- Zevende editie - 28 oktober 2023 -
de stoffige kinderarm die levenloos bungelt
en daarop een kreet die ribben breekt.
een versplinterde moeder, een vader, een mens
sterft mee.
de grootmoeder die vrijgelaten wordt
onder het toeziend oog van machinegeweren.
zij draait zich om. de wapens hebben geen verweer
tegen haar verstild ‘shalom’.
een meisje op een trein ver weg.
ze is Joods en naast haar nestelt zich
een vrouw in hijab. zij vechten
niet.
zij huilen samen en in hun ogen
laat geen haat zich lezen.
zij stamelen, prevelen als spraken zij
een gebed dat geen godsdienst nodig heeft:
het spijt me
het spijt me zo.
Jeroen Vermeiren, Gent
Hoe gek moet je zijn? Twee dagen onderweg van het zuiden naar België, een dag bij Bro, een dag en een nacht in de buurt van Ath, een snel bezoek aan het Emile Verhaerenmuseum te Sint-Amands en dan alweer twee dagen rijden naar het zuiden.
Vier dagen reizen door opspattende regen, tussen treinen en slierten vrachtwagens, om slechts drie dagen in België te zijn. Maar die drie dagen waren dan wel de moeite van de investering waard. Zoiets schrijft de econoom bij in de tabel “winst”. Tenminste, de econoom die zich niet bezighoudt met een geldelijke kosten-baten analyse maar de dingen op hun echte waarde weet te schatten.
Bij Bro is het steeds goed vertoeven. Die mens maakt stoofvlees zoals je het maar zelden achter de kiezen krijgt. Mijn broers en zussen, neven en nichten, tantes… zijn in de eerste plaats mijn beste vrienden en dan pas familie. Dat is een goed evenwicht, iedereen zou dat moeten proberen. We zijn graag samen en praten dan over de wereld. Ik kom er steeds rijker uit. Beetje bij beetje krijg je het inzicht dat je er echt geen barst van begrijpt, van de wereld. En dat is eigenlijk bevrijdend.
In Sint-Amands ontmoette ik eindelijk Anne en enkele van haar vriendinnen in levende lijve. Ga eens een kijkje nemen in het Emile Verhaerenmuseum. Je zal er een paar mooie portretten vinden van die mens. Verhaeren is het waard om (her)ontdekt te worden. We moeten hem blijven koesteren.
In België voelde ik de herfst. De Ardense bossen zijn prachtig nu. Dat weet ik omdat ik, vooraleer opnieuw door te steken naar het zuiden, mijn zoon afzette bij zijn vriend Simon die er even tussenuit ging in de buurt van Lierneux. Ooit woonde ikzelf in die buurt en dus ken ik de streek. Ik werd zo blij als een hondje dat een boswandeling maakt met zijn baasje, enkel door het zien en ruiken van het mooiste jaargetijde in één van de mooiste streken van het land. Dubbelop. En die kom pompoensoep die Simon had gemaakt, smaakte naar eind oktober en dat is helemaal zoals het hoort, eind oktober.
De herfst is ook erg voelbaar in de Bourgogne. Als de zon even doorbrak, straalden de natte kruinen van de bossen met een licht dat je verblindt als je niet oplet. Drink daar een glas Haute Côte de Beaune bij - even laten luchten, een beetje laten walsen in het glas en dan savoureren - en je weet weer waarom je leeft.
Bezuiden Lyon moet je al zoeken naar de eerste tekenen van de herfst. En zeker in de Provence schijnt de natuur nog niet te hebben beslist of ze nog even in de “Été indien” blijft hangen of dat ze de overstap naar het volgend seizoen zal maken. Al heeft het wel wat geregend tijdens mijn afwezigheid.
De mensen in mijn dorp hebben zich alvast warm ingeduffeld. Bij temperaturen van maar net boven de twintig draagt men een pull en een warme overjas hier. Enkel de gestoorde noorderling zoals ik doet het met slechts een t-shirt en eventueel een licht jasje. Je moet hier geboren zijn om dat te begrijpen.
Het is goed om thuis te zijn. Het is goed om naar de groene heuvels en wijngaarden te kijken door het open raam achteraan. Het is goed om de bergen van het Massif des Maures te zien liggen aan de horizon. Het is goed om te weten dat achter de bergen de Middellandse zee ligt. Het is goed om te beseffen dat aan de overkant van de zee het Afrikaanse continent begint. Het is goed om in te zien dat er maar één land bestaat en dat dat land “Wereld” heet.
