Au Parleur

- De Ongeschifte Verniete Gazet -

Au Parleur streeft naar onbetrouwbaarheid van de gegeven informatie, waarvoor ze echter niet aansprakelijk kan worden gesteld.

- Vierentwintigste editie - 24 februari 2024 - 2e Jaargang -



EDITORIAAL
Geen commentaar

‘Hey Bro, jij bent een alleenstaande vader, ik ben het ook jarenlang geweest. Lukt het om het eind van de maand te halen?’.
‘Nauwelijks, dat weet je’.
‘Ik vraag het maar omdat er nogal wat te doen is rond een tv-show over twee troela’s die een maand armoede naspelen. Ik kijk bewust niet naar de Vlaamse tv vanuit Frankrijk en heb het dus niet gezien, maar het concept lijkt me toch wel een beetje pervers’.
‘Zucht. Geen commentaar, Bro’.



Hans Lengeler, Lorgues
Jeroen Vermeiren, Gent

Natalia
Natalia

Ode aan de bekende Vlaming

Je moet het maar gedaan krijgen, je vet laten betalen door een commerciële zender om een maand lang wat armoede na te spelen.

Zelfs al waren de initiële intenties van de diva’s misschien niet kwaad bedoeld, tien minuten uit hun geprivilegieerde bubbel komen, had kunnen volstaan om te beseffen dat dit er vér over was.

Schenk wat jullie verdienden aan deze wansmaak aan een goed doel.

Het is maar een suggestie.

HL

Ode aan de bekende Vlaming

WEEKBOEK
Eend
eend

Love is blind

Ik had beter moeten weten - ik wéét beter - maar toch liet ik me nog eens verleiden tot het kijken naar een Amerikaanse reality serie op Netflix. Love Is Blind heet het onding en nu verkeer ik in een totale staat van verwarring. In tegenstelling tot Too Hot To Handle waar ik een paar weken geleden naar keek (ik heb er oprecht spijt van) is dit een iets ander concept. Het doel is alweer om De Ware Liefde te vinden middels het aangaan van een Diepe Emotionele Connectie. Alleen mogen de kandidaten mekaar niet zien en hebben ze enkel contact vanuit hun eigen isolatiecel en praten ze met mekaar doorheen een dunne muur.

De mannelijke deelnemers zijn geselecteerd uit ruw materiaal dat het wegens een vrij hoog nerdgehalte niet echt goed doet in de reguliere datingscène. De vrouwelijke kandidates praten alsof elke zin een vraag is. ‘Mijn hart is reeds vaak gebroken? Mijn ex heeft eens met een andere vrouw gepraat? En nu voel ik me heel onzeker? En nu ben ik op zoek naar een man die er echt voor mij staat? Toen ik een klein meisje was had ik een lief konijntje? En mijn papa heeft dat toen het oud en ziek werd dan naar een kinderboerderij gebracht waar het nu bij zijn vriendjes woont?…’. Denk er de platte Amerikaanse tongval zelf bij.

Wie De Ware Liefde vindt, vraagt de ander vanuit zijn of haar cel doorheen die dunne muur dan maar meteen ten huwelijk. Pas een dag later mogen ze mekaar eindelijk in levende lijve zien. Dat kan al eens tegenvallen, maar alla, beloofd is beloofd. Een week later gaan ze samen naar een luxe resort alwaar ze al eens mogen proeven van de lichamelijke liefde. Ook dat kan al eens tegenvallen. Daarna volgt dan nog de kennismaking met de familie en de vrienden. Kan ook al eens tegenvallen, maar bon. Na een proces van een paar weken staan de koppels voor het altaar om te trouwen, maar zo ver heb ik niet gekeken.

Het interessante voor de kijker is dat je ziet hoe mensen afglijden in zelfbegoocheling. Je hebt er die zichzelf voortdurend oppeppen met ‘ja, het is gewoon pérféct, ik heb hier echt de partner van mijn leven gevonden. Ik hou zóveel van hem/haar dat ik niet meer weet van welke parochie ik ben’, en dat soort onzin. Hoe vaker ze dat voor zichzelf herhalen, hoe minder ik er in geloof.

Op een bepaald moment zat er iemand in zijn cel en die zegde letterlijk tegen de Vrouw van zijn Leven waarmee hij na drie dagen een Diepe Emotionele Connectie had gemaakt, ‘ik ben eigenlijk een pastor in The Alabama Church of Youth and Discipleship. God heeft ons samengebracht want we hebben zóveel gemeen: ik houd van pizza en jij ook, ik houd van puppies en jij ook, ik denk dat de aarde plat is en jij ook, ik word via een vulling in mijn kies gevolgd door de geheime dienst en jij ook, ik geloof niet in de communistische samenzwering over de klimaatverandering en jij ook niet. Dat kan geen toeval zijn. Wilt u met mij trouwen en het onderdanige vrouwtje spelen voor de rest van je leven?’. ‘Yes’, gilde de dame doorheen de muur, ‘Duizend procent yes! OMG! OMG! Ik blijf honderd lichtjaar bij jou’.

Ik probeerde eerst even uit te rekenen hoeveel duizend procent is maar wiskundig bleek dit niet haalbaar. En dan probeerde ik de afstandsmaat van een lichtjaar om te rekenen naar een tijdsmaat. Ik kwam er niet uit.

En toen zegde de pastor van The Alabama Church of Youth and Discipleship, ‘Baby, vertrouw niet op je eigen inzichten maar op het woord van god. We gaan erg gelukkig worden, jij en ik’.

Ik herhaal even wat hij zegde: Vertrouw niet op je eigen inzichten maar op het woord van god. Laat dit even bezinken. Vertrouw Niet op je Eigen Inzichten maar op het Woord van God.

Ik was zodanig van mijn à propos dat ik ijzig kalm opstond, mijn gereedschapskoffer uit de berging haalde, mijn zware klauwhamer opduikelde en mijn tv in stukken vaneen sloeg. Toen nam ik een klein licht hamertje en gaf mezelf een klop op mijn kop. En toen was het tijd voor een heerlijk glaasje rode wijn, dat had ik wel verdiend vond ik. Trouwens, die klop op mijn kop had ik ook verdiend. Dubbel en dik.

Waarom verdoe ik ook mijn tijd met het kijken naar dit soort programma’s? Moet ik mezelf straffen voor iets? Want echt, ik versta mezelf niet meer. Ik denk dat ik professionele hulp nodig heb.

