Au Parleur

- De Kleine Ongeschifte Verniete Gazet -

Au Parleur streeft naar onbetrouwbaarheid van de gegeven informatie, waarvoor ze echter niet aansprakelijk kan worden gesteld.

- Drieëndertigste editie - 27 april 2024 - 2e Jaargang -



EDITORIAAL
Beter weer

'Hey Bro, ik heb opnieuw mijn verwarming aangezet. Zwaar tegen mijn zin, maar achter de pc zitten bij zestien graden is toch wat aan de frisse kant’.
‘Ach, mijn verwarming is nog niet uitgegaan’.
‘Tja, het is nog even wachten op de zomer zeker?’
‘Ik denk dat het weer pas zal verbeteren na de verkiezingen’.
‘Misschien. Maar dan enkel als je voor de juiste partij stemt hoor’.
‘Inderdaad. Welke partij belooft ook alweer te zorgen voor beter weer?’
‘Allemaal, Bro, allemaal’.


Hans Lengeler, Lorgues
Jeroen Vermeiren, Gent

Walter
Walter

Ode aan de bekende Vlaming

Beste Walter Grootaers,

Nomen est omen, zegt het spreekwoord.
Ik heb daar eigenlijk niets aan toe te voegen.

Veel beterschap

HL

Ode aan de bekende Vlaming

WEEKBOEK
Brel
Brel

Twee uien en Brel

China heeft een muur van ruim éénentwintigduizend kilometer lang. Dat is niet onaardig maar laten we wel wezen, het is tenslotte maar een muur. En een muur, dat zijn gewoon stenen op mekaar gestapeld, niks meer.

De Provence daarentegen heeft een kleine steeg in het verloren gelegen dorp Villecroze, waar Jaques Brel niet één keer in zijn leven heeft gezongen. Men heeft er zelfs speciaal een gedenkplaat in een gevel voor aangebracht. “Ici n’a jamais chanté Jaques Brel, une fois”, staat er te lezen. Als je mij laat kiezen ga ik volop voor Brel en laat ik die Chinese muur die Chinese muur zijn.

Maar dat ben ik.

De laatste paar weekends waren zonnig en daar wilde ik dan ook volop van profiteren. Je moet weten dat ook in het zuiden het weer grillig kan zijn. We kregen een stevige mistral te verduren, het sneeuwde in de hogere Var, op sommige plaatsen hagelde het, de dagtemperaturen schommelen rond de dertien graden en nu komt de regen. Maar als ik de kans zie, kom ik buiten en doe ik een uitstapje. Zo kom je dus al eens op plekken waar Jaques Brel nooit heeft gezongen. Steeds weer verrassend, mijn nieuwe land en haar bewoners. En ja, ze lachen al eens graag une fois met de Belgen. Dat mag.

Mijn buurvrouw van het eerste belde. ‘Coucou Hans, juste une p’tite question, kan ik van jou twee uien lenen?’. Mijn buurvrouw moet gewoon één trap afdalen en bij de kruidenier naast de deur twee uien halen, maar liever klom zijn naar het vierde om twee uien te lenen bij mij. Ik moest haar echter teleurstellen. ‘Ik heb niks vers meer in huis, ik wacht op de dinsdagmarkt om me een nieuwe weekvoorraad groenten en fruit aan te schaffen’. Dat zegde ik haar. ‘Ja maar, er is regen voorspeld op dinsdag’, zegde ze, ‘toch iets om rekening mee te houden me dunkt’. ‘Ja’, antwoordde ik, ‘mij dunkt dat ook wel maar ik heb indien nodig een paraplu, ik dunk dat ik het er ga op wagen’. ‘Spijtig’, klonk het aan de andere kant van de lijn, ‘dan zal ik maar dan de winkel lopen zeker? Pfffft…’.

De gedachten van mijn buurvrouw gaan nooit van A naar B, zij propt daar een heel alfabet tussen. Zolang ze enkel zichzelf schade berokkent, heb ik daar verder geen probleem mee.

‘Zeg’, vroeg ik haar terloops, ‘ga je mee naar het concert van de Philharmonie de Lorgues vanavond? Pierre, onze ex-buurman van het tweede, dirigeert en zegde me dat hij een solo speelt op zijn sopraansax’. Mijn buurvrouw van het eerste twijfelde, ze moest eerst dat probleem met die twee uien nog oplossen en niemand kon voorspellen hoe lang dat zou duren.