Maar dat is slechts mijn mening en die doet verder niets ter zake.
Het is goed om te weten dat je mening niets ter zake doet.
Echt. Niets.
HL
Soms lijkt er geen einde te komen aan ‘het seizoen’. Acht maanden aan een stuk geef je alles wat je hebt. Er zijn momenten dat je smeekt om een adempauze. Andere momenten zit je in ‘de flow’, lijkt elke week op elkaar, alleen de honderden gezichten die passeren zijn anders. Maar je zit in een vaste routine met een vaste weekplanning die zo strak is dat je geen tijd hebt om veel na te denken. Er is het moment dat de kinderen thuiskomen en hun boekentas in een hoek zwieren en ineens ‘knip’ ben je twee maanden verder en moet je die boekentas weer van onder het stof halen. En vraag je je af wat er met de zomer is gebeurd.
Nu in het zuiden van Frankrijk duurt de zomer natuurlijk veel langer. Soms tot eind oktober. Sommige bomen verkleuren, sommige verliezen wat bladeren en anderen blijven het hele jaar door groen. Maar er verandert toch iets. Het publiek gaat van gezinnen met schoolgaande kinderen, naar gezinnen met babies naar mensen op leeftijd die voor de absolute rust komen. In dat opzicht zijn er meer ‘seizoenen’ te ontdekken in het publiek dan in de zuiderse natuur.
En dan stopt de toestroom. En we brengen het park in zijn ‘winterslaap’. Alles wat je aan de zomer doet denken gaat naar binnen: ligbedden, parasols, terrastafels en buitenverlichting. En de luiken worden gesloten. Plots lijkt het park op allemaal slapende legohuisjes met hun oogjes dicht.
Ook al ben ik blij met de opdoemende rust. Het heeft tijd nodig voor je lichaam en geest zich aanpassen. De adrenaline van de afgelopen maanden werkt nog door. Dan komt er een dip. Ineens is het veel te stil. Er klopt iets niet. Het clubhuis heeft geen luid zingende menigte meer. Het grote zwembad geen nachtelijke naaktzwemmers. Het vet kan van de muren geschraapt worden na de wekelijkse disco-poolparty met frieten en bitterballen.
Het voelt alsof je weer even diep kan ademhalen en de regels wat losser kunt laten. Maar dat dacht je maar! Een verdwaald huurdersstel dat hier al jaren komt klopt op de deur: ‘je bent de inschrijflijst voor de tennis vergeten op de te hangen Swaane!’.
Ik kijk verbaasd op van achter mijn computer en stel hen gerust: ‘jullie zijn nog de enige actieve tennissers op het park. Geen lijst meer nodig, het tennisterrein is elke dag van jullie’.
Maar die geruststelling wordt niet zo ontvangen aan de andere kant: ‘maar wat als er nu toch nog tennissers zijn of komen? Wij zouden het op prijs stellen als er toch een inschrijflijst voor de tennis komt.’
Het is de combinatie van fysieke vermoeidheid en ‘mensenmoeheid’, een mens kan ook niet altijd ten dienste staan, die ervoor zorgt dat ik een prop tennislijst naar hun hoofd zou willen slingeren maar die immer aanwezige professionaliteit zorgt ervoor dat ik mijn ergernis weer inslik en braaf een tennislijstje met plakband aan het bord bevestig.
Met een grote glimlach vullen deze laatbloeiende huurders hun villanr in. Het tennisrokje van de vrouw wipt gezwind op en neer en ik denk een zekere strijdbaarheid te ontwaren in hun verende pas richting het tennisveld. ‘Als er nu iemand op het veld komt kunnen we hem doorverwijzen naar de tennislijst, desnoods met onze tennisraketten in de aanval!’.
Twee uren later begint het te regenen. Voor ‘t eerst in maanden. Wij steken onze neuzen in de lucht en genieten weer van de geur van water. Op de bladeren, op de grond, op het asfalt, het maakt ons allemaal niet uit. Samen met de natuur genieten we met volle teugen.
Het doordrenkte tennislijstje flappert ondertussen met nog één klein stukje plakband aan het bord. Het tennisterrein is nu helemaal verlaten. De laatste gasten hebben zich teruggetrokken in hun villa. De tennisrokjes zitten reeds mooi opgevouwen in de valies. En ik? Ik ben helemaal klaar voor mijn winterslaap.