De miserie is nu dat ik eigenlijk het antwoord wil weten op de vraag: Is Love Truly Blind? Gaat die dwaze pastoor echt trouwen met dat onnozel kalf of loopt het onderweg nog fout? Gaan ze in het luxe resort al eens lekker vozen of sparen ze zichzelf tot na het huwelijk? Zal de duivel hen verleiden tot het volgen van hun eigen inzichten of blijven zij trouw aan het woord van god? Gaan ze op huwelijksreis naar het einde van de wereld, om er dan af te vallen? Of blijven zij voor de rest van hun leven in Alabama wonen? Ik denk dat ik het antwoord al ken, maar toch…

Toen ik klein was had ik een geel rubberen badeendje. Als je daarin kneep maakte dat een piepgeluid. Toen ik die pastor van The Alabama Church of Youth and Discipleship zag, moest ik daar aan denken. Ik mag niet aan body shaming doen, maar die man stond zo strak gezwollen dat als je in zijn billen knijpt er waarschijnlijk zo’n piepgeluid uit komt. ‘Als die maar niet te lang in de zon gaat liggen’, dacht ik, ‘want hij riskeert open te knappen zoals een wienerworstje op de barbecue’. Uit ervaring weet ik dat daar veel vocht uit kan lopen. Smakelijk is dat niet.

‘Kom in mijn armen baby, kus mij’, zou hij zeggen tegen zijn aanstaande.
En dan volgt er zo’n piepgeluidje.

Als die mens ooit klaarkomt… Ik mag er niet aan denken.

Love Is Blind. Niet naar kijken.

Of toch.


HL

VANUIT DE PROVENCE
Love is blind
web
spin

Nesteldrang

Ooit hoorde ik Bert aan vrienden vertellen dat hij zo’n rustig en georganiseerd leven had tot de dag dat ik in zijn leven verscheen. Dat ik bij hem introk met een grote rugzak die ik in een hoek op de grond zwierde, openritste en dat sindsdien al mijn kleren rond het bed verspreid liggen, zijn netjes geordende flesjes in de badkamer aan de kant geschoven zijn en dat het dopje van de tube tandpasta voor eeuwig zoek is. En dat hij nooit meer een rustige ‘9 to 5’ job heeft gekend maar van het ene avontuur in het andere werd meegezogen met telkens hamer en boormachine in de aanslag.

Ik keek wat beteuterd naar mijn bord want zo had ik nog nooit naar mezelf gekeken. Maar als ik eerlijk ben, dan heeft hij een punt. Ook voor buitenstaanders moet het soms te vergelijken zijn met een stoomtrein die aan hoge snelheid iemands leven binnen walst. Bert noemde me die avond tegenover onze vrienden liefkozend: mijn bulldozer. Ook daar moest ik even van bekomen.

Maar we hadden kunnen voorspellen dat ons leven geen rustige koers zou volgen toen ik na drie maanden samen al zwanger bleek te zijn; wij met volle goesting voor dat ongeboren kind kozen al waren we in volle verbouwing in wat ons eerste project samen zou zijn, een restaurant, de Walrus.

Tussen het tappen van pintjes met een perfect witte kraag verversten we op de bar de pampers van het eerste kind, de mooiste cappuccino’s in de volgende zaak werden gemaakt met een tweede kind aan de borst en Bert die voordien nog geen hamer had vastgehad renoveerde nu vlotjes een zoveelste huis of handelspand met op de achtergrond een derde kind in de wieg.

En toen gingen we het ‘rustiger aan doen’ en reisden in een caravan doorheen Frankrijk op zoek naar het beloofde land. Dat vonden we in een lap grond op een berg in de Ardèche alwaar vanuit de bramenstruiken een volledig huis verrees. Meer rust? “Mon oeuil.”

Desondanks de duizenden gebakken koekjes in onze (uiteraard zelf gerenoveerde) “Biscuiterie” en de al evenveel gefrituurde falafelbolletjes uit onze (zelfgebouwde) foodtruck “Le Funky Falafel” ten spijt, moesten we weer verder trekken op zoek naar werk dat we vonden in het zuiden alwaar Bert nu renovaties uitvoert voor anderen.

En nu, na 6 jaren, verhuizen we nog maar eens en fretten we alweer stof. Verbouwen, spullen triëren, inpakken en versjouwen. Het begint zowaar op een obsessie te lijken…

Maar tijdens een ochtendwandeling met Brando bemerk ik dat de mens niet het enige wezen op deze aarde is dat volhardend en telkens opnieuw de meest uiteenlopende constructies bouwt. Spinnen kunnen er ook wat van! Van een modest klein stulpje tot een super-deluxe designer web met meerder verdiepingen en uitlopers. Het bestaat ook allemaal in de spinnenwereld. En als het web niet meer voldoet, beginnen ook zij weer ergens anders van voren af aan. En laten we vooral niet vergeten dat zij dat allemaal produceren via hun achterste, dat zie ik Bert dan weer niet direct doen.

En wat drijft ons, alle wezens, om als gekken nesten te bouwen en verbouwen? Bert sloot die avond zijn betoog af met een pluim voor op mijn hoed: dat hij eigenlijk zijn hele leven al wachtte op een vrouw zoals ik, die hem van de stokken van zijn rustig leventje zou blazen en hem mee op sleeptouw zou nemen. Mijn hart gloeide toen ik hem dat hoorde zeggen. En misschien is het dat wel: “Maybe it’s love that makes the world go round”.


SL

DE WERELD VAN SWAANE
Nesteldrang
Karlijn24
Karlijn24

Cru Bourgeois

Heimwee breidt een deken van herinneringen, legt me te slapen zonder slaap en krult me tot een foetus.

Wanneer ik denk - er is geen uitweg, ontdek ik met een vingerknip, achter in mijn hoofd de eerste sporen van een avondlijke nevel. Ik, wandelend in dat mistig gemoed herinner me niet meer wat ik eerst nog zo goed wist. Tijd heelt alle wonden en vergankelijkheid biedt zijn beste diensten aan. In mijn huis heb ik een zolderkamer met rommel. Bij tijd leeg ik wat hindert, maar hoe met dagen waar hindernissen stijgen tot de nok? Wat ik ook ruim, het groeit in een zucht weer aan. Ik sluit de kamer en richt me op de rest van het huis. Ik spreek van oude dagen waarop staren de muur verkeek. Geslagen daar wat het leven bracht, me in de schoot wierp als een cadeautje van onmenselijkheid.