Des avonds begaf ik me op mijn eentje naar de Espace Culturel Francois Mitterand en mengde me tussen een publiek dat geurde naar duur parfum. Ik was zo ongeveer de jongste van de hoop. Gelukkig had ik me nog net op tijd bedacht en me geen hanenkam gezet. Het was er met andere woorden niet erg punk, daar in de Espace Culturel. Maar laat dat de pret niet drukken. Pierre hanteerde de dirigeerstok alsof zijn leven ervan afhing en waagde zich op het eind zelfs aan een stuk van Chatsjatoerjan, La Danse du Sabre. Voor wie het niet kent, zoek het eens op. Het draait aan honderdvierenveertig beats per minuut en vergde het uiterste van de hout- en koperblazers. Ze zetten het stuk nog min of meer tegelijk in maar naar het einde toe haakten er een paar af waardoor de landing wat chaotisch verliep. Tijd en tegentijd vervaagden en zelfs het publiek raakte de kluts kwijt. Maar toch, respect!

Ik ging na afloop een hevig transpirerende Pierre feliciteren maar de man werd aldra omringd door een horde zeventigplusserse fans en ik drukte me wijselijk.

Ach Pierre toch. In heel Lorgues is hij de enige man waarmee ik het echt goed kan vinden. Hij is zachtaardig en welopgevoed, speelt al heel zijn leven jazzkes op zijn sax, kent alle muziekgoden en probeert zijn amateurorkest naar een hoger niveau te tillen. Pierre weet ook wel dat de Philharmonie de Lorgues geen potten breekt en dat zijn muzikanten veel steken laten vallen maar waarom zou je geen plezier beleven aan het samenspel? Hij erfde een orkest dat helemaal op zijn gat lag en zie nu. Hij laat hen Astor Piazolla en Glen Miller spelen, hij laat zijn sterfluitiste improviseren op “Il est 5 heures” van Jaques Dutronc, hij zet zijn klarinettisten in de spots met een ingetogen “Summertime” van Gershwin en hij laat zijn drummer loos gaan op het “Toccata in re” van Bach. Pierre maakt mensen blij. En we zijn beiden fan van Brel. Wat moet een mens meer hebben?

Behalve twee uien natuurlijk.


HL

VANUIT DE PROVENCE
Twee uien en Brel
koelkast
koelkast

Koelkast

Toen mijn Spaanse ex na twaalf jaar huwelijk het huisje verliet dat we samen gebouwd hadden, zei ik: “Neem maar alles mee wat je mee wil hebben.” Ik had niet verwacht dat hij ook de koelkast mee zou nemen, maar dat deed hij dus wel.

Het manshoge gat dat hij daarbij achterliet in de keuken zag ik als een kans om mijn energieverbruik naar beneden te halen. Het co-ouderschap betekende immers dat ik de helft van de tijd alleen zou wonen, en ik zag het mezelf wel redden met een kleine koelkast en - heel overmoedig - zonder diepvries. Dus kocht ik me een schattig mini-koelkastje in jaren ’70 uitvoering en zette dat in het grote gat.

Negen maanden hebben mijn dochter en ik dat uitgehouden. Een mensendracht lang zetten we al onze Tetris-skills in om voedsel in dat kastje te puzzelen, en al onze reflexen om op te vangen wat eruit viel zodra we het deurtje openden. De energierekening zag ik niet spectaculair dalen; het geduld van mijn dochter wel. Dus toen ik tijdens een avondje cinema met een vriend langs een witgoedwinkel liep, trok ik hem mee naar binnen om koelkasten te kijken, en zo had ik aan het einde van de avond niet alleen een film gezien, maar ook een koelkast besteld. Mijn dochter was zo blij met die grote nieuwe aanwinst dat ze aan elk vriendinnetje dat bij ons over de vloer kwam, de inhoud toonde. Niet dat daar veel instond, want zoals gezegd: de helft van de tijd woon ik alleen. En voor de hond hoef ik geen bier koud te zetten.

Tot overmaat van dochters geluk verhuisde de kleine koelkast naar haar slaapkamer, waar hij deze zomer ingeplugd zal worden om haar drankjes en make-up koel te houden. Dat mijn oorspronkelijke intentie om minder te verbruiken hiermee volledig op zijn kop gezet wordt, probeer ik voor mezelf en mijn klimaatvrienden vakkundig te verzwijgen. Vooral voor mijn klimaatvrienden. Maar ik kan hen nu wel afleiden met een koel biertje dat ik moeiteloos uit de koelkast kan trekken zonder dat ik de hummus en de overgebleven pasta van gisteren over me heen krijg. En dat is ook iets waard.