SL
Beetje feest in Gent, laatst, toen Bro neerstreek voor een paar dagen ‘en famille’. Als hij het zuiderse Lorgues even inwisselt voor zijn moederland, wacht hem te mijnent altijd een bed met fris geurende lakens, alsook voldoende blonde Grimbergen om de vermalen kilometers door te spoelen. Uiteraard laat ik hem wat dat laatste betreft niet aan zijn droeve lot over, maar kan hij rekenen op mijn onvoorwaardelijke solidariteit. Terwijl wij lipjesmaat genieten van ons glas zetten wij wat bomen op. Over uw geliefde Au Parleur, bijvoorbeeld. Maar evengoed over erfzonden in het algemeen en de onze in het bijzonder, de Franse revolutie, de vuige trucs van die ex-slavendrijvers van Britten, benepen flaminganten die maar blijven sudderen in een werkelijk compleet gedateerd wereldbeeld, de vloek van een gekweld gebit, narcisten en hun projectietechnieken, afijn, op den duur zitten wij te midden een oerwoud aan bomen.
Liefst luisteren wij onderwijl naar muziek en ook die noopt ons tot overpeinzing en dialoog. Wij hebben een wereldbrede smaak die verschillende eeuwen overspant, dat mag gezegd. Nu eens raken wij vervoerd door eclectische parels uit de jaren zeventig van de vorige eeuw, dan eens door sublieme eeuwenoude barok, al lusten wij ook de avantgardistische elektronische muziek van ene Sagat (zoekt u díe maar eens op via Bandcamp!) of een hedendaags genie als Max Richter. Voorts verlekkeren onze oren zich op zowat alles tussen die diverse stijlen in. Heel soms wil Bro zich zelfs eens wagen aan een Texas two step, maar eerder dan de duimen te verankeren in een riemlus ter rechter- en linkerzijde plaats hij zijn handen galant en fluks in de zij. In combinatie met zijn karakterkop is dat werkelijk een tafereel dat aanleiding geeft tot lekkages in de broek. Van het lachen. U moet weten dat onze respectieve prostaten ook niet meer zijn wat ze waren, doch dit geheel terzijde en laten we daar verder vooral ook over zwijgen in alle talen.
Het moet gezegd dat Bro nogal maniakaal is als het gaat over klankkwaliteit. Thuis heeft hij een stel voortreffelijke luidsprekers staan, zó opgesteld dat hij, wanneer hij plaatsneemt in zijn lederen schommelfauteuil, perfect centraal zit en aldus hemelse zalf aan zijn oren krijgt gesmeerd. Iemand die zoveel pure, audiologische schoonheid gewend is, moet al gauw naar adem happen – en niet van vreugde – wanneer mijn flinke Yamaha-versterker onrecht wordt gedaan door luidsprekers die elke diepgang en schakering missen, zieltogend mat en vlak als zij zijn.
‘Dat kan zo niet verder’, sprak Bro oprecht bezorgd op zondagavond. ‘We moeten maatregelen treffen. Nu meteen. Geluid is niet hetzelfde als klank.’
Waarop hij zijn laptop openklapte, ijlings de virtuele snelweg naar de webstek van een gekende elektronicaverdeler nam om aldaar door het audioaanbod te snuisteren.
‘Ha!’ klonk het even later vrolijk en blij. ‘Hier zie, een soundbar met subwoofer van een zeer degelijk merk voor een werkelijk heel schappelijke prijs, want ze gooien er een hoop korting tegenaan!’
‘Pffff’, zuchtte ik. ‘Ik mag het niet doen, Bro. Iets met de tering en de nering.’
‘Het is dan ook een vervroegd verjaardagscadeau. Je wordt maar één keer vijftig.’
Bro kent mij natuurlijk een beetje dus toen ik aanstalten maakte om te protesteren – ‘Ik kan dat niet aannemen, het is meer dan ik verdien’ enzovoort enzoverder – haastte hij zich te zeggen: ‘Bro, ik ben met Kerst twee weken in het land en dan kom ik weer vaak bij jou logeren. Ik doe dit dus in de eerste plaats voor mezelf. Het verschil in kwaliteit met mijn eigen uitrusting is te groot. Er zijn bepaalde standaarden waar ik niet meer onder kan. Of toch niet zonder met een lumbago te eindigen.’