Het verlangen naar de liefde uit mijn jeugd, woog nu als duizend stenen. Ongrijpbare beelden die mijn hart en hoofd bewogen. Wat reikte ik naar een verleden dat zijn oude passen had verlaten - er is geen weg terug.

Een jaar eerder vroeg iemand me: “ Een mens van kant maken mag niet hè, maar jezelf van het leven benemen wel hè?” Ik werd er een beetje bang van, kon niet thuisbrengen of het een grap of pure ernst was. Laat ons maar voor ernstig gaan, dacht ik, dan kwets je niemand en kan je enkel jezelf tot idioot slaan. Ik rommelde in de wasmand, dat doe ik graag als ik de juiste woorden op een rij zoek, hemdjes en broekjes plooien. Rustig antwoordde ik: “Jezelf van het leven benemen kan de enige uitweg lijken, maar dan ga je er wel vanuit dat je elke uitweg kent. Morgen kan het leven er zo uitzien, dat je het nu niet kan bedenken - dat is eigen aan morgen. Jezelf die mogelijkheid ontnemen is heel erg, maar het is jouw leven en daar ben jij baas over. Ik klonk zakelijk nuchter, dat wist ik, maar het was een middel tegen de krop in mijn keel. “En het leven van een ander is niet van jou, daar blijf je af.” Punt! Dat punt dacht ik, maar zei het niet. Ik liet het antwoord bij de vraag en plooide de was, waar ik mee bezig was.

Ver in een gisteren werd ik wakker en wanneer ik gedachteloos keek in de dag, zag ik niet verder dan de lengte van 10 cm – net zoals een pasgeboren baby. Het laken lag als een kapje op mijn hoofd, waar ik van hou. Stil, stil, stil. Witstil, bedstil, droomstil, bewegingloze lakentroost. De kerkklok sloeg 9x. Het was goed zo. Geborgen in het begijnhof waar ik woonde, wierp ik mijn dekens af. Het is goed zo.

Ik keek door het kleine raampje in de badkamer naar buiten en kon zo de ingang van het hof zien. Ik zag hoe de poortwachter, de engelbewaarder zoals hij binnen de muren genoemd werd, al druk in de weer was met praatjes en raad. Het was een genoegen dit vanop afstand gade te slaan. Het kleine huisje waar ik woonde, liet het waaien. Ik ook. Laat het maar stuiven door kieren en spleten, waai, waai maar aan tot boven op zolder. De raampjes - van gewemeld enkel glas met houtwerk van 150 jaar oud - sloten slecht. Aan de ontbijttafel wapperde mijn haar. Mijn kleine lieve jongen vond het grappig. Ik lachte vanbinnen en vanbuiten. Ik kon niet anders dan lachen als ik hem zag. Een nog kleine ernstige stralende zon.

Die ochtend at ik samen met mijn zoon, liet het tochten, liet de waai in de wind tot mijn botten een nieuwe gedaante vormden en de zon scheen van de overkant van de tafel. Het was een schitterend en veelbelovend tafereel.

Moraal: Hoe leeg de ochtend ook mag lijken, de zon is op..


KS

CRU BOURGEOIS
De wereld van Karlijn
Jeroen24
Jeroen24

Het Hoofs-effect

Ik heb de eer en het genoegen wekelijks van gedachten te mogen wisselen met Jean-Pierre Hoofs, baken van wellevendheid en gentleman tot in de kist. De man is één massieve brok minzaamheid. In die mate dat het mij niet zou verbazen als hij ook na het optreden van de lijkstijfheid nog met twee woorden spreekt. Dat zeg ik zonder enige ironie.

Elke woensdag spoor ik met de trein van Gent Sint-Pieters naar Brugge, alwaar ik na een verkwikkende wandeling neerstrijk in Basiel Urban Greenhouse, een koffie- en theegelegenheid met een uitgelezen keuze aan exquis en grotendeels vegan gebak. Het is daar dat Jean-Pierre Hoofs mij klokvast zit op te wachten aan zijn vaste tafel aan het raam. Hij neemt altijd plaats op de stoel en laat het plekje op de zachte fluwelen zitbank tegenover hem aan mij. Hoezeer ik er bij hem ook op aandring zich te goed te doen aan die hemel voor bips en billen, Jean-Pierre wil van geen wijken weten. ‘Ik verkies een houdingsbevorderlijke stoel ruim boven een peluw waarin het, zeker op mijn leeftijd, te diep wegzakken is’, herhaalt hij bij elke ontmoeting. Ik mag de heer Hoofs overigens aanspreken met Jean-Pierre, al heb ik daar wel netjes mee gewacht tot hij daar zelf groen licht voor gaf.

Onder het genot van high tea en scones kletsen Jean-Pierre en ik vervolgens de uren weg. De begeestering waarmee hij vertelt over het nut van en de nood aan welgemanierdheid weet mij telkens weer aan zijn lippen te kluisteren. Etiquette saai? Dat dacht ik vroeger ook, maar mijn goede vriend Jean-Pierre leert mij de wereld anders zien. (Die ‘goede vriend’ is, toegegeven, mijn hoogstpersoonlijke appreciatie. Jean-Pierre heeft mij dienaangaande nog geen officiële zegen gegeven.) Wat hij allemaal weet! Straffer nog is wat hij allemaal weet, maar discreet voor zichzelf houdt. Blijkt dat hij in zijn jonge jaren nog de jonge Queen Elisabeth II heeft gediend en Winston Churchill tijdens zijn bezoeken aan Hare Majesteit voorzag van een gin-tonic naar zeer specifiek recept. Ook daarover wilde hij verder niet uitweiden. Het hoort niet te peuteren of aan te dringen, zoveel heb ik intussen wel van hem geleerd. En dus bijt ik telkens weer mijn tong af. Al die geheimen! Over groten der aarde! Bijna binnen handbereik! Maar Jean-Pierre zwijgt als een graf.

Ik moet bekennen dat onze onderonsjes hun effect niet missen. Nu was ik nooit de meest boertige van de klas, maar de laatste weken lijk ik wel hyperalert geworden voor een vriendelijk woord links en een hoffelijk gebaar rechts. Toen een jongedame in de supermarkt haar kartonnen kratje met Nalu blikjes in haar handen zag openscheuren, waarna ze alle zes tegen de grond kletterden, deed ik een spontane knieval om die blikjes op te rapen. Ik zette ze ook netjes terug in het rek, alwaar zij aldus konden bekomen van de fikse dooreenschudding, en reikte de jongedame in kwestie vervolgens een nieuw kratje aan, daarbij enige geruststellende woorden prevelend.