KV

ATLAS DER ALLEDAAGSE DINGEN
Koelkast
Jeroen
Jeroen

Met rust

Het wil wel eens eenzaam zijn in mijn wereld. Dat is niet erg. Ik ben geen ‘man van Melle’, maar een introvert die zich al zijn leven lang vermomt als een extravert. Dat doe ik zó goed dat geen hond nog gelooft dat ik een introvert ben. Bestonden daar maar Oscars voor, en prijzengeld. Ik socializede mij rijk, parbleu.

Naast wezenlijk introvert – maar dus niemand die het gelooft, zo goed is mijn maskerade – ben ik ook hogelijk hooggevoelig. Dat uit zich op tal van manieren. Waarop ik constant in de weer ben om ook dát verborgen te houden voor de goegemeente en bij uitbreiding zelfs mijn naasten. (Zij denken nu wellicht: say what?! Introvert?! Ik zeg: awel: ja! JA!)

Ik had het er nog over met Kathleen, zij die zich in geen tijd ontpopte tot een geweldige aanwinst voor Au Parleur. ‘Een mens is geschiedenis en een mens maakt geschiedenis’, zei ik. ‘Maar de geschiedenis die hij maakt, is vaak een projectie of verderzetting van wat vertrouwd voelt, ook al is het onderliggende patroon toxisch en destructief. Zo. En nu gij.’

Kathleen is natuurlijk niet van gisteren. ‘Dus op basis van wat ge thuis geleerd en gezien hebt, kiest ge onbewust uw relaties, en zo zet alles zich verder natuurlijk... Tenzij ge daar uit breekt. Zoals wij beiden hebben gedaan.’
Dekselse Kathleen.

‘O, klopt helemaal’, riposteerde ik. ‘Het is te zeggen: eerst herhaalt ge wat ge ziet, en dan breekt ge en vervolgens breekt ge uit. Maar altijd gaat daar toch eerst de valkuil aan vooraf.’
‘Jup’, zei Kathleen. ‘Hier is dat ook zo gegaan.’
Dat bewoog mij dan weer tot een onafwendbare conclusie: ‘Life is a bitch. Or a jerk. We zijn inclusief.’
‘Het leven is een seksueel overdraagbare aandoening’, poneerde zij op haar beurt.
Nou. Daar had ik niet van terug. Dus deed ik er maar het zwijgen toe. 1-0 voor Kathleen. En het is goed zo.

Maar dus: het wil wel eens eenzaam zijn in mijn wereld. Ik vind het zelf prima. ‘Laat mij met rust’ is stiekem mijn levensmotto. Maar geen hond die gelooft dat ik een introvert ben. Waarmee bewezen is dat ik in het diepst van mijn gedachten een acteur ben. Een Jan Decleir, een Willem Dafoe, een Matthias Schoenaerts dan wel de volledige cast van Fargo, Ocean’s Eleven of Young Sheldon.

Ge moet het zien om het te geloven.
Daarom: kom dat zien.
En laat mij vervolgens heel erg met rust.


JV

DE GEDACHTEN VAN JEROEN
Met rust
spiegel
spiegel

Aprilse grillen

De aprilse grillen zijn er weer en hoe. Het ene weekend is het 30 graden, het volgende weekend moeten we met bibberende handen de houtkachel aansteken. Maar de zon lokt ons naar buiten. De ‘Saab-ina’ wordt van stal gehaald, het dak gaat eraf en weg zijn we.

Want wie hier woont weet dat je de zee moet opzoeken wanneer het niet krioelt van de zomertoeristen en je een halve dag kwijt bent aan een parkeerplaats zoeken. Om dan op een vierkante centimeter strand een handdoekje uit te werpen en vervolgens te verschroeien tussen luidruchtige strandgasten.

Ik speur op het web naar een leuke strandtent want er zijn er veel maar je wilt toch vermijden om in zo’n toeristenval terecht te komen. Mijn oog valt op een zaak met een leuk interieur, zicht op zee, een chef die jaren in een sterrenzaak werkte en foto’s van smakelijke gerechten. Bingo!

Ik gris nog een snel een restje zonnecrème mee van vorig jaar want ik heb maar meteen een tafeltje buiten geserveerd. In de auto nemen de ‘vakantievibes’ het helemaal over en na al die weken van zorgen, angst en verdriet voelt het alsof de zon en stralend blauwe lucht de duisternis volledig doen verdampen.

Maar al bij de eerste stap die we binnen zetten weet ik dat ik fout gegokt heb. Geen vriendelijke ‘bonjour’ maar ‘dat we te laat zijn en dat ze ons hebben proberen bellen en onze tafel bijna weg was’. Ik excuseer me, doe er wat Japanse buigingen bij en stel inderdaad vast dat ik een gemist gesprek heb maar hey, in een cabrio hoor je je telefoon niet en ik was er even niet, ik was op mijn zonnige vakantie wolk.