Dat vond ik eigenlijk best logisch klinken. Nog voor ik enig verder tegenwerk kon bieden, sprak Bro opnieuw: ‘Ziezo, besteld. Ze leveren morgen.’
’s Anderendaags stapte Bro des ochtends in zijn stalen karos om via Brussel en de Ardennen de terugtocht naar Lorgues aan te vatten, uren vóór de levering van voornoemde soundbar en subwoofer. Nou. Is me dat een openbaring. Heerlijke klankmotherfuckers zijn het! In die mate zelfs dat mijn zoonmans omstreeks tien uur ’s avonds aanmanende woorden tot mij richtte. ‘Papa, zet de muziek nu maar stiller. Ik denk dat de onderburen uit hun zetel daveren met die bassen van jou.’ Eerder was het nog van ‘Yes! Wauw! Mag ik mijn Playstation daar ook op aansluiten, papa?’ Dáár heb ik weliswaar feestelijk voor bedankt. Grand Theft Auto in surround? Ik dacht het niet.
JV
Haha, welnu
We noemen dit de daad van paring
Maar er zijn verschillende andere zeer belangrijke verschillen
Tussen menselijke wezens en dieren die je moet weten
Zweet, schat, zweet, schat, seks is een Texaanse droogte
Jij en ik doen de dingen die alleen Prince zou bezingen
Dus steek je handen in mijn broek en ik wed dat je noten zult voelen
Ja, ik ben Siskel, ja, ik ben Ebert
En je krijgt twee duimen omhoog
Je hebt genoeg gehad van twee-hand aanraking
Je wilt het ruw, je bent buiten de lijnen
Ik wil dat je gesmoord wordt, dat je bedekt wordt
Als mijn waflehuis rosti’s
Sneller komend dan FedEx, nooit de top bereiken
Net als Coca-Cola-aandelen, ben je geneigd
Om me een uur eerder te laten opstaan, net als in de zomertijd
Jij en ik, schat, zijn niets meer dan zoogdieren
Dus laten we het doen zoals ze doen op het Ontdekkingskanaal
(Doe het nu opnieuw)
Jij en ik, schat, zijn niets meer dan zoogdieren
Dus laten we het doen zoals ze doen op het Ontdekkingskanaal
(Ik word geil nu)
Liefde van het soort dat je opruimt met een dweil en emmer
Als de verloren catacomben van Egypte, alleen God weet waar we het hebben verstopt
Hiërogliefen, laat me oceanisch zijn, ik wil in je zuidelijke zeeën zijn
Maar ik heb de indruk dat de beweging van jouw oceaan
Een advies inhoudt voor kleine vaartuigen
Dus als ik kapseis in jouw dijen, hoog water, B-5, je hebt mijn slagschip laten zinken
Zet me alsjeblieft aan, ik ben meneer Koffie met een automatische druppel
Dus laat mij de jouwe zien, dan laat ik jou de mijne zien, "Gereedschapstijd"
Je zult van me houden zoals Lyle Lovett
En dan zullen we het op z'n hondjes doen
Zodat we allebei X-Files kunnen kijken
Jij en ik, schat, zijn niets meer dan zoogdieren
Dus laten we het doen zoals ze doen op het Ontdekkingskanaal
(Doe het nu opnieuw)
Jij en ik, schat, zijn niets meer dan zoogdieren
Dus laten we het doen zoals ze doen op het Ontdekkingskanaal
(Ik word geil nu)
Jij en ik, schat, zijn niets meer dan zoogdieren
Dus laten we het doen zoals ze doen op het Ontdekkingskanaal
(Doe het nu opnieuw)
Jij en ik, schat, zijn niets meer dan zoogdieren
Dus laten we het doen zoals ze doen op het Ontdekkingskanaal
(Ik word geil nu)
JV
Op de hoek van de Boulevard Clémenceau en de Rue Du Docteur Courdouan bevindt zich Café L’Embuscade. In vertaling zou dit “Café De Hinderlaag” heten. Een beetje een rare naam voor een herberg die de toevallige passant wil verleiden tot het nuttigen van een verfrissing. Maar we bevinden ons in het Provençaalse Lorgues en daar zijn al wel gekkere dingen bedacht.