Of neem nu gisteren op de bus. Een medereizigster veerde net te laat recht bij haar halte. De deuren hadden zich alweer gesloten, maar zij had de handen vol en kon niet op de knop duwen om de boel weer open te gooien. Ik veerde recht en wierp mij haast zwevend door de lucht, op die vermaledijde knop, als was ik een keeper die een aanstormende penalty uit de lucht wilde plukken. Ik werd beloond met een riante glimlach. Daar werd ik gek genoeg behoorlijk blij van.

Zo gaat het dus voortdurend nu. Overal zie ik gelegenheden om het mijn medemensen aangenamer en gemakkelijker te maken. Ik grijp ze gretig en met beide handen aan, zonder nadenken. Ik kan het niet anders noemen dan het Hoofs-effect. Jezusmina, wat is die man besmettelijk met zijn goed gedrag en zeden. Ik staar ondertussen zelfs nooit meer naar diep gedecolleteerde dames. Nu deed ik dat sowieso al erg stiekem en discreet, maar nu ben ik er dus volkomen en integraal mee gestopt. Jammer wel, nu ik er zo over denk. Misschien loop ik te hard van stapel met Jean-Pierre. Daar moest ik maar eens diep over nadenken. Ik hoop u volgende week het antwoord te geven.


JV

DE GEDACHTEN VAN JEROEN
Het Hoofs-effect

OPINIE
Butler
Butler

De etiquette van het solliciteren

Goede lezer,


Gelet op deze bijzonder complexe tijden acht ik het gepast, om niet te zeggen hoogstnoodzakelijk, u te verlichten inzake goede praktijken tijdens het solliciteren. Ik zal de eerste zijn om ruiterlijk toe te geven dat het fenomeen genaamd digitale revolutie grotendeels aan mij voorbij is gegaan. Ik stam uit de goede, oude tijd waarin een sollicitatiebrief nog met de hand geschreven werd, in meticuleus schoonschrift, daarbij gebruik makende van een vulpen van degelijke kwaliteit. Maar goed, met de jaren veranderen ook de zeden en daar is intrinsiek ook niets mis mee. Ik zal mij met betrekking tot de al dan niet digitale kandidaatstelling voor deze of gene functie dus geen grote uitspraken veroorloven, maar wil u daarentegen wel verblijden met enkele achtenswaardige inzichten die een sollicitatiegesprek onder een gunstig en van hoffelijkheid doordrongen gesternte kunnen laten verlopen.

Properheid
Laten we nooit de kracht en impact van properheid onderschatten! Een uiterlijke verzorging en gepast voorkomen zijn de bouwstenen van een goede eerste indruk. Of zoals ik als schoolhoofd van de Londense School for Butlers & Hospitality vaak placht te zeggen: ‘You never get a second chance to make a first impression!’ Beitel die wijsheid in steen, want ze zal u nog vaak te pas komen. Concreet wil ik elke sollicitant de volgende wenken meegeven:

  • Maak dat uw haar netjes zit en breng zo nodig voorafgaand aan uw sollicitatiegesprek nog een bezoek aan kapper en/of barbier.
  • Laat niet na uw tanden uitgebreid te poetsen en schuw daarbij ook het gebruik van flosdraad niet.
  • Presenteer uzelf in onberispelijke kleding, keurig gestreken en idealiter op maat gemaakt.
  • Hoed u zich voor ranzige geurtjes, zoals die geproduceerd kunnen worden door okselvijvers, acute en stress gerelateerde flatulentie of het recente genot van een van look doordrongen maal.

Lichaamstaal
Misken nooit ofte nimmer de kracht van non-verbale communicatie. Die zegt minstens zoveel over uw aard en zin voor wellevendheid als de woorden die u uitspreekt! U moet er zich te allen tijde van bewust zijn dat u te gast bent bij een potentieel toekomstige werkgever. Laat dat even inzinken, want dit is een belangrijke overweging. Overigens kan uw lichaamstaal veel verraden. Gaat u met de armen over elkaar zitten, dan kan dat defensief en gesloten overkomen. Te veel handgebaren kunnen dan weer als ongepast of aanmatigend worden ervaren. Idealiter vouwt u uw handen samen of legt u ze open op tafel. Het kan overigens geen kwaad op tijd en stond een vriendelijke glimlach te tonen, maar ook hier geldt: doe het met mate. U wil immers niet als een hystericus overkomen.

Het gesprek
Hoed u zich ervoor het voortouw te nemen tijdens het sollicitatiegesprek. Laat de ander het gesprek leiden en vooral: laat hem of haar altijd uitspreken alvorens zelf het woord te nemen. Wees bijzonder voorzichtig met tutoyeren. De standaard aanspreking waarvan u zich hoort te bedienen is ‘u’, tenzij uw gesprekspartner uitdrukkelijk (!) aangeeft dat u mag overschakelen op het informele ‘je’. Neem dienaangaande evenwel nooit zelf het initiatief! Voorts is het aangewezen tijdens het gesprek voldoende oogcontact te maken. Als u zich tegenover meerdere gesprekspartners bevindt, waak er dan over dat oogcontact goed te verdelen over de aanwezigen, opdat niemand zich buitengesloten zou voelen.

Slap handje
Laat mij duidelijk zijn: een slap handje is altijd – ALTIJD! – uit den boze. Uw handdruk is veelzeggend. Slappe kost en een daarmee gepaard gaande afwijkende blik zullen het animo bij uw gesprekspartner meteen genadeloos kelderen. Hoeft het gezegd dat een kus – hoe zedig of goedbedoeld ook – compleet ONAANVAARDBAAR is? Ik mag hopen van niet.

De mobiele telefoon
De technologische vooruitgang staat niet stil. Ik ben blij dat ik tijdens mijn lange carrière geen rekening moest houden met zulk een fenomeen als de mobiele telefoon. Het is een kleinood dat in de geest alleen al indruist tegen alle regels voor wellevendheid. Edoch, het ding bestaat en uiteraard zult u het op zak hebben tijdens een sollicitatiegesprek. Of niet, that is the question. Mijn pertinent advies is om uw draadloos telefoontoestel geheel achterwege te laten. In voorkomend geval dat u het gedrocht toch op zak wil houden, is er maar één aanvaardbare regel: zet het ding op stil. Compleet op stil. Zelfs geen trilling mag weerklinken tijdens een onderhoud met uw toekomstige baas.