We krijgen een tafeltje geperst tussen de servicekast en doorloop. De muziekbox hangt in mijn nek en de meest slechte tweederangs zomerhits worden over ons uitgekotst waardoor we tegen elkaar moeten schreeuwen willen we twee woorden uitwisselen. We zullen dus vooral zwoele blikken naar elkaar moeten werpen en dat past wel bij de dan nog aanwezige, zij het iets minder uitbundige, vakantiesfeer. Het oud dametje naast ons wordt gevierd met een gigantisch vuurwerk in een veel te klein stukje taart, iedereen zingt en klapt mee in de handen terwijl wij onze tanden breken op een betonnen toastje met een tapenade die naar niets smaakt.

Ik voel mijn hals en rug schroeien maar die zonnecrème zijn we vergeten in de auto die hier ver vandaan geparkeerd staat, want iedereen zwermt erop uit als de zon erdoor komt. Rustig genieten kennen ze hier niet, het moet allemaal ‘snel snel’ gaan met die hordes toeristen met opblaasbare eenhoorns die het terras overspoelen.

Niets is vers, ik herken de afgebakken diepvriesbroodjes en ik proef de vinaigrette van het huismerk van de horeca grossist. De wijn die we willen is er niet, de enige andere optie is een veel te dure streekwijn. Na het met vet doordrenkte voorgerecht ‘panisses de Marseille’ met op de aïoli een dik vet oranje laagje, slaat mijn maag tilt.

Als hoofdgerecht ben ik genoodzaakt het enige andere vegetarische gerecht te bestellen, dé burrata, die de geitenkaas als vegetarisch alternatief sinds een jaar of twee van de menukaart heeft verdrongen. Een witte blubberige kwak met wat schijfjes tomaat en twee druppels olijfolie krijg ik al helemaal niet meer door mijn strot. Ik bestel een karaf water om het allemaal door te spoelen maar ik ruik pure javel. Een kind rijdt met zijn fiets over mijn voet, de serveuse port voor de tiende keer bij het langslopen in mijn ribben en voor die honderden mensen is er maar één toilet. Met een zure oprisping, een verbrandde, pijnlijke nek en een afkeer van ‘summer feelings’ betalen we de veel te dure rekening.


Stilletjes keren we huiswaarts. Op de radio speelt ‘Dust in the wind’ van Kansas, een nummer dat Annie graag op haar begrafenis wilde:

“Same old song
Just a drop of water in an endless sea
All we do
Crumbles to the ground, though we refuse to see
Dust in the wind
All we are is dust in the wind”

En die woorden bieden troost. En rust. Want wat kan mij die ‘fabrieksvinaigrette uit een potteke’ eigenlijk schelen? Wat voor belang heeft dat in de loop van een mensen leven? Het enige wat telt is dit moment, nu, samen met Bert en mijn fladderende haren.

Of zoals Bert het zei toen hij de donderwolken bij mij zag opsteken en de dag nog probeerde redden: ‘schatteke, het is het gezelschap dat telt, al de rest is bijzaak’. Dat klopt, alleen die Spaanse zomerhits zouden ze moeten verbieden…



SL

DE WERELD VAN SWAANE
Aprilse grillen

VERENIGINGSLEVEN
Maurice33
Maurice33

Aanval op het intellect

Toen wij op donderdagavond laatstleden de gelagzaal van Café De Zweep betraden voor onze wekelijkse vergadering van de Intellectuele Intelligente Humauricetenclub hoorden wij achter onze rug iemand de opmerking maken: ‘Daar zijn ze weer, die betweterige stoefers met hun bekakte taaltje’.

Gerard Glasberg, mede-lid en exponent van de kaasbeleving, wilde zich reeds omdraaien om de onverlaat van antwoord te dienen maar ik hield hem tegen. ‘Schenk er geen aandacht aan, Gerard’, sprak ik zacht. En dan, zonder de rekel aan te kijken en net luid genoeg dat iedereen me kon horen, ‘Sommige mensen excelleren nu eenmaal in bekrompenheid en compenseren hun gebrek aan opleiding en kennis met laagheid en onwellevendheid. We moeten daar medelijden mee hebben’. Die zat. Ik kreeg gelijk een aantal lachers op mijn hand en wist dat deze slag voor mij was.

Mijn vriend Frans-Jozef Boon, wijnkenner en autoriteit op het gebied van Zweedse hermetische poëzie tijdens het interbellum, deed er nog een schepje bovenop en zegde, goed beseffend dat de toegesprokene de taal van Molière waarschijnlijk niet eens machtig was, ‘Dis-moi qui tu fréquentes et je te dirai qui tu es’.