L’Embuscade wordt uitgebaat door Maurice Dupont en zijn echtgenote maar iedereen noemt hem Patrick. Patrick staat ’s ochtends kwaad op. Als hij zin heeft, neemt hij een douche. Maar vaak heeft hij geen zin. Terwijl zijn echtgenote nog wat blijft soezen maakt Patrick zich een straffe espresso waardoor zijn bloeddruk de hoogte in schiet en hij nog wat kwader wordt dan hij al was.
Hij zet zich aan zijn keukentafel en leest binnensmonds vloekend zijn krant. De Var-Matin brengt vooral een hoop slecht nieuws over de streek, wat Patrick tot het inzicht brengt dat de wereld helemaal naar de kloten is. Misschien is het maar best dat de Var-Matin nauwelijks bericht over wat er zich afspeelt buiten de grenzen van de région. Patrick zou ongetwijfeld nóg kwader worden dan hij al is.
Om tien uur staat zijn echtgenote op en daalt Patrick af naar het gelijkvloers waar zijn zaak zich bevindt. Patrick opent de deuren en zet het terras uit. Hij knipt de tv aan en kijkt een kwartiertje naar Sport Inter zodat hij gesprekstof heeft indien één van de klanten over de voetbal zou willen zeuren.
Om elf uur daalt ook de echtgenote van Patrick af en zet zich buiten op een hoge barkruk om wat te zonnen. ‘Pas maar op voor uw make up’, sist Patrick haar toe. ‘Iedereen weet dat ik geen Mé-cup maar een C-cup heb’, bijt zijn echtgenote terug terwijl zij haar borsten even schikt. Patrick wil iets terugzeggen maar slikt zijn woorden in. ‘Heb je de zaal al gedweild?’, vraagt zijn echtgenote. Patrick verdwijnt naar binnen, zet de stoelen op de tafels en haalt een emmer en zwabber uit het kot.
‘Patrick, een Ricard en een porto’ke’, klinkt het van buiten. Patrick zet grommend zijn zwabber tegen een tafel en schenkt de bestelling uit. Op het terras voert zijn echtgenote een geanimeerd gesprek met een klant. Hij heeft het over de jacht en de visvangst en dat het vroeger allemaal beter was. Zij beaamt. ‘De porto is voor mij’, zegt ze tegen Patrick, ‘en zet dit rondje maar op rekening van het huis’. Patrick bijt op zijn tanden maar zegt niets.
Na het dweilen maakt hij de toog schoon met een schotelvod. Hij draagt het leeggoed naar de berging en controleert de vaten Leffe Blonde en Kronenbourg op hun inhoud. Dan gaat hij naar buiten en ziet met lede ogen aan dat de terrassen van Bar Tabac Le Gallia en van Bistro Le Parc aan de overkant van de boulevard al aardig vollopen.
Een stel oudere mensen zet zich aan een tafeltje en wenkt hem. Ze vragen in zeer gebrekkig Frans wat hij aan bieren op de kaart heeft. Patrick dreunt zijn vaste riedeltje af. Hij doet dit voor de gelegenheid met een zwaar Provençaals accent zodat de toeristen er geen snars van begrijpen. Maar het klinkt zo authentiek en toeristen houden daarvan. ‘Oui’, antwoordt de toerist. ‘Oui quoi?’ antwoordt Patrick, ‘Leffe Blonde au fut?’. ‘Oui’, antwoordt de toerist opnieuw. Patrick keert terug met twee pintjes Blonde en zet ze neer op het tafeltje. De toeristen proeven en trekken een gezicht. Dat was niet wat ze hadden verwacht. Dan is Heineken toch lekkerder. Ze willen iets anders. In de wetenschap dat ze hem toch niet begrijpen, zegt Patrick een vuil woord en komt terug met twee glazen Kronenbourg. Dat is al meer naar hun smaak en Patrick sloft terug naar binnen.
Hij hoort zijn echtgenote kirren en lachen. Patrick denk nu aan heel lelijke dingen en heeft spijt van de keuzes die hij ooit maakte. ‘Er komt een dag dat ik het hier aftrap’, denkt hij, ‘maar eerst sla ik het kot hier kort en klein’.
Hij zet zich op een barkruk en kijkt naar de samenvatting van het WK rugby.
Frankrijk heeft verloren van Zuid-Afrika.
Nu is zijn dag helemaal naar de zak.
Putaing.