Ik zou nog enige tijd kunnen doorgaan, maar me dunkt dat ik u bij deze toch de belangrijkste krijtlijnen aangaande de etiquette bij het solliciteren diets heb gemaakt. Neem deze wenken in acht en de kans is bijzonder groot dat u behoorlijk probleemloos doorstoot naar een volgende ronde. Tenzij u natuurlijk inhoudelijk van een dermate onvolkomenheid zou getuigen dat het schoentje daar al meteen gaat knellen. Waarmee ik meteen ook mijn allerlaatste suggestie wil doen: stelt u zich slechts kandidaat voor die posities die binnen uw expertise en ervaring vallen. Een zeekapitein die hengelt naar een arbeidsplaats als piloot van een passagiersvliegtuig zal slechts op hoongelach onthaald worden, al is zijn houding en gedrag nog zo in lijn met de goede zeden die gelden voor het solliciteren.

Kortom: bezint eer ge begint. En als ge begint, doe het dan letterlijk en figuurlijk in een geest van properheid op uzelve.


OVER JEAN-PIERRE HOOFS
Hij mag dan geen sant in eigen land zijn, Jean-Pierre Hoofs is een man met naam en faam, niet in het minst in het Verenigd Koninkrijk. Hoofs stond decennialang aan het hoofd van de Londense School for Butlers & Hospitality, een instituut met wortels die teruggaan tot de 19de eeuw. Na een rijkgevuld leven aan de overzijde van het Kanaal resideert de man sinds twee jaar weer in het lieflijke Brugge, zijn beminde geboortestad. Daar vult hij zijn dagen als gepensioneerde zinvol in, onder meer als vlot Engelssprekende gids in het Memlingmuseum. Daarnaast verblijdt én verlicht hij de lezers van Au Parleur met zijn wijze raad voor meer courtoisie en goede manieren.



JV

JEAN-PIERRE HOOFS
De etiquette van het solliciteren
VERVOLGVERHALEN
Tony24
Tony24

Prof. Dr. Vandervijzen laat zijn licht schijnen

Deze week: als de vrouwentong overspelig is


Dag leziger en bezorgde Tony-fan! Als ik me de zaken goed herinner, zou ik u deze week onderhouden over de zin en onzin van antidepressiva. Eigenlijk kan ik daar kort over zijn. Deze geneesmiddelen wérken en hebben dus wel degelijk zin. De onzin zit hem hierin dat zij, in tegenstelling tot kalmerende middelen, níet verslavend zijn, zoals nochtans vaak wordt beweerd door leken die – niet gehinderd door enige kennis terzake – hun mening menen te moeten geven.

Zo. Nu we dat van de baan hebben, kan ik u toevertrouwen dat Tony het naar omstandigheden goed stelt. Veel meer kan ik daar – gebonden aan het beroepsgeheim als ik ben – niet over zeggen, maar het zal u vast plezieren dat uw favoriete alleenstaande vader een nieuwe passie heeft ontdekt. Met dank aan het wekelijkse crea-atelier, alwaar wij onze patiënten tot schoonheid proberen te brengen middels het beoefenen van deze of gene kunstvorm. Er is voor elk wat wils. Wie wil schilderen kan kiezen tussen waterverf en acryl. Zij die willen boetseren, krijgen riant toegang tot klei. En zij die willen beeldhouwen, moeten helaas op hun honger blijven zitten. Gelet op de vaak fragiele geestesgesteldheid van onze populatie, zou het niet wijs zijn hier hamers en beitels te laten rondslingeren, laat staan ruwe stenen waarin gekapt kan worden. Voor je het weet heeft iemand in een goedbedoelde psychose andermans schedel verbouwd tot een moestuintje. Dat zien we liever niet gebeuren, dat spreekt. Gelukkig zijn er naast schilderen en kleien nog enkele andere waardevolle alternatieven: bloemschikken, haakwerk, papier maché, mandenvlechten en bonzaïs kweken. Het is in die laatste waaier aan activiteiten dat we Tony’s nieuwe hobby moeten situeren. Hij heeft zich namelijk op het bloemschikken gestort. Het moet gezegd dat hij daar een onvermoed maar aangeboren talent voor heeft. Mijn kantoor met zicht op het omliggende park is intussen zélf een beetje een park. Afijn, laten we het houden op een binnentuin. Die Tony is waarlijk een erg gulle mansmens. Dankbaar, ook, voor de goede zorgen en de uiterste discretie waarmee ik hem omring en bejegen.

Overigens is ‘die van Tony geweest’ andermaal op visite gekomen, zij het dat ze haar gesprek met Tony kort hield en vooral nood had aan een gesprek met een empathisch en geoefend oor. Anders gezegd: met ondergetekende. Laat mij u vertellen dat ‘die van Tony geweest’ een hete truffel is! Zelfs zwanger zat zij hier zo krols als een losgeslagen Bengaalse tijger op het hoogkwaliteits buffelleer van mijn divan. En haar hart maar uitstorten, terwijl zij onderwijl Sharon Stongegewijs de benen kruiste en mij aldus een blik gunde in haar diepste zelf. Inderdaad! Mevrouw Vandersmosdinges, of hoe ze ook heet, droeg slip nog string onder heur rokken. Plots begon zij daar toch hartverscheurend te huilen, waarop zij zich in mijn armen wierp, daarbij per ongeluk het gebied van mijn edele delen beroerend. Ik zocht er niets kwaads achter. Een hand kan nu eenmaal verdwalen, daar weet ik persoonlijk alles over. Hoe dan ook, wat wil het geval? Dat net op dat moment Tony toch niet komt binnenvallen zeker? Met een nieuw bloemstukje. Uitgerekend dán wurmde mevrouw Vandersmosdinges (of hoe ze heet) haar tong tussen mijn lippen, daarbij rijkelijk kwijlend in mijn baard. Het was hysterie van de zuiverste soort en zoals Sigmund Freud ze uitvoerig beschreven heeft. (Wist u trouwens dat de arts Joseph Granville speciaal hiervoor de elektrische vibrator bedacht? Te zien aan de schaal waarop die dingen verkocht worden, is er meer hysterie dan ooit, daarbuiten in de zogezegd beschaafde wereld.)

