, krijg je een Like. Als je nogmaals op hetzelfde hartje klikt, klik je je Like terug weg.
Je bent ook niet erg lief geweest voor onze vriendin Kimberley Spears. Met een positieve ingesteldheid kom je veel verder dan met rancune en gezeur.
Karma is a bitch.
© Au Parleur - JEROEN VERMEIREN/HANS LENGELER 2023/update 2024
SINT-DENIJSLAAN 31A - 9000 GENT
11, BOULEVARD CLEMENCEAU - 83510 LORGUES - FRANCE
BEELDEN: EIGEN WERK & UNSPLASH