‘Wat zegt ge daar?’, hoorden wij achter onze rug. Nu draaide Frans-Jozef zich om en keek het sujet recht in de ogen. ‘Is het te moeilijk voor jou?’, vroeg hij, ‘misschien begrijp je het beter in het Duits? Sage mir, mit wem du umgehst, und ich sage dir wie du bist. En als je dat ook niet begrijpt, vraag het dan eens aan je opa, die heeft de oorlog nog meegemaakt’.

Frans-Jozef begaf zich op glad ijs en ik greep in. ‘Kom, beste vrienden, laten we dit gezelschap voor wat het is en ons naar onze vergaderkamer begeven’.

Maar de toon was gezet. Vooral Frans-Jozef, die ik ken als eens temperamentvol man, voelde zijn bloed koken. ‘De onbeschaamdheid’, zei hij, ‘om je eigen domheid zo te etaleren, dat gaat er bij mij niet in. Waarom laat die man niet meteen een tattoo op zijn voorhoofd zetten? “Ik ben achterlijk” of iets dergelijks?’.

Ik trachtte de opgebouwde spanning te counteren met een blijk van appreciatie voor mijn vrienden van de Intellectuele Intelligente Humauricetenclub. Feelings are catching, tegenover negativiteit dient men positiviteit te zetten. ‘Kom’, zegde ik, ‘laat ons deze nare ervaring wegspoelen met een goed glas gerstenat’, en we tikten onze glazen tegen elkaar.

‘Kan ik jullie enthousiasmeren voor een zes uur durend herdenkingsconcert rond de avant gardist en experimentele componist Phill Niblock?’, vroeg ik, ‘Stichting Logos wil deze onlangs overleden kunstenaar huldigen voor zijn baanbrekend werk en ik sta op de gastenlijst’. Vooral Gerard, zelf geen onaardig pianist die al eens durft te experimenteren met atonale minimalistische muziek, had daar wel oren naar. ‘Stichting Logos is altijd goed’, zei hij, ‘Ik had het genoegen om verschillende van hun concerten te mogen beleven in de Zwarte Zaal en in de entreehal van BOZAR indertijd. Niblock was een durver, hij bestond het om één enkel akkoord gedurende drie kwartier aan te houden. De spanning die dat teweeg brengt bij de luisteraar is onaards’.

‘Inderdaad’, repliceerde ik, ‘Logos brengt een ingekorte versie van Niblocks vierentwintig uur durend stuk “Winter Solstice”. Jammer dat er moet worden geknipt in het stuk, maar we weten allemaal hoe het is gesteld met de cultuur in Vlaanderen. Besparen, besparen, besparen’.

Frans-Jozef stond in dubio. ‘Ik had reeds toegezegd om naar een lezing over Henk Decaluwé te gaan’, zegde hij, ‘De Vrienden van de Warande hebben een avond georganiseerd rond de traktaten van deze Zeeuwse Hollander. De man liet op jonge leeftijd hebben en houden achter om in een Fins klooster te gaan leven. Hij heeft interessante beschouwingen rond de Griekse Orthodoxie achtergelaten. Dat belooft een avondje boeiende hersenbrekerij te worden, niet iets voor doetjes’.

‘We leven in een vrij land’, zegde ik, ‘Reeds gemaakte afspraken dient men na te komen. Dat is dan afgesproken, Gerard en ik trekken naar het concert, Frans-Jozef gaat naar de lezing. Laat ons elk een verslag maken van onze respectieve belevingen tegen de eerstvolgende vergadering en onze analyses vergelijken. Zo leren we er allemaal iets uit’.

‘Bravo, Maurice’, riep Gerard, ‘jouw praktische geest komt ons alweer van pas’. ‘Ach’, temperde ik enigszins zijn enthousiasme, ‘wie is begiftigd met een uitzonderlijke geest heeft de plicht die ten dienste te stellen. Zelfs als de gewone mensen, zoals die plebejer in de gelagzaal daarnet, niet in staat zijn om je te volgen. De drang om het geestelijk niveau op te tillen is nu eenmaal sterker dan mezelf’.

‘Driewerf bravo’, riep nu ook Frans-Jozef.