HL
In deze rubriek vergast (inmiddels) Alleenstaande Vader Tony u wekelijks op enkele glasheldere en ongecomplexeerde huishoudtips, helemaal op maat van al wie na de dagelijkse arbeid aanzienlijk leutiger dingen te doen heeft dan pakweg strijken, poetsen en pubers opvoeden. Bijverdienen in het zwart, bijvoorbeeld.
De elfde wet van Tony: ge moet uw verdriet tonen, maar ge toont het beter niet
Kent ge dat, dat gezaag over mannen die hun verdriet niet laten zien en dat beter wat meer zouden doen, tot ze het ook écht doen, want dan is het mis. Vrouwmensen willen een gevoelige partner, maar niet echt. Eigenlijk willen ze een oermens die de grot bewaakt, die de fysieke integriteit en veiligheid van het gezin garandeert. Maar dus toch niet helemaal, want wanneer de lichten zijn gedoofd, willen zij een watje dat meevoelend de temperatuur van hun verdriet meet. En vervolgens een zalfje opdiept om de kleine en grote pijntjes te verdrijven. Ach. Ge kunt daar allemaal geen staat meer op maken. Het is nooit goed. Nooit, zeg ik u. De vrouwen, ze willen een beest in bed, een sloef in het huishouden, een klusjesman buiten categorie, een vader die zijn deel van de pampers ververst, een carrièreman die niet teveel van huis is, een volgeling die hen verafgoodt, maar tegelijk op tijd en stond op tafel klopt. Echt. Ge zult in deze tijd maar man en echtgenoot zijn. Dat laatste ben ik niet meer, en wat dat eerste betreft, hebben bepaalde aanhangsels zich teruggetrokken als ondergingen zij een ijsberenduik. Tony zegt: ge kunt allemaal mijn rug op. Tony zegt ook: vrede op aarde. Of toch in bepaalde Westerse wijken. Het kan niet overal koekenbak zijn.
De twaalfde wet van Tony: een lijfstraf op zijn tijd is de bondgenoot van jolijt
Niet dat ik onze Ken ooit al een lap rond zijn oren heb gegeven, en ons Kelly al helemaal niet, dat braaf kind. Maar ik geef toe: mijn handen hebben wel eens gejeukt. De jeugd van tegenwoordig, dat heeft een grote mond, ge wilt het niet weten. Ken heeft één keer tegen mij gezegd dat ik een loser ben. Awel, dan denkt ge toch: ik laat hem alle hoeken van de kamer zien. Maar ik heb dan een Duvel uitgeschonken om mijn zenuwen te kalmeren. Ik zeg het nog, ons Kelly dat is een brave. Met de Ken zal het ook wel goedkomen. Denk ik. Hoop ik. Maar hij lijkt op zijn moeder, veel meer dan ons Kelly, dus ge weet het niet hé, wat daarvan komt. Hopelijk geen jeugdinstelling, dat kan ik u wel zeggen. Maar que sera, sera. Dat is één van mijn lievelingsliedjes, ook al is dat van ver voor mijn tijd. Bon, ik moet mij uit de voeten maken, want Ken is de keuken in brand aan het steken. ’t Is toch en kapoen hé.
JV
Stel je vraag aan Tony:
Hallo kroketjes, Steenbok, wat een nieuws brengen de sterren u! U wordt weldra verkozen tot president van een piepkleine, geheime natie die alleen uit gouden tuinkabouters bestaat. Naar verluidt zal de grondwet maar uit één artikel bestaan: elke inwoner moet elke ochtend de dag groeten met een vreugdevolle polonaise. Dat voelt misschien contra-intuïtief voor het rationeel wezen dat u bent, maar weet dat des kosmos’ wegen ondoorgrondelijk zijn en schik u naar uw exotische lot.
Zo, Waterman, een recente trip naar uw vaderland heeft kennelijk één en ander in gang gezet. U zult in telepathische verbinding treden met een kolonie mieren met als doel een vreedzame revolutie tegen miereneters te organiseren. Aan heuse mierenregeringen zouden we niet beginnen in uw plaats, maar u doet natuurlijk wat u wil.
Blij dat u eens niet als een gladde aal uw medemens een kloot aftrekt, Vis. Tenminste, als we Saturnus mogen geloven. Venus laat dan weer weten dat u lichte neigingen voelt om te gaan leven als zeemeermin in uw bloedeigen badkuip. Er wordt gefluisterd dat u daar een onderwaterstad wil creëren waar schelpen dienst doen als valuta. Uw stiekeme idee om een kwallenkaraoke op te zetten, wordt u ten stelligste ontraden.