Tony draaide bij het aanschouwen van het onzalig en door mij zeer ongewenst tafereel van zijn sus. Ik riep er terstond de beveiliging bij, die mevrouw Vandersmosdinges (of hoe ze heet) kwansuis naar buiten heeft geleid, nog nasnikkend en -kwijlend. Ikzelf ontfermde mij over Tony, die ik met behulp van een verpleger op mijn divan drappeerde. Toen hij weer bij zijn positieven kwam, begon hij onsamenhangend te praten, daarbij wild gesticulerend en naar mij wijzend. Het kwam erop neer dat hij dacht gezien te hebben dat zijn ex-vrouw en ik stonden ‘te muilen’ (zo zei hij dat, soms is Tony toch niet erg fijnbesnaard). Ik heb de goede man gelukkig diets kunnen maken dat hij aan het ijlen was, nadat hij zonet om onbekende redenen het bewustzijn had verloren terwijl ik gelukkig in de buurt was om hem meteen de gepaste zorgen toe te dienen. Tony was terstond gerustgesteld, zeker nadat ik ook nog een Xanaxje onder zijn tong parkeerde. Hij mompelde nog iets over een of andere ‘wet van Tony’ en voegde eraan toe: ‘Als de vrouwentong overspelig is, gaat ’s mans hartenklop naar de verdoemenis.’ Wat hij daarmee precies bedoelde, is mij niet duidelijk. Daar moest ik maar eens een lang en diepgravend gesprek met hem over voeren. Meer kan ik daar echt niet over zeggen.


JV

TONY IN DE PSYCHIATRIE
Prof. Dr. Vandervijzen laat zijn licht schijnen
Hotel
Hotel

Het openbare leven van een geheim agent - Skiverlof IX, Chamonix

BIO
Geboren te: onbekend
Leeftijd: onbekend
Status: single
Studies: onbekend
Beroep: Geheim Agent
Adres: onbekend
Hobby’s: onbekend
Sterrenbeeld: onbekend
Speciale kenmerken: houdt zijn kousen aan in bed
Lievelingsmuziek: de filmscore van Jack Reacher (I en II) en Mission Impossible


Claude Vandenbossche* en Natasja hadden Davos verlaten en reden zo onopvallend mogelijk richting de Franse grens. ‘We hebben bezoekers’, sprak Natasja die voortdurend het scherm van de scanner in het oog hield, ‘We worden al een tijdje gevolgd door een zwarte helikopter met geblindeerde ramen’. ‘Ik weet het baby’, antwoordde Claude*, ‘Schieten we hem uit de lucht? Ik kan wel een verzetje gebruiken’. ‘Neen’, sprak Natasja beslist, ‘het feit dat ze ons nog niet onder vuur hebben genomen, bewijst dat ze niet zeker zijn van hun zaak. Kan je ginds bij dat bosje even stoppen? Ik heb een idee’.

Claude* parkeerde hun zwarte Camper Van Box Life Pro 630, diesel, automatische transmissie, kogelvrije ramen, lederen interieur uit het zicht en keek Natasja vragend aan. ‘Schroef Oostenrijkse nummerplaten op de wagen’, zegde ze, ‘ik heb in de verkleedkoffer Tiroler kleren gevonden, we vermommen ons als onschuldige toeristen’. Claude* schoot meteen in actie en verving snel de Zwitserse nummerplaten door Oostenrijkse terwijl Natasja een rode dirndl aantrok. Om het nog echter te laten lijken deed ze haar haar in vlechtjes. Claude* op zijn beurt trok lederhosen, kniekousen en bergschoenen aan. Via Spotify vonden ze een playlist met jodelmuziek en aldra begaven ze zich weer op de baan. Niemand die in hen nog onze twee topspionnen zou herkennen.

Hoog in de lucht cirkelde de helikopter nog steeds rond, schijnbaar onzeker wat te doen. Op de weg achter hen verschenen twee zwarte SUV’s met donkere ramen. Claude* en Natasja gingen inmiddels helemaal op in hun rol en zongen luidkeels mee met de bekende schlager “Mein Mutti kommt aus Österreich, mein Vati kommt aus Schweiz” die op dat moment net door de boxen schalde. De eerste SUV stak hen traag voorbij, bleef even hangen op hun hoogte en reed dan snel door, weldra gevolgd door de tweede. Voorlopig werkte het plannetje van Natasja.

Bij het eerstvolgende benzinestation stopte Claude* om de wagen nog eens vol te tanken met de bekende Zwitserse Emmentaler-diesel. Die is iets duurder maar je komt er eind verder mee. De twee zwarte SUV’s stonden er ook en de chauffeurs schenen verwikkeld in een verhitte discussie. Claude* speelde hoog spel en stopte de wagen aan de benzinepomp vlak naast de SUV’s. Terwijl hij de tank volgooide, kwam één van de Noord-Koreanen op hem toe en vroeg in gebroken Frans of ze geen Zwitserse camper met twee spionnen hadden gezien. ‘Ich verstehe Sie nicht’, antwoordde Claude ‘sprechen sie kein Deutsch?’. Dat bracht de man in verwarring. De taalvaardigheid van de Noord-Koreanen is ondermaats, dat weet iedereen, en Claude* had daar handig gebruik van gemaakt. ‘Was ist los, Liebling?’, riep Natasja die het spel feilloos meespeelde vanuit de camper. ‘Alles klar, Adelheide’, riep Claude* terug, ‘Es sind Ausländer, die nach dem Weg fragen’.

De Noord-Koreaan keerde onverrichterzake terug naar zijn makkers die nog steeds hevig gesticulerend stonden te discussiëren bij de benzinepomp. Ze moesten dringend tanken maar geen enkele creditcard scheen te werken. Claude* lachte in zijn vuistje. Doordat zij vijfhonderd miljard dollar van de Noord-Koreaanse rekening hadden gestolen, stonden de spionnen nu droog. Dat betekende geen benzine, geen eten, geen drank, geen hotel…

In de lucht begon nu ook de rotor van de helikopter te pruttelen. Die stond blijkbaar ook stilaan droog. Een minuut later stopte de motor met draaien en viel het toestel als een steen naar beneden. Een zware ontploffing volgde. De Noord-Koreanen in de SUV’s gilden het uit en Claude* maakte van de verwarring gebruik om de weg op te draaien. Hij wilde niet het risico lopen dat één van die vijandige agenten hem om een lift zou vragen. ‘Baby, je bent een topwijf’, sprak Claude* opgelucht, ‘maar kan nu alsjeblieft die muziek uit?’.

Ter hoogte van Peuty, vlakbij de Franse grens, zette Claude* de camper aan de kant. Hij verwisselde de Oostenrijkse nummerplaten nu voor Franse en kleedde zich opnieuw om in zijn eigen comfortabele kleren. Natasja ontdeed zich ook van haar vermomming maar ze liet de vlechtjes in haar haar nog even zitten, wetende dat Claude* dat eigenlijk best sexy vond. Ze had alweer zin in een hete nacht met haar mannetje. Ze vond dat ze nu wel eens wat luxe verdienden en ze boekte via haar satelliettelefoon een suite in hotel l’Armancette te Chamonix.

Om 18:00 uur stopte Claude* voor de imposante ingang van het hotel en gooide de autosleutels naar een parkeerjongen. ‘Wees er voorzichtig mee, zoon’, sprak Claude* de jongeman autoritair toe, ‘geen gesnuffel in de kasten en blijf met je fikken van mijn voorraad cola’. Hij keek de parkeerwachter streng in de ogen zodat de man wist dat het menens was maar stopte hem vervolgens glimlachend een fooi van honderd euro in de handen. Claude* was een man van de wereld, in een hotel van om en bij de duizend euro per nacht mag je niet zuinig zijn met tips voor het personeel.

Een half uur later bedreven Claude* en Natasja de liefde in hun privé sauna en daarna nog een keer in hun jacuzzi. Natasja bestelde champagne en kaviaar voor zichzelf en een hamburger met frietjes en cola voor Claude*. Het leven was goed.

Toen ging één van de wegwerp-gsm’s van Claude* over. Het was Barre Berry* met een update van de stand van zaken. ‘Jullie hebben goed werk verricht’, zegde hij, ‘ik kom net terug van een vergadering met onze premier en hij is akkoord met een éénmalige bonus van vijftig euro voor het onderwijzend personeel en een éénmalige bonus van dertig euro voor de mensen van de zorgsector. Wat hij met de rest van de vijfhonderd miljard dollar gaat doen, wil hij eerst even bespreken met zijn papa maar dat komt wel goed. Hij zou het wel op prijs stellen indien jullie ons de gegevens van de rekening op de Kaaimaneilanden zouden kunnen bezorgen. De premier heeft namelijk onverwachte kosten, iets met een Italiaanse minnares die moeilijk doet, en hij heeft dringend zwart geld nodig om een schandaal te vermijden. Je begrijpt even goed als ik dat dat iets is van nationaal belang, mijn beste Claude*, dus… ?’. ‘Okee’, antwoordde Claude*, ‘Natasja heeft die transactie gedaan, ik vraag het haar van zodra ze gedaan heeft met eten. Verder nog iets?’. ‘Neen’, zegde Barry Berry*, ‘of het moet zijn dat de Chinezen Noord-Korea hebben geannexeerd vannamiddag, maar dat zat er toch al aan te komen. Oh ja, je moet de groeten hebben van Special agents Gibbs en McGee van NCIS. Die hebben alweer een zaak die ze niet opgelost krijgen en dan komen ze zoals gewoonlijk naar Brussel voor hulp. Een mens denkt dan dat je die een degelijke opleiding hebt gegeven... Bezorg me snel de gegevens van die rekening Claude*, het is dringend’. En Barre Berry* legde af.

Natasja had het gesprek gevolgd en lag breed glimlachend op het grote bed. ‘Kom bij mama, darling’, zegde ze plagend, ‘We moeten het eens hebben over onze toekomst, jij en ik’.

Wordt vervolgd…


*Claude Vandenbossche is de schuilnaam van Clement Vandevelde, adres bij de redactie gekend. Barre Berry is de schuilnaam van Bernard Peeters, adres bij de redactie gekend.


HL

UIT HET LEVEN
Het openbare leven van een geheim agent - Skiverlof IX, Chamonix

GEMENGDE RUBRIEKEN
Dokter Dupont
Dokter Dupont

Dokter Dupont geeft medisch advies


DE VRAAG VAN JUFFROUW DEWIT

Ik peuter graag in mijn navel maar mijn oma zegt dat dat een zonde is. Is dat waar?

Bianca Dewit

ANTWOORD

Beste juffrouw Dewit,

Ja, dat is waar. Het is niet alleen een zonde, het is ook heel gevaarlijk. Zolang je dat bij jezelf doet, is het enkel een zonde maar van zodra iemand anders het bij jou doet kan dit leiden tot ongewenste zwangerschappen.

Je navelholte staat in verbinding met je spijsverteringsstelsel dat op zijn beurt in verbinding staat met de voortplantingsorganen. In de medische literatuur staat een geval beschreven van een Britse vrouw wiens navel is ontploft tijdens een vlucht van Londen naar Portugal. Ze kon er niet afblijven met alle gevolgen van dien.

De dame in kwestie zit nu een levenslange gevangenisstraf uit wegens terrorisme.

Tot genoegen,

Dokter Dupont


DE VRAAG VAN MENEER VANDENBRANDE

Ik ben van alles vies. Als ik nog maar denk dat er iemand aan mijn eten is gekomen, wil ik het niet meer opeten. Op restaurant gaan is uitgesloten. Ik voed me enkel met pieren die ik zelf uit de grond haal, daarvan ben ik tenminste zeker dat er niemand anders is aangekomen.

Staaf Vandenbrande

ANTWOORD

Geachte patiënt Vandenbrande,

Maak je geen zorgen, dat is perfect normaal. Pieren bevatten de nodige proteïnen en eiwitten, het is bijgevolg een voedzaam dieet. Je zou dit verder kunnen aanvullen met melk die je rechtstreeks uit de uier van een koe of geit in je mond spuit. Een vers eitje moet ook kunnen.

Heb je al eens een rauwe mossel overwogen? Tijdens je vakantie aan zee is dit misschien een goed alternatief.

Ik wens je een lang en gezond leven,

Dokter Dupont


DE VRAAG VAN MENEER LANTIN

Ik heb vaak last van mee eters in mijn neusvleugels. Mijn mama zegt dat ik daar moet van afblijven maar zelf wil ik die altijd uitknijpen.

Xavier Lantin

ANTWOORD

Beste Xavier,

Mee eters zijn eigenlijk wezens van een andere planeet die parasiteren op het menselijk lichaam. Op zich zijn ze vrij onschuldig maar men weet maar nooit of ze niet op een dag onze planeet zullen koloniseren. Ik zou dit melden aan de plaatselijke politie. Dat zijn professionele mensen die weten hoe ze hiermee moeten omgaan.

Hartelijke groeten,

Dokter Dupont


HL

STEL JE VRAAG AAN DOKTER DUPONT
Lezersbrief
Lezersbrieven

Lezerbrieven

Beste gazet,

bedankt dat ge een portret van mijn vriendin bovenaan hebt gezet, maar wij waren wel met ons twee om die show over arme mensen te maken. Je mag mij ook wel wat aandacht geven vind ik, dat is wel mijn broodwinning hè, in de belangstelling staan.

Zo oneerlijk! Nu ben ik echt kwaad.

Astrid


Beste Au Parleur,

Ik heb niemand gevonden voor mijn kinderkoor. Maar nu heb ik een ander idee: een FaceBook group voor mensen die elke gelegenheid aangrijpen om in zelfbeklag te gaan. Ik denk dat dat een groot succes kan worden.

Ik verveel mij.

Clem Vanmalderen


Mannekes toch!

Tony hier. Ge hebt het misschien gehoord, of misschien ook niet, maar ik ben dus opgenomen in een of ander psychiatrisch ziekenhuis van de Broeders Alexianen of zoiets. Ik was een beetje op de dool, ik moet dat toegeven, maar om mij nu in een zottenkot te steken? Dat is er toch over?

Ik heb geen enkel contact met de buitenwereld. Deze brief heb ik meegegeven aan Cois. Die mag in het weekend naar huis en hij heeft mij beloofd mijn schrijven over te maken aan mijn vrienden van Au Parleur. Ik ben niet zot hé! Ik word hier zot! Help! Ze doen hier volgens mij iets in het eten, want ik heb de wildste visioenen. Zo heb ik die van ons geweest een tong zien draaien met mijn psychiater Dr. Vandervijzen. Die zegt mij dat ik het mij allemaal maar verbeeld. Kan goed zijn, maar dat visioen was wel levensecht.

Ik doe nu alsof ik flink ben. Na een hongerstaking uit protest tegen mijn voortvarende internering, heb ik mij nu op het bloemschikken gestort. Ik hoop zo een goede indruk te maken op die Vandervijzen en aldus versneld ontslagen te worden uit dit oord van kommer en kwel. Ge moogt mij ook altijd helpen te ontsnappen. Ik kan het niet genoeg herhalen: help!!!

Bange groeten,
Tony

PS: ik mis mijn koersfiets, maar fietsen is niet toegestaan hier!


Stuur ons jouw lezersbrief
LEZERSBRIEVEN
Nonkel Gaston
Nonkel Gaston
New York 2000

Nonkel Gaston verblijft een paar dagen in New York. Hij neemt de lift in de Empire State building naar het draaiende restaurant boven. Een zwarte diender wrijft de bartoog schoon. Gaston neemt plaats aan een tafeltje bij een raam. Hij vraagt aan de diender een koffie en twee donuts. Er zit een man aan de ronde toog in een blauw pak die stevig van zijn whiskey soda drinkt. Na een tijdje komt er een man binnen in een zwart pak en gaat aan de toog niet ver van die andere in het blauw pak zitten. Zo raken ze aan de praat en de eerste man zegt:
‘Weet je de wind is hier boven zo krachtig dat als je uit het raam valt je na een tijdje weer naar binnen geblazen wordt.’.
‘Ja? Durf je daar om wedden?’ vraagt de tweede man hem.
‘Yes, sir’, dat durf ik zeker.
‘Wat denk je van 250 $?’.
‘Ok voor 250 $ neem ik dat aan‘.

De man in het blauwe pak opent het raam en de wind komt gierend binnen. Gaston kijkt er van op. Zijn plastron waait er scheef van. De man in het blauwe pak klimt op de vensterbank en laat zich na wat aarzeling vallen door het open raam. Hij valt naar beneden terwijl de wind om hem heen fluit en maakt wat krachtige draaibewegingen met zijn handen. Langzaam gaat hij omhoog, komt dan op dezelfde snelheid van de wind omhoog en wordt nu krachtig met enige snelheid naar binnen geblazen.
Hij klopt wat op zijn blauw pak, brengt zijn kleren weer helemaal in orde en gaat weer op zijn plaatsje aan de toog zitten, slurpend van zijn whiskey soda.

‘Waw you lucky bastard’ zegt de tweede tegen hem. ‘Als jij dat kunt dan kan ik dat ook en win ik mijn 250 $ terug. Ik begin er nu aan. Tot straks.
De man klimt op de vensterbank en laat zich zonder aarzelen vallen. Onmiddellijk is er de sterke wind en en hij gaat wat naar boven maar plots verliest hij alle grip en valt hij de rest van de 380 m naar beneden. Er komt niemand boven uit het raam binnen en Gaston noteert dit in zijn notaboekje. De man in het blauwe pak giechelt wat en schokt op en neer terwijl hij met zijn hand op de toog klopt. Hij bestelt zich meteen een andere whiskey soda. De zwarte diender maakt zijn bestelling klaar en plaatst die voor hem en zegt vermanend:
‘Als gij te veel gedronken hebt, dan zijde gij ook maar een zielig ventje hé Superman!’.
Gaston verheft verbaasd zijn wenkbrauwen.

New York, 11 september 2001

Een man is met de lift opgestegen in het World Trade Centre tot boven in het restaurant. Een zwarte diender wrijft de bartoog schoon. Het is nog redelijk vroeg maar onze man heeft eetlust en meer bepaald sterke zin in mosselen liefst grote. Hij krijgt een menukaart en ziet dat zijn lievelingsgerecht mosselen met witte wijn erop staat en nog wel naar believen. Hij wenkt de waiter en zegt:
‘Ik wil graag mosselen de grootste die je hebt, de prijs is niet belangrijk en het mag snel gaan ook. Ik heb er zin in.’.
Na een tijdje komt de waiter aan zijn tafel met een verrekijker in de hand en zegt:
‘Ik heb nieuws, groot nieuws: ‘Het zijn Jumbo’s en ze komen er zo aan.’.
En of dat die er aan kwamen.


Muziek:

Voor u beluisterd: ontspanningsmuziek: Klaus Schulze met Blackdance 1974,
Zijde 1) Misschien wat monotoon maar als ontspanningsmuziek prima.
Zijde 2) Veel suizende geluiden goed tegen van alles.

Voor ontspanning neem de koptelefoon of digitale oortjes en geniet van deze muziek uit de kosmos zoals die destijds eerst genoemd werd. Rustig effect gegarandeerd ook via luidsprekers.


GDB

NONKEL GASTON
Editie 24 | Au Parleur
Poëzie op maat

© Au Parleur - JEROEN VERMEIREN/HANS LENGELER 2023/update 2024

SINT-DENIJSLAAN 31A - 9000 GENT

11, BOULEVARD CLEMENCEAU - 83510 LORGUES - FRANCE

BEELDEN: EIGEN WERK & UNSPLASH