Ach, wat zouden we zijn zonder vrienden…

HL

DE INTELLECTUELE INTELLIGENTE HUMAURICETENCLUB
Aanval op het intellect
OPVOEDING
Hoofs33
Hoofs33

Wenken voor een prettige passage bij de kapper

Waarde aanhanger van de goede zeden,
Goede mens van het waardige samenleven,

Het onderwerp van deze week zal u mogelijk enigszins verrassen, daar ik het met u wil hebben over de ordentelijke gang van zaken bij barbier of kapper. Ikzelf beschik al enige tijd niet meer over een overschot aan hoofdelijke haargroei – vandaar uw mogelijke verbazing – maar dat neemt niet weg dat ook zij die onze kapsels bestieren bejegend moeten met voorbeeldig gedrag en ongebreideld respect. Ik ervaar het daarom als mijn dekselse plicht u terzake te wijzen op de correcte omgansvormen in des kappers stoel.

Er zijn van die etiquetteregels die áltijd gelden. Of het nu over kwesties van haardracht, scheefgaanderij of andere heikele hangijzers gaat: op tijd komen is steeds de boodschap. Wie niet van zijn uur is, kan bezwaarlijk van zijn woord zijn, placht ik te doceren aan mijn voormalige studenten. U denkt nu mogelijkerwijs dat ‘die Hoofs’ het op flessen trekt, maar geloof mij: op tijd komen is dè basisregel van zowat alle deugdelijke omgangsrichtlijnen. Ik zal aldus deze wenk niet opnemen in mijn – overigens exhaustieve – lijst. Weet dat uw onderbouwde tips immer en altijd zeer welkgekomen zijn, zolang ze maar gestoeld zijn op literatuurstudie of eventueel ervarinsgdeskundigheid.

Goed. Dan begeven wij ons nu naar kapper of barbier, alwaar wij hetzij onze haarsnit, hetzij onze baard, hetzij beiden onder deskundige handen laten nemen. Voor de dames onder ons: in uw geval is baardgroei niet aan de orde. Althans, ik hoop vurig dat u zich dienaangaande gelukkig mag prijzen, al wil het verstrijken der jaren wel eens als stoorzender optreden. Dat is – voor alle duidelijkheid – niet uw eigen schuld. In voorkomend geval is het een zaak van een verstoorde hormonenbalans. Staat u nooit toe dat zoiets u ten kwade geduid wordt! U heeft er zelf geen enkele hand in en zelfs met enkele weerbarstige haren op uw kin verdient u alle hoffelijk- en hoofsheid. Laat dat stellig gezegd zijn door ondergetekende.

Edoch, laten wij nu spoorslags doorstomen naar het onderwerp van deze bijdrage, te weten de goede handelswijzen in de kappersstoel. Here we go, wil een Engelse uitdrukking. Welaan dan: here we go!

  • Probeert u tijdens uw kappersbezoek uw gebruik van mobiele telefoon te beperken tot een absoluut minimum, idealiter zelfs tot nul. Het is lastig knippen voor een kapper, wanneer u zich genoodzaakt voelt voortdurend te communiceren via draadloze telefonie.
  • Honoreer uw kapper met duidelijke helderheid. Maakt u duidelijk wat u verwacht van zijn kunstig ambacht en geef indien mogelijk voorbeelden of beschrijvingen van het gewenste kapsel.
  • Respecteer alstublieft te allen tijde de expertise van de kapper! Luister naar het professioneel advies dat u te beurt valt. Geloof mij als ik zeg dat uw haarkunstenaar het beter weet dan uzelf.
  • Niet onbelangrijk in het kader van de eigen veiligheid en het risico op knipwonden: zit stil tijdens het knippen! U wil het kapperspand niet verlaten als een bloedend rund, toch?
  • Bejegen uw kapper met respect en vriendelijkheid. Hij doet zijn best om aan uw behoeften te voldoen. Besef tevens dat hij de hele dag staand doorbrengt, wat nefast is voor zijn rug en knieën.
  • Het geven van een fooi is gebruikelijk en wordt gewaardeerd als teken van tevredenheid. Toont u zich vooral niet te gierig.
  • In het uitzonderlijke geval dat u niet tevreden vent met het resultaat van des kappers noeste, staande arbeid, is vriendelijke feedback aan de orde. Met de nadruk op vriendelijk. Een kapper is ook maar een mens. Laten we dat nimmer vergeten!

Ziedaar enkele eenvoudige wenken die kunnen bijdragen tot een uiterst prettige passage bij de kapper, niet alleen voor uzelf, maar ook voor de scharendrijver met dienst.

Rest mij enkel nog u een uiterst flatterende snit toe te wensen, gecreëerd door de handen van een ware vakman. Bij deze.

U genegen,
Jean-Pierre Hoofs


OVER JEAN-PIERRE HOOFS
Hij mag dan geen sant in eigen land zijn, Jean-Pierre Hoofs is een man met naam en faam, niet in het minst in het Verenigd Koninkrijk. Hoofs stond decennialang aan het hoofd van de Londense School for Butlers & Hospitality, een instituut met wortels die teruggaan tot de 19de eeuw. Na een rijkgevuld leven aan de overzijde van het Kanaal resideert de man sinds twee jaar weer in het lieflijke Brugge, zijn beminde geboortestad. Daar vult hij zijn dagen als gepensioneerde zinvol in, onder meer als vlot Engelssprekende gids in het Memlingmuseum. Daarnaast verblijdt én verlicht hij de lezers van Au Parleur met zijn wijze raad voor meer courtoisie en goede manieren.



JV

JEAN-PIERRE HOOFS
Wenken voor een prettige passage bij de kapper
BOEKEN
KATHLEEN VERBIEST
Bestel je exemplaar van "de Diefstal van April" via Uitgeverij Les Iles.

96 pagina’s, €22,50


GEMENGDE RUBRIEKEN
Nutella
Nutella

Naamgeving

Frankrijk is een land met achtenzestig miljoen inwoners. Dat daar af en toe een raar exemplaar tussenzit, mag niemand verwonderen. Zo viel ik toevallig op het verhaal van het koppel uit Valenciennes dat was bevallen van een mooie dochter. Ze wilden haar de naam “Nutella” geven maar de dienst Bevolking van het stadhuis deed moeilijk.

De vader reageerde eerder opgelucht bij de weigering, de moeder hield echter voet bij stuk. Er kwam uiteindelijk een vrederechter aan te pas die oordeelde dat het niet in het belang van het kind zou zijn om haar met de naam “Nutella” door het leven te laten gaan en als compromis voorzichtig de naam “Ella” voorstelde.

Er volgde een zitting. ’Hebben jullie erbij stilgestaan tot welke hilariteit deze naam zou kunnen leiden?’, vroeg de rechter, ‘Ik denk nog maar gewoon aan “Nutella, komen eten” of “Nutellake, eet uw bokes op”. Geef toe… En wat als jullie ooit naar de oudervergadering gaan en willen weten of alles goed gaat in de klas: “Ja hoor, met Nutella loopt alles gesmeerd, ze draait nooit rond de pot, groot en klein zijn er dol op”. Geef toe…’.

Toen de rechter vervolgens aan de vermoeid uitziende vader vroeg waar hij met zijn gedachten zat toen hij koos voor de naam van een merk chocopasta, verklaarde deze: ‘We hebben er een half jaar ruzie over gehad, maar als die van ons iets in hare kop heeft… Da wilde ni meemake ’.

Het verdict viel, Nutella werd Ella.

De pers kreeg lucht van de zaak. Het populaire weekblad, Télé Loisirs, versierde een interview met de teleurgestelde moeder waardoor de zaak nationale aandacht kreeg. De mama greep haar kans om flink haar gal te spuwen over de wijze waarop het land wordt bestuurd, dat die bende corrupten uit Parijs in de gevangenis hoort en dat zij hoopt dat Marine eindelijk eens de verkiezingen wint en die stal uitmest. ‘Weet ge wel hoeveel volgers ik erbij zou krijgen op mijn socials met een dochter met zo een originele naam?’, merkte zij wellicht terecht op, ‘Het had ons een leven lang gratis choco kunnen opleveren. Maar neen’.

Een ander stel, eveneens uit de buurt van Valenciennes, zat min of meer in dezelfde situatie toen zij hun dochter de naam “Fraise” wilden geven. Ook daar oordeelde een rechter dat het kind zou kunnen worden gepest en worden nageroepen met de ietwat neerbuigende Franse uitdrukking “Ramène ta fraise”, wat zoveel betekent als “arrogante betweter, niemand heeft je om je mening gevraagd, bemoei je met je eigen zaken”.

Het kindje heet nu Fraisine, een oude en alom geaccepteerde naam.

HL

FRANSE VOORNAMEN
Dokter Dupont
Dokter Dupont

Dokter Dupont geeft medisch advies


DE VRAAG VAN BENNY VANBEVEREN

Beste dokter Dupont,

Ik werk in een magazijn van de Aldi maar ik ben het een beetje beu. Ik zou graag eens een weekje thuisblijven maar ik wil mijn vakantiedagen hiervoor niet opofferen. Nu vroeg ik mij af of ik bij jou niet een ziektebriefje zou kunnen krijgen.

Bij voorbaat bedankt,

Benny Vanbeveren

ANTWOORD

Beste Benny,

Ik kan dat niet zomaar doen, ik ben gehouden aan mijn deontologische code. Echter, indien je écht ziek zou zijn, zit een weekje er misschien wel in.

Doe het volgende: luister gedurende drie uur naar de muziek van Céline Dion. Dat mens is zó misselijkmakend dat het me sterk zou verbazen indien je daarna geen ernstige symptomen (maagkrampen, overgeven, hoofdpijn) zou vertonen.

Kom daarna maar eens langs op mijn kabinet.

Met vriendelijke groeten,

Dokter Dupont


HL

MEDISCH ADVIES VAN DOKTER DUPONT
Mopjes Gaston
Mopjes Gaston

Reclame en de Sint

Zoon van nonkel Gaston tegen zijn kleine mannen:
‘En volgende week komt Sinter Klaas.
Wat had je graag gehad Luc van de Sint?’.
‘Een trein papa. Daar kun je van alles mee doen.’.
En jij Pol?
‘Een tampax.’.
‘Een tampax?’.
‘Ja daar kun je ook van alles mee doen. Zwemmen, paardrijden, tennissen…’.


Latijnse les

Het Latijn gebruikt geen de of het.
Wat is “zo” in het Latijn? Tam.
Wat is “de brug” in het Latijn? Denk aan het Franse “le pont”: dat komt van “pons”.
Wat is “de vrede” in het Latijn? Ja, pax.
Vertaal dan naar het Latijn:
zo de vrede zo de brug
tam pax tam pons


Latijnse les

We zeiden het al: u spreek je uit als oe.
Het meervoud van deus (god) is dei. (uitspraak dè-i).
Het meervoud van circus (cirkel) is circi.

Een Romein loopt een bar binnen en vraagt naar Martinus.
‘Je bedoelt Martini zeker?’ stelt de cameriere voor.
‘Als ik twee drankjes tegelijkertijd wil laat ik het wel onmiddellijk weten.’ zegt de Romein boos.


GDB

Gezien de Italiaanse uitspraak van c + e of c + i zal de Romeinse uitspraak van circus waarschijnlijk tsirkoes geweest zijn en circi wordt dan tsirtsi.
Het is interessant omdat niemand het weet. De katholieke scholen houden het bij Sisero als ze Cicero bedoelen en de gemeenschapsscholen bij Kikero.
Misschien moet het gewoon Tsitsero zijn.

Fren S.


NONKEL GASTON
Lezersbrief
Lezersbrieven

Lezerbrieven

Aan de heer dokter Dupont.

U waagde het Céline Dion misselijkmakend te noemen.
Hoe durft u!

Ik heb vroeger keiveel naar Céline Dion geluisterd, en ik ben daar nooit misselijk van geworden (en dat heeft niet per sé te maken met mijn sterke maag).
Céline heeft mij juist geholpen bij het leren van de Franse taal!
Niet dat ik daar later nog iets mee geweest ben.
Maar soit.


Ik raad u ook ten sterkste aan om niets negatiefs over Britney Spears te zeggen, want dan moet ik weer in mijn pen kruipen, en dat doe ik niet graag.


Met geachte groet,


Elke Grutermans


Beste Au Parleur,

Ik stem al heel mijn leven op dezelfde partie. Maar nu heb ik die stemtest gedaan en ik kom uit op een àndere partie! Dan heb ik die stemtest nog eens overgedaan om te zien of ik mij niet had geabuseerd maar ik kwam weeral uit bij die andere partie. Maar als ik daarop zou stemmen, mogen ze toch niet meedoen van d’ander.

Nu ben ik ziek, bijna 38°. Verkiezingskoorts zegt het zorgpersoneel van ons WZC.

Ja, nu weet ik niet meer wat ik moet doen met de volgende keus. Ik zal maar weer stemmen om mijn ouwe partie zeker? Ik doe dat al heel mijn leven, ik ga nu niet meer veranderen.

Clem Vanmalderen


Geachte

Nauwelijks de helft van uw gazet gelezen, maar ik kan me niet inhouden u te melden dat er een beetje sleet op zit. Twee spelfouten ! En ik heb de artikels zelfs lichtjes scheefgaandeweg gelezen vanwege nu weinig tijd. Over de inhoud kan ik dus nog niks zeggen, maar ik zal het u bij gelegenheid melden, als er iets mis is vaneiges. Prettig weekend!

Nicole Machin


Stuur ons jouw lezersbrief
LEZERSBRIEVEN
Editie 33 | Au Parleur
Poëzie op maat

© Au Parleur - JEROEN VERMEIREN/HANS LENGELER 2023/update 2024

SINT-DENIJSLAAN 31A - 9000 GENT

11, BOULEVARD CLEMENCEAU - 83510 LORGUES - FRANCE

BEELDEN: EIGEN WERK & UNSPLASH