Een beetje Ram zal deze week het hoofd moeten bieden aan zijn innerlijke Rambo. In camouflagekleding naar de dagelijkse arbeid trekken mag in de geest dan een hilarisch idee lijken, in de feiten is het ronduit roekeloos. Voor u het wel en goed beseft, hijgen de special forces in uw nek. In het slechtste geval jagen zij een kogel door uw potige lijf. Dat is een probleem, ook al denkt u dat u onaantastbaar en van beton bent. Chill, Ram. Chill!
De sterren zien een nieuwe carrière als koeknuffelaar voor u weggelegd. Zeer tot de verbazing van de redactie, want wij kennen u een beetje: u wil altijd maar dekken, en dekken, en dekken. Wij zijn er dus allesbehalve gerust in.
U zult deze week ontdekken dat u de uitzonderlijke gave hebt om met uw eigen spiegelbeeld te communiceren. Diepgaande gesprekken over het leven, de liefde en het universum zullen uw – of is het jullie? – deel zijn. Het goede nieuws is dat uw spiegelbeeld het opvallend met u eens zal zijn. Het slechte nieuws is dat ook een spiegelbeeld de werkelijkheid vertekend kan voorstellen. Denk maar aan het spiegelpaleis op de Sinksenfoor in Antwerpen. Blijf dus toch maar alert.
Een onstuitbare drang om uw huis in een nieuw kleedje te stoppen zal kennelijk uw deel zijn. Persoonlijk vinden wij behang met een zeepaardjesmotief geen goed idee, maar goed, u staat nu eenmaal niet bekend om uw goede smaak. Mogen we u wel afraden te dineren met snorkeluitrusting? Dat schijnt niet erg praktisch te zijn.
Naast een hoogdringend bezoek aan de tandarts – doe hoektanden hebben veel van hun glans verloren, om niet te zeggen dat ze uit hun voegen rotten – wacht u ook een glansrol in een rondreizend circus. U bent geneigd daar op neer te kijken, maar u weet deksels goed dat u de centen goed kan gebruiken. Zet die trots opzij. Een vals gebit kost veel geld, moet u weten.
Laat u niet ontmoedigen door de feedback van een baas die elk greintje empathie mist en de dingen niet in perspectief ziet, Maagd. Weet ook dat het ergste nu achter u ligt en dat er mooie weken op komst zijn, die volop in het teken van vrienden en familie staan. De kosmos maakt bovendien gewag van een bijzondere ontdekking, die helemaal op uw conto zal komen te staan: het koken van pasta zonder ook maar enig gebruik van water. En dat geldt ook voor de glutenvrije varianten!
U wordt gevraagd om te zetelen in een wel erg bijzondere jury. Die zal een verdict moeten vellen in een internationaal concours tussen pindakaasfabrikanten. Nu maar hopen dat u geen notenallergie hebt, want dat wordt lastig werken anders. U krijgt trouwens experten in de pinda-ologie, want naast uzelf zal ook een uitverkoren elite van chimpansees oordelen over de kwaliteit van de naar een gouden medaille dingende pindakazen. De sterren hebben maar één advies: bekwaam u met spoed in de gebarentaal der primaten.
Nou, Schorpioen! U gaat met voorsprong aan de haal met de originaliteitsprijs van de week. Het lijkt er namelijk op dat u deze week geheel kwansuis en per ongeluk een parallel universum zult openen in uw achtertuin (of bij gebrek daaraan op uw balkon, en bij gebrek dááraan in uw proviandkast), waar schorpioenen kunnen copuleren met specimens van het menselijk ras, ter meerdere eer en glorie van uw eigen soort. Toe maar. Een mens – excuus, een schorpioen! – maakt wat mee, zo in het holst van de herfst.
Boogschutter! De sterren – Mars op kop – adviseren u dringend de hulp te zoeken van en psychiater. Het heeft er immers alle schijn van dat u straks de wereld wil gaan rondreizen op een eenwieler, onderwijl bananenschillen strooiend in uw kielzog, opdat u de weg naar huis nog zou terugvinden. Serieus, Boogschutter?! Get a f*cking life!